Samenvatting materialenleer 2.1 natuursteen en keramische materialen
3 views 0 purchase
Course
Materialenleer 2.1
Institution
Thomas More Hogeschool (tmhs)
Een samenvatting met alles wat je moet kennen voor het examen materialenleer 2.1 over het onderdeel natuursteen en keramische materialen. De samenvatting is in het nederlands en er zijn vele prentjes ter verduidelijking van de tekst.
Natuursteen en keramische materialen
Natuursteen
Volgens de ontstaanswijze zijn er 3 soorten gesteente:
1. Stollingsgesteenten: ‘de primaire gesteenten’ van de aardkorst. Ontstaan door het
geleidelijk afkoelen van de aarde na het opspuwen van magma.
a. Dieptegesteente: granietachtige structuur (graniet). Zeer trage afkoeling en grote
kristallen.
b. Ganggesteente: porfierachtige structuur (Porfier). Minder trage afkoeling en grote
kristallen omringd door een versteende micro – kristallijne brij.
c. Uitvloeiingsgesteente: micro-kristallijne structuur (Basalt). Snelle afkoeling en kleine
kristallen. Of glasachtige structuur (lava, puimsteen) zeer snelle afkoeling en geen
kristalvorming.
2. Afzettingsgesteenten (sedimentgesteenten): bestaan uit verweringsproducten van
stollingsgesteente en bezinkingen van plantaardige en dierlijke kalkpantsers op de vroegere
zeebodem. (kalksteen, travertin en jura en aduin en franse steen)
a. De klastische sedimenten: verweringsresten van bestaande sedimenten (klastisch =
vergruisd). Losse korrels zoals grind, zand en leem. Of aaneengeklit materiaal zoals
zandsteen. Hierin zijn de korrels aaneen geklit door kalk, leem of kiezel.
b. De chemische sedimenten: door chemische verwering. Gipssteen en zuivere
kalksteen zijn vanuit waterige oplossingen neergeslagen.
c. De organogene sedimenten: door periodieke bezinking in stilstaand water van
plantaardige en dierlijke organismen ontstaan bv steenkool en kalksteen
3. Metamorfe gesteenten: ontstaan door de omgeving van bestaande gesteenten onder
invloed van hoge temperatuur en/of druk. (marmer).
a. Kalksteensoorten veranderen onder invloed van hoge druk en temperatuur in het
‘kristallijne’ marmer.
b. Graniet onder invloed van hoge druk wordt Gneis
c. Leisteen heeft een typische gelaagde structuur
d. Een gesteente bevat meestal verschillende mineralen die bepalend zijn over de
eigenschappen van het gesteente. (kwarts, veldspaan, glimmers, kalkspaat)
De keuze van een natuursteensoort hangt af van het doel. Voor zwaar belaste
constructieonderdelen is “graniet” het klassieke materiaal, voor onderdelen in de woningbouw
(dorpels) ”blauwe hardsteen”. Heeft natuursteen een overwegend decoratief karakter dan kiest men
uit de “kalksteensoorten” en voor binnenwerk lenen de verschillende rijke “marmersoorten” zich
uitstekend.
, Bewerkingen:
1. Gekloofd: door het kloven wordt het oorspronkelijke aspect van de steen
zichtbaar. Grote schilfers, bulten en holten van allerlei vormen zijn
onregelmatig verspreid. Mechanische kloven gebeuren met een hydraulische
kloofmachine. Toepassing bij kasseien want goede antislip
2. Gezaagd: bij het zagen ontstaan aan de oppervlakte van de steen kleine golvingen
of onderbrekingen. De streepjes lopen parallel met elkaar en met de richting die
gevolgd wordt door de zaag. Worden machinaal gezaagd met behulp van
gediamanteerde draad en zaag.
3. Geslepen: een effe oppervlakte zonder sporen van zagen, zeer fijne
cirkelvormige streepjes zonder bepaalde richting. Kan droog uitgevoerd worden met
schuurmiddelen of met water en gediamanteerde schuurplateaus
4. Gezoet: oppervlakte is effen, mat en zonder zichtbare groefjes. gezoet behouwen
gebeurt onder besproeiing met water en met behulp van reeksen van
schuurmachines.
5. Gepolijst: het oppervlak is effen, blinkend en weerkaatsend zonder enige
zichtbare groefjes. Enkel kleine delen worden nog met de hand gepolijst,
voor de rest word alles machinaal gepolijst.
6. Gebikt: talrijke korte geïsoleerde spoortjes, min of meer evenwijdig met
elkaar, schuin of parallel met de randen. Donkergrijze achtergrond met
witachtige sporen van slagen. Manueel wordt het uitgevoerd met een
puntbeitel.
7. Gebouchardeerd: de afstand tussen de talrijke sporen hangt af van de
tussenafstand van de ‘tanden’ van de hamer. De sporen worden
regelmatig verspreid over het hele behouwen vlak. Het geheel is zeer
lichtgrijs met talrijke witachtige punten op donkergrijze achtergrond.
8. Gegradeerd: groeven of ribbeltjes in U-vorm die vrij parallel met elkaar
lopen. De lichtgrijze strepen steken af tegen de donkergrijze brute steen
9. Gefrijnd: manueel of mechanisch. De bekleding vertoont talrijke
groefjes wat schuin door elkaar lopend. Tussen de groefjes zit een
bruutgebarsten steen. De bewerking wordt toegepast op een gezaagd vlak.
De algemene tint is meestal licht grijs, de grijze kleur van de frijngroeven
contrasteert met het donkergrijs brute basismateriaal.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nenaverbeeck. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.29. You're not tied to anything after your purchase.