Elementen verwijderen
List:
- eerste voorkomen verwijderen: list.remove()
- laatste voorkomen verwijderen: list.pop()
Set
- specifiek element verwijderen: set.remove() of set.discard() -> remove geeft KeyError wanneer deze
niet gevonden is
String
- specifiek voorkomen verwijderen: string.replace()
Dictionary:
- specifiek voorkomen verwijderen: dict.pop()
Types
Klassen/types die gebruikt worden in Python
• Strings voor tekst (alle tekst tussen “ ”)
* Getallen optellen? Verander eerst in int of float, anders worden de getallen achter elkaar
gezet ipv opgeteld (... = float/int(input(“ “)))
* Zinnetje voor de somuitkomst? Zet op de volgende regel de uitkomst van de som om naar
str()
• Integers voor hele getallen
• Floats voor decimale getallen/kommagetallen
• Booleans voor waarheidswaarden (true/false, als ‘’true’’ of ‘’false’’ is het een string)
• Lists voor geordende reeksen objecten (geen beperkingen qua type inhoud, zo kan het
achtereenvolgens met ‘,’ ertussen een integer, string, functie en set bevatten)
• None voor de bijzondere waarde van ‘niets’
• Set en frozenset voor weergeven van ongeordende verzamelingen/sets van objecten (efficiënter
dan lists) zonder herhaling, meerdere verschillende objecten kunnen worden opgeslagen
• Dictionary voor toewijzingen/afbeeldingen tussen objecten weer te geven. Verzamelobject waarin
waarden opgezocht kunnen worden aan de hand van een key/sleutel
* Beperking: kan alleen maar hashable objecten als sleutel hebben
* Voorbeeld = boodschappenlijstje
• Tuple voor onveranderlijke geordende reeksen (onveranderlijke combinaties van waarden).
Vergelijkbaar met een lijst, maar dan mag de inhoud niet aangepast worden (immutable) -> dus soort
lijst, maar dan immutable
-> Verschil string en integer
, * Integer: 2 + 2 = 4
* String: “2” + “2” = “22”
Functies
Functies van de types
- Functie = naam die verwijst naar uitvoerbare code. Aan te roepen met de naam, gevolgd door ronde
haakjes (met daartussen argumenten)
-> Argument = de waarde die je verplicht moet invullen bij een functie, maar niet elke functie heeft
een argument nodig
• abs() = van alle getallen wordt absoluut getal gemaakt (positief)
• all() = uitspraken doen over lijsten van Booleans
• help() = waarvoor dienen andere functies?
• min() = kleinste element uit de lijst
• any() = uitspraken doen over lijsten van Booleans
• dir() = geeft een lijst meer met mogelijkheden om te doen met het object
• sorted() = sorteert de functie op alfabetische volgorde of van klein naar groot
• enumerate() = voegt een nummer toe aan een iterable (linker object = 0 en vanuit daar telt het op)
• input() = iemand anders moet tijdens het uitvoeren van de code een bepaald iets invullen
• open() = opent een document
• sum() = alle items van de functie op (getallen)
• pow( , ) = het eerste getal tot de macht het tweede getal
• print() = print de uitkomst van het gegeven object
• range() = geeft een sequentie van de nummers die tussen de gegeven range ligt
• zip() = maakt een tuple van de iterabelen
• reversed() = draait de gegeven sequentie van objecten om + geeft het terug in de vorm van een lijst
• max() = grootste element uit de lijst
• round() = geeft een floating object terug dat is afgerond op de gespecificeerde aantal decimalen
(vaak volledig afgerond)
• bool() = verandert een object in een boolean (waar of onwaar).
• dict() = zonder argument, het creëert een leeg woordenboek, maar kan ook gebruikt worden met
argumenten om het woordenboek te vullen. Zie het notitieboekje voor oefeningen.
• float() = Verandert een geheel getal of een string-representatie van een drijvende-kommagetal
omzetten in een getal met drijvende komma.
• int() = Verandert een float of een string-representatie van een natuurlijk getal in een geheel getal.
• list() = Creëert een lege lijst of verandert een iterabele in een lijst.
• set() = Creëert een lege set of verandert een iterabele in een set.
• str() = Verandert objecten in tekenreeksen.
• tuple() = Verandert iterables in tupels.
• type() = kan worden gebruikt om het type van een variabele te controleren
Waarom functies:
- Is een geïsoleerd stuk code dat een naam heeft, parameters ophaalt en een waarde retourneert
- Encapsulation: en stukje nuttige code in een functie verpakken, zodat deze kan worden gebruikt
zonder kennis van de details
- Geleralization: een stukje code bruikbaar maken in uiteenlopende omstandigheden door middel van
parameters
- Manageability: een complex programma opdelen in gemakkelijk te beheren stukken
- Maintainability: betekenisvolle namen gebruiken om het programma beter leesbaar en begrijpelijk
te maken
- Reusability: een goede functie kan in meerdere programma's nuttig zijn
- Recursion/herhaling
Zelf een functie maken/Functies definiëren
-> Functies en de onderdelen
, ● Functie: naam die verwijst naar een blok uitvoerbare code.
● Parameter: variabele die wordt gebruikt voor de input van een functie.
● Argument: variabele die je invult bij het aanroepen van de functie.
● Docstring: String op de eerste regel na de functie-definitie, die beschrijft wat de functie doet.
● Return-statement: commando om de functie te beëindigen, en een variabele terug te geven
(krijgen we een waarde in de functie terug om te gebruiken in berekeningen daarna)
● None: speciale waarde binnen Python, die ‘niets’ representeert. Wordt teruggegeven als er
geen return-statement is, of als er geen waarde gespecificeerd wordt om terug te geven.
● Lokale variabele: variabele die alleen binnen een bepaalde context beschikbaar is.
● Globale variabele: variabele die algemeen beschikbaar is.
-> Helpt bij het testen van onderdelen van de code (de code wordt opgesplitst): Leesbaar, voorkomt
herhaling, in combinatie met parameters worden functions meer flexibel en bruikbaar
-> Functie activeren is de functienaam nogmaals typen met () erachter
-> Wat binnen de functie staat blijft binnen de functie, dus verandert niet een andere variabele
buiten de functie genoemd (alleen bij mutable variabelen kan dat wel (list en dictionaries))
1) Type def
2) Type de naam die u uw functie wilt geven
3) Een reeks haakjes die de argument(en) van de functie bevatten
4) Een dubbele punt
5) Een docstring die beschrijft wat de functie doet (“”” print ........ “””)
6) De functiedefinitie
7) Eindigen met een retourverklaring (return functie = output)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller KHnx. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.05. You're not tied to anything after your purchase.