100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting OWG 2.10 Wondgenezing $6.96
Add to cart

Summary

Samenvatting OWG 2.10 Wondgenezing

 3 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Uitgewerkte OWG over de fysiologie van de wondgenezing en het geneze van rupturen. Inclusief probleemstelling en leerdoelen.

Preview 2 out of 12  pages

  • January 12, 2024
  • 12
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
OWG 2.10 Wondgenezing
Probleemstelling: Hoe verloopt de wondgenezing?

Leerdoelen:
1. Welke fases van wondgenezing zijn er en wat gebeurd hierin?
2. Welke soorten wonden zijn er en hoe verschillen zij in genezing?
3. Wat houdt het TIME-model in en hoe gebruik je deze?
4. Hoe geneest het placentabed, een ruptuur, episiotomie en sectio wond, en wat is het verschil
hiertussen?
5. Welke adviezen geeft de verloskundige voor het bevorderen van de wondgenezing en waarom?
6. Waarom wel of niet hechten van een ruptuur?

, 1. Welke fases van wondgenezing zijn er en wat gebeurt hierin?

4 fases wondgenezing:

Hemostase

Proces waardoor bloedingen worden gestopt en voorkomt dat bloed verloren gaat door de wanden
van beschadigde bloedvaten.
3 fases binnen hemostase:
1. Vasculaire fase ➔ bij beschadiging van een bloedvat trekken de gladde spiervezels in de
bloedvatwand samen, waardoor de diameter van het bloedvat kleiner wordt. Door deze plaatselijke
contractie (vaatspasme) wordt het bloedverlies door de vaatwand verminderd of zelfs gestopt. Dit
duurt ongeveer 30 minuten.
De membranen van de endotheelcellen in het bloedvat worden kleverig op de plaats van de
verwonding. In hele kleine capillairen kunnen de cellen samenkleven en een doorgang volledig
afsluiten.
2. Bloedplaatjesfase ➔ binnen 15 seconde na de verwonding beginnen bloedplaatjes (trombocyten)
zich te hechten aan blootliggend collageen door de Von Willebrandfactor.
Von Willebrandfactor ➔ Als een bloedvat beschadigd raakt, komt collageen dat zich in de vaatwand
bevindt in contact met bloed. De Von willebrandfactor bindt aan dit collageen, zodat de
bloedstolling wordt geactiveerd. Geactiveerde Von willebrandfactor zorgt voor aantrekking van
trombocyten en ook voor verkleving van trombocyten onderling, waardoor een stolsel gevormd
wordt dat de bloeding stopt. Verder dient de Von Willebrandfactor als transporteiwit voor
stollingsfactor VIII.
De trombocyten produceren prostaglandine tromboxaan, wat zorgt voor de vasoconstrictie en het
stimuleert passerende trombocyten tot kleven aan de al aan de vaatwand klevende trombocyten.
Zo ontstaat er een zwakke hemostatische prop die nog gestabiliseerd moet worden met fibrine
draden. Deze prop sluit de kapotte vaatwand, maar is nog niet stevig.
3. Coagulatie fase ➔ begint 30 seconden of langer na verwonding. De coagulatie (bloedstolling) is
een reeks van reacties die leidt tot de omzetting van fibrinogeen in fibrine. Fibrinogeen zit opgelost
in bloedplasma. De fibrinedraden die worden gevormd vormen een soort spinnenweb en vangen alle
bloedplaatjes en erytrocyten op. Zo ontstaat een bloedstolsel dat de beschadigde bloedvatwand
afdicht.
De bloedstolling kan alleen normaal verlopen als de noodzakelijke stollingsfactoren in het
bloedplasma zijn opgelost.
Stollingsfactoren ➔ calciumionen en 11 verschillende plasma-eiwitten. Deze worden omgezet in
actieve enzymen die deelreacties van het stollingsrespons katalyseren.
Bijna alle stollingseiwitten worden in de lever gesynthetiseerd, behalve factor VIII.
Antitrombine III en proteïne C inactiveren geactiveerde stollingsfactoren.
Factor XII die contact maakt met beschadigd endotheel activeert de intrinsieke keten.
Extrinsieke keten ➔ begint buiten de bloedsomloop, in de bloedvatwand (snel)
Intrinsieke keten ➔ begint in bloedsomloop (langzaam)
Gemeenschappelijke keten ➔ hier verenigen de extrinsieke- en intrinsieke keten zich via activering
van factor X.
Extrinsieke keten
Beschadigde endotheelcellen of beschadigde perifere weefsels geven de weefselfactor (lipoproteïne)
af. Hoe groter de beschadiging, hoe meer afgifte van de weefselfactor, hoe sneller de stolling begint.
Vervolgens reageert de weefselfactor met calciumionen en stollingsfactor VII, zo ontstaat een enzym
dat factor X kan activeren.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller marlyhanraets. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.96. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53022 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.96
  • (0)
Add to cart
Added