Summary
Samenvatting Cursus Belastingrecht Formeel Belastingrecht - Formeel belastingrecht
- Course
- Institution
- Book
Samenvatting Belastingrecht Formeel
[Show more]
Connected book
Book Title:
Author(s):
- Edition:
- ISBN:
- Edition:
Seller
Follow
nuria109506
Reviews received
Content preview
Samenvatting Formeel belastingrecht:H1. Algemeen
Het formeel belastingrecht is voor een belangrijk deel te vinden in de awb, AWR, IW.
Overige bronnen:
- EVRM
- ivbpr
- strafrecht
- strafvordeing
In AWR algemene regels opgensrecht. Dat betekent dat uitgangspunt is dat de AWB voor
het belastingrecht geldt. AWR is de lex speciales van de AWB.
Titel 5.2 en afdeling 10.2.1 van AWB is niet van toepassing op de heffing van belasting art 1
lid 3 AWR.
De belangrijkste afwijking van awb die in awr te vinden is, ligt in de vormgeving van de
rechtsberscherming. De awb voorziet in een open stelsel van rechtbescherming. Dat
betekent dat tegen elk besluit van een bestuursorgaan een beroep openstaat. Dat is
vormgegeven in art 8:1 en 7:1 Awb. Dit geldt niet voor het belastingrecht. Daar is sprake van
een gesloten stelsel zie art 26 lid 1 awr, tegen ingevolge de belstingwet genomen besluit kan
slechts beroep worden ingesteld als het een belastingaanslag betreft of een voor bezwaar
vatbare beschikking. Hiervan is alleen sprake als de wet uitdrukkelijk bepaalt dat die
beschikking voor bezwaar vatbaar is bv de voldoening, afdracht of inhouding van belasting
door een inhoudingsplichtige is voor bezwaar vatbaar.
art 8 lid 2 awr het doen van aangifte is geen aanvraag dus ook de awb niet van toepassing.
Iw:
Dit regelt de invoerdeing van rijksbelasingen. Belangrijke delen van de Awb zijn hierop niet
van toepassing. Zie in bijzonder art 1 lid 2 IW dat bepaad dat art 3:40 Awb, TITEL 4.1 ™ 4.4,
ART 4:125, TITEL 5.2, H 6, H7 EN TITEL 10.2.1 niet van toepassing is op de IW.
Ook h8 in beginsel niet van toepassing zie art 8:5 AWB.
Tegen besluiten van de ontvanger, kan doordoor in het algemeen niet worden opgekomen
bij de bestuursrechter of belastingrechter, anders als het voor bezwaar vatbare beschikking
is.
AWR:
reikwijdte, zie art 1 en 2 AWR.
ART 1 lid 1 awr geldt bij heffing van rijksbelasitngen, lid 2 definieert rijksbelastingen als
belastingen die van rijkswege door de rijksbelastingdienst worden geheven, ook accijnzen.
Art 2 lid 3 awr rijk der Nederlanden bestaat uit NL en BES eilanden.
Daarnaast is awr ook van toepassing op de heffing belastingrente, revisierente en
bestuurlijke boete zie art 1 lid 1 awr.
Ook van toepassing op bij de uitvoering van de basisregistratie inkomen. Ook op lokale
heffingen van toepassing.
Iw reikwijdte:
art 1 lid 1 van toepassing bij de invordering van rijksbelasatingen, zie art 2 lid 1 wat
hieronder wordt verstaan hetzelfde als art 1 awr maar ook de invoer en uitvoer bedoeld in art
7:3 algemene douanewet. De invorderingswet is van overeenkomstige toepassing op de
1
,heffing van premies volksverzekeringen en werknemersverzekering zie art 60 wfsv. Ook
gemeentebelasting.
H2 Wijze van heffing:
§2.2.1.1. Definitieve of primitieve aanslag
Taak inspecteur:
Art 11 awr stelt inspecteur aanslag vast. Welke inspecteur competent is, is te vinden in art 3
awr jo art 5 uitvoeringsregling belastingdienst 2003.
art 11 lid 2 awr de inspecteur kan van de aangifte afwijken of aanslag ambtshalve
vaststellen. Zal enkel ambtshalve vaststellen als hij niet over een aangifte beschikt, meestal
uitgenodigd tot doen van aangifte want te weinig gegevens.
Op de regel dat de inspecteur de aanslag vaststelt bestaat een uitzondering in art 9.4 lid 6
Ib, deze wordt geacht te zijn vastgesteld na afloop van de aanslagtermijn. Als een of meer
voorlopige teruggaven zijn vastgelsted en niet eerder een aanslag is of moest worden
opgelegd. De aanslag wordt dan fictief vastgesteld.
Inspecteur mag in beginel uitgaan van de juistheid van aangifte. Verwacht wordt normale
zorgvuldigheid kennis te nemen. Nader ondrzoek is vereist als hij in redelijkheid moet
twijfelen aan de juistheid van de gegevens in de aangifte. Als hij dat nalaat pleegt hij een
ambtelijk verzuim. Het vermoeden moet wel voldoende sterk zijn.
Rechtskarakter aanslag:
In termen van awb kan de aanslag worden gezien als een beschikking, een schriftelijke
beslissing van een bestuursorgaan inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling art
1:3 lid 1 AWB. Bij de aanslag wordt de verplichting tot het betalen van een geldsom
vastgesteld, deze moet worden vastegesteld bij beschikking art 4:86 awb. Art 8 lid 2 awr het
doen van aangifte is geen aanvraag in de zin van art 1:3 awb.
In de aanslag kan een fictieve verliesbeschiking zijn begrepen. De verliesbeschikking is in
termen van de awb een beslissing die betrekking heeft op de voorbereiding van een besluit,
een deelbeschikking. Hier kan geen bezwaar tegen worden ingesteld zie art 6:3 awb.
Ter onderscheiding van de andere belastingaanslagen (naheffingsaanslag, conserverende,
navording) wordt de aanslag ook wel de definitieve of primiteive aanslag genoemd.
Functie aanslag:
Hiermee wordt de materiële belastingschuld geformaliseerd. Het heeft een declaratorisch
karakter: de aanslag legt vast wat al bestond. art 5 lid 1 awr de inspecteur stelt de aanslag
vast door ter zake daarvan een aanslagbiljet op te maken. Vervolgens stelt de inspecteur het
aanslagbiljet aan de ontvanger ter hand ter invordeing van de daaruit blijkende
belastingschuld. Het heeft dus ook een rechtscheppend of constitutief karakter.
Het proces is vergaangd geautomatieseerd.
Waar in awr aanslag staat wordt bedoeld bruto-aanslag.
Beschikking geen aanslag:
Inspecteur kan ook besluiten geen aanslag op te leggen, moet dan wel in voor bezwaar
vatbare beschikking zie art 12 awr. Met art 12 awr is rechtszekerheid beoogd. Indien toch
nog navordering moet aan de in art 15 awr gestelde eisen worden voldaan.
2
,Voor toepassing van art 12 moet aangifte zijn gedaan en dit moet tijdig binnen 5 jaar na
afloop kalenderjaar. Dus art 12 alleen betekenis voor de ib als niet binnen 5 jaar aangifte is
gedaan en niet meer dan 46 hoeft te worden betaald.
art 25a vpb jo 5 uitvoeringsbeschikking bevat eveneens een bijzondere regeling waarin het
toepassingsbereik van art 12 awr wordt beperkt. Hier wil zeggen tijdig binnen 3 jaar. Als
geen aanslag wordt opgelegd, worden voorheffingen niet verrekend.
Tenaamstelling van de aanslag:
Als er meerdere personenen belastingplichtig zijn ten aanzien van 1 belastbaar feit zoals
kan voorkomen bij lokale heffingen en er geen aanfigte is gedaan en de wet niet voorziet in
een specifieke regeling kan de inspeceur in beginsel alle belastingpichtigen in de heffing
betrekken. 2 mogelijkheen.
1. alle belastingplichtigen tezamen een aanslag opleggen
2. alleen 1 aan te slaan -> in beide gevallen namelijk hoofdelijk aansprakelijk
In kader van schenkbelasting is het niet toegestaan om een aanslag op te leggen aan
meredere verkrijgers tezamen in plaats van aan de afzonderlijke verkrijgers (vernietigbaar).
Ook als iemand overleeft, nog steeds ten name van die persoon opleggen.
Bekendmaking van de aanslag
art 5 lid 1 derde volzin awr bepaalt dat de inspecteur de aanslag ter hand stelt aan de
ontvanger. Op grond van art 8 lid 1 IW vindt bekendmaking plaats door middel van een
aanslagbilet.
De bekendmaking is geen voorwaarde voor de totstandkoming van de aanslag. Op grond
van art 6:22 awb kan een besluit ondanks schending van een rechtsregel in stand worden
gelaten als blijkt dat de belanghebbende daardoor niet is benadeeld.
Vormvoorschriften jur:
- naam belastingplichtige
- bedrag verschuldigde belasting
- ook op welke belasting ziet
- art 5 lid 1 awr jo 9 iw gedagtekend -> anders geen bezwaartermijn en ook geen
invordering aanvangen
- dit geldt ook als niet op voorgeschreven wijze bekend is gemaakt.
- dagtekening ook van belang of binnen termijn is opgelegd
- ingevolgen 3:45 AWB ook een rechtsmiddelverzijzing bevatten
§2.2.1.2 Voorlopige aanslagen
Een voorlopige aanslag kan amtshalve of op vezoek van belastingplichtige worden
opgelegd. Art 13 lid 4 bepaalt dat een verzoek geen aanvraag is in zin van art 1:3 lid 3 AWB,
zodat de beslistermijn voor de aanvraag niet van toepassing zijn.
Onderscheid maken tussen tijdvakbelasitng: belasting waarijbij de grootte pas na afloop van
tijdstip kan worden bepaald en tijdstipbelasting: waarbij de belastingschul op een bepaald
tijdstip ontstaat. ART 13 AWR bevat een regling voor het opleggen van voorlopige
aanslagen bij aanslagbelastingen. ART 14 AWR voorziet in een regling voor
tijdstipbelastingen.
Voorlopgie aansalgen bij tijdvakbelastingen:
3
, Op grond van art 13 awr kan voorlopige aanslag bij tijdvakbelasting tot ten hoogste het
bedrag waarop de aanslag na verrekenig van voorheffing en voorlopige aansalgen zal
worden vastgesteld (netto aanslag).
Bij negatief bedrag is er sprake van voorlopige teruggave.
In uitv.reg. AWR in art 13 lid 1 AWR bedoelde ministeriële zijn regels opgenomen voor het
opleggen van voorlopgie aanslagen in IB en vpb.
IB wordt gebasserd op gegevens die hebben gediend ter vaststelling van de meest recente
belastingaanslag over het meest recente belastingjaar.
VPB gekeken naar de gegevens die hebben gediend ter vaststellign van de meest recente
belastingaanslag over elk van de twee voorgande jaren.
Art 24 uitv.reg. verplicht de belastingplichtige de inspecteur op de hoogte te houden van de
wijzigingen die relevant zijn voor opgegelgde en op te leggen voorlopgie aanslagen IB.
Art 13 lid 5 inspecteur kan ook afzien van voorlopgie aanslag bij gerede twijfel over juistheid
-> is overbodig want is al een descritionaire bevoegdheid.
Voorlopgie aanslagen bij tijdstipbelastingen:
art 14 awr aan deze delegatiebevoegdheid is geen uitvoering gegeven.
Verhouding tot aanslag:
Op grond van art 15 awr worden voorlopige aanslagen verrekend met definitieve aanslag of
bij afzondelijk te nemen beschikking. Desondanks blijft bezwaar en beroep voor voorlopige
aanslag van belang omdat hieruit voorvloeit en belastingplicht.
Binding inspecteur aan voorlopige aanslag:
Voorlopige aanslag is een schatting daarom in beginsel ook niet gebonden. Dit is slechts
anders bij bijzondere omstandigheden een andere indruk gewekt is.
Rechtsbescherming tegen voorlopige aanslag:
Het is geen zelfsandige beschikking, maar een belissing ter voorbereiding van een besluit,
de aansalg. Hier staat art 6:3 Awb geen bezwaar beroep open. Maar art 26 awr toch
mogelijk in bezwaar en beroep jo 2 lid 3 sub e AWR wordt ook bedoelt voorlopige aanslag.
Maar art 9.5 lid 3 IB bepaalt weer dat voorlopige aanslagen niet voor bezwaar vatbaar zijn.
wel kan om herziening worden verzocht. Pas als de herziening is afgewezen dan kan
bezwaar in worden gesteld. En op grond van art 26 kan bij negatief bezwaar weer beroep in
worden gesteld.
Voorlopgie aanslag en belastingrente:
Over postieve voorlopgie aanslag ib of vpb wordt op grond van art 30f awr belastingrente in
rekening gebracht. Binnen 3 maanden na indieng van de aanfgifte een defintieve aansalg
vast te stellen en als het niet lukt binnen die termijn en voorlopgie aanslag vast te stelelen.
Volgens hr is mogelijk om een positieve aanslag te vereken te verminderen met een
negatieve aanslag. Het evenredigheidsbeginsel verplicht hem om als hij kiest voor
ambtshalve vermindering aan de betrokkene het rentenadeel te vergoeden.
§2.2.1.3 Voorheffing
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nuria109506. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $16.68. You're not tied to anything after your purchase.
Can Stuvia be trusted?
4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)
66579 documents were sold in the last 30 days
Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now