Volledige samenvatting Hoofdzaken van het Bestuursrecht, 10e druk. Auteurs: prof. mr. drs. F.C.M.A. Michiels, dr. mr. A.B. Blomberg, mr. dr. L.A.J. Spaans. Het hele boek is behandeld, dus je hoeft bij het aanschaffen van deze samenvatting niet meer het boek te kopen. Plaatjes uit het boek staan ook...
1.2 Wat is bestuursrecht?
Het bestuursrecht heeft betrekking op het openbaar bestuur, op hetgeen het openbaar
bestuur doet en op zijn relatie tot de burgers. Tot het openbaar bestuur behoren de
besturen van gemeenten, provincies en waterschappen, de ministeries en vele andere
overheidsinstanties. Wát het bestuursrecht regelt, is samen te vatten in vijf hoofdvragen:
- Hoe is het bestuur georganiseerd?
- Welke bevoegdheden heeft het bestuur?
- Aan welke rechtsnormen heeft het bestuur zich te houden?
- Hoe kan het bestuur ervoor zorgen dat burgers zich aan de voor hen geldende
rechtsnormen houden?
- Welke juridische bescherming is er voor burgers tegen beslissingen en handelingen
van het openbaar bestuur?
Deze vijf hoofdvragen kunnen worden samengevat in de vijf trefwoorden: organisatie,
bevoegdheden, normering, handhaving, rechtsbescherming. Deze onderwerpen vormen de
hoofdzaken van het bestuursrecht.
Bijzondere delen en algemeen deel van het bestuursrecht
Voor veel onderdelen van het bestuursrecht, meestal bijzondere delen genoemd, bestaan
aparte namen die corresponderen met de afzonderlijke beleidsterreinen. Een bijzonder deel
van het bestuursrecht is bijvoorbeeld het omgevingsrecht. Hieronder valt dan bijvoorbeeld
weer het milieurecht, het waterrecht en het financieel bestuursrecht.
Hoe bestuursorganen aan bevoegdheden komen om besluiten te nemen en andere
handelingen te verrichten, welke typen bestuursbesluiten kunnen worden onderscheiden,
hoe bestuursorganen het recht kunnen handhaven, zijn vragen die in alle bijzondere delen
van belang zijn. Rond die vragen zijn wettelijke bepalingen opgesteld, is jurisprudentie
ontwikkeld en zijn algemene leerstukken opgebouwd. Daarom wordt naast de bijzondere
delen ook een algemeen deel van het bestuursrecht onderscheiden, waartoe de centrale
onderwerpen en leerstukken van het bestuursrecht behoren en waarop met name de
Algemene wet bestuursrecht betrekking heeft. Hier gaat het dan bijvoorbeeld over
rechtsbescherming en besluitvorming.
1
,1.3 Het belang en de plaats van het bestuursrecht
Het bestuursrecht is van maatschappelijk belang. De overheid is namelijk vaak de persoon
die je moet aanspreken als je iets wilt veranderen/ bereiken. Denk dan bijvoorbeeld aan
uitkeringen of toeslagen. Zo is de overheid ook de persoon die ervoor kan zorgen dat grote
infrastructurele projecten, zoals spoorwegen, worden aangelegd. Bij vele ruimtelijke plannen
moeten talloze vergunningen aangevraagd worden, etc. Het bestuursrecht ‘bemoeit zich’
dus met enorm veel facetten van het maatschappelijke leven.
Dit komt deels doordat de overheid meer taken naar zich toe getrokken heeft, maar ook
omdat mensen mondiger geworden zijn en een sterke behoefte kregen aan (uitgebreide)
rechtsbescherming.
De samenleving is in hoge mate gejuridiseerd. Regelmatig wordt daardoor de vraag
gesteld of dit niet te ver is doorgeschoten, en wordt deregulering bepleit.
Gezegd kan worden dat met de grotere rol die de overheid in onze samenleving is gaan
spelen ook het bestuursrecht noodzakelijkerwijs is gegroeid, zowel in de sfeer van de
bestuurlijke bevoegdheden als wat betreft de bescherming van de burgers.
1.4 Nederlands bestuursrecht en Europees bestuursrecht
Nederlands bestuursrecht is verweven met Europees (en internationaal) bestuursrecht,
zowel met het EU-recht als met de mensenrechtenverdragen. Het zijn vooral Nederlandse
organen die het EU-recht in Nederland toepassen, en zijn het Nederlandse
(bestuurs)rechters die die toepassing beoordelen.
2
, Hoofdstuk 2, Kenmerken van het bestuursrecht
2.1 Inleiding; een casus
Nederland is een democratische rechtsstaat. Om de doelen van een democratische
rechtsstaat te bereiken, moet aan vier fundamentele eisen worden voldaan: wetmatigheid
van bestuur, rechterlijke controle, evenwicht tussen de verschillende ‘machten’ (wetgevende,
uitvoerende en rechtsprekende macht) en eerbiediging van grondrechten.
2.2 Twee uitgangspunten
Het legaliteitsvereiste (legaliteitsbeginsel)
De overheid mag burgers iets verbieden of gebieden, inclusief het afstaan van geld en
goederen, doch uitsluitend voor zover de wet dat uitdrukkelijk toestaat (legaliteitsvereiste).
De reden waarom burgers uiteindelijk bereid zijn om deze ‘legale roof’ te aanvaarden, is dat
de betrokken bevoegdheden op een democratisch tot stand gekomen wet (in formele zin)
berusten en op een zorgvuldige wijze worden uitgeoefend.
Bij het bestuursrechtelijke legaliteitsvereiste ligt het accent op de voor een bevoegdheid
van een bestuursorgaan benodigde wettelijke grondslag. De overheid mag dan niet iets
(ingrijpends) doen, wat niet in de wet staat. Bestuursorganen moeten de hen gegeven
bevoegdheden vervolgens uiteraard in overeenkomst met de daarvoor geldende wettelijke
regels en rechtsbeginselen uitvoeren.
Het specialiteitsbeginsel
De overheid behartigt het algemeen belang. Nu omvat het algemene belang vele belangen,
die ook weleens met elkaar in strijd kunnen zijn en de overheid moet dan afwegen welk
belang prevaleert. Wetten dienen daarom een (min of meer) specifiek belang, en geven
aan een of meer organen nauwkeurig omschreven bevoegdheden om dat specifieke belang
te behartigen. Daarmee wordt het bestuur in de teugels gehouden en heeft de rechter een
maatstaf waarmee het bestuurlijke optreden kan toetsen. Het bestuur mag bij het gebruik
van een bevoegdheid, toegekend in een bepaalde wettelijke regeling, dus slechts het belang
behartigen waarvoor die regeling speciaal is vastgesteld.
2.3 De structuur van de bestuursrechtelijke normstelling
Normadressaten
Het bestuursrecht kent vele wetten, regelingen, voorschriften etc. die normen bevatten.
Deze normen kunnen zijn voor de wetgever zelf, bestuursorganen, maar meestal zijn ze
gericht op burgers, waaronder bedrijven en instellingen. Er zijn normen die bedoeld zijn voor
overheidsinstanties; meer juridisch gezegd: die overheidsinstanties als geadresseerde
(adressaat) hebben.
Hiërarchische opbouw van het normenstelsel
De staats- en bestuursrechtelijke regels kennen een hiërarchische opbouw. Een lagere
regeling mag daarbij niet in strijd komen met een hogere. De meeste regels gelden voor een
onbepaald aantal gevallen, maar er zijn ook voorschriften en dergelijke die verbonden zijn
aan besluiten voor individuele gevallen (beschikkingen).
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller HugoBR. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.98. You're not tied to anything after your purchase.