De samenvatting is gemaakt op basis van de lesopnames, het boek en de pwp slides. Alles wat gekend moet worden staat erin + duidelijke uitleg bij experimenten & eventuele moeilijke begrippen. Samenvatting van communicatiewetenschappen, 1ste bachelor olv Heidi Vandebosch. Jaar
Communicatiewetenschap: Hoofdstuk 1
Inleiding
Inzicht in communicatie nuttig voor sociologen, pol wetenschappers,…
Media is een speciale bron, we leren ook wat het ideale lichaamsbeeld is, wie
wordt er getoond? Wat krijgt er waardering?
Ook in politieke domein, politici communiceren ook op social media (bv.
Tiktok)
Economisch standpunt: ook belangrijk, bedrijven streven winst na
Influencers bereiken grote groep mensen, bedrijven gebruiken vaak
influencers om zo winst te maken.
Donald Trump: testen, hoe zouden games tot geweld leiden, we gaan onderzoek doen.
- Bv.: Social learning theory: mensen kunnen leren van modellen. Kinderen die
enge films kijken gaan ze dat nadoen? Als iemand agressief is en dat wordt
beloond gaan kinderen die daden ook rapper doen.
- Bv.: Excitation transfer theory: mensen die aan het gamen zijn kunnen daaruit
plezier halen, waardoor je later misschien ook agressiever weer gaat reageren.
Pas ontstaan na de 2de wereldoorlog
Aristoteles: De persoon zelf speelt een belangrijke rol (de communicator), de
argumenten die die persoon aanhaalt, rekening houden met wie voor je zit (wie is het
publiek maw)
Woordenboekdefinities: transmissie (het meedelen van iets, nadruk op de persoon die
iets gaat meedelen). Van een zender naar een ontvanger (eenrichtingsverkeer) OF
gemeenschappelijk maken niet alleen een zender die initiatief neemt maar ook nog
een andere partij (de ontvanger)
2 perspectieven op communicatie
1.) Processchool: ziet communicatie als transmissie van boodschappen
De zender gaat het communicatieproces gaan starten, heeft een doel, creert die
boodschappen
Vaak is er een intentie aan de kant van de zender, communicatie=
beinvloedingsproces: Bv.: Adverteerders proberen ons te overtuigen om
bepaalde diensten te kopen.
Sterk de focus ook op wat niet bereikt is, welk effect niet bereikt is
Ook de handelingen belangrijk, acts staan centraal
2.) Betekeniscreatieschool: ziet communicatie als productie en uitwisseling van
betekenissen
Hoe gaan zender als ontvanger betekenis gaan creeeren + boodschappen.
Afwijkingen tussen zender en ontvanger niet noodzakelijk een fout
beschouwd. Afhankelijk van wie de ontvanger is; een serie, programma
kunnen door mensen anders ervaren worden, kunnen door sommige als
aanstootgevend beschouwd worden enzovoort.
Semiotiek= de betekenisleer
Kijken naar mediateksten die worden gecreeerd, teksten= krantenartikel, boek,
… wat vind je erin terug van de zender? Wat kan dat van betekenissen
creeeren bij de ontvanger?
Zowel zender als ontvanger staan centraal en de manier hoe zij betekenis gaan
creeeren.
Bv.: fc de kampioenen= zitten thema’s in waar nu anders naar wordt gekeken,
interpretaties kunnen evolueren.
, Andere voorbeelden van communicatie (bicky burger) manier waarop
bedrijven communiceren kan ook op kritiek botsen. Processchool zou zeggen
bij de chips, hier is het misgelopen, het doel wordt hier niet bereikt.
Voorbeelden (pwp)
1.) Ja, het niet reageren is sprake van communicatie, ook de rol van emoties, de
boodschap is gestuurd ongeacht als de vrouw nu reageert of niet.
2.) Niet onder controle, is onbewust
3.) Ja, doel wordt niet bereikt
Breekpunten/ discussiepunt
1.) Intentionaliteit: is het belangrijk dat iemand de intentie heeft om te communiceren
4 situaties
Bedoelt= actief
Niet bedoelt= passief
Situatie 1: er wordt intentioneel iets verstuurd als ontvangen= leerkracht
brengt boodschap over naar ons, en wij luisteren naar de uitleg
Situatie 2: Leerkracht verteld iets, leerlingen afwezig of wij luisteren
ongeinteresseerd, we zijn verveeld.
Situatie 3: Student op examen die rood wordt. Hij heeft niet de bedoeling om
dat uit te stralen maar de docent geeft dat wel een betekenis
Situatie 4: je loopt over de Meir, je geeft bepaalde indrukken aan mensen door
de manier hoe je loopt, je kleed. Zonder dat je daar intentioneel mee bezig
houdt. Mensen die jou voorbijlopen hebben ook een bepaalde perceptie zonder
dat ze dat bedoeld doen.
Teleologische opvatting= doel
Alleen communicatie in situatie 1: De zender heeft een bedoeling om bij de
ontvanger een bepaalde uitkomst te produceren.
Gedragsopvatting: non verbale communicatie: ook al zwijgt een persoon, aan je
gezichtsuitdrukking kun je al zeer veel afleiden.
De teleologische opvatting zegt dan weer dat niet alle gedrag communicatief is, maar
wel informatief= dus communicatie is 1,2,3,4
Probleem: intentionaliteit vaak moeilijk vast te stellen.
2.) Geslaagdheid
“Er was communicatie tussen ons”, “connectie met publiek”,…. Is het
geslaagd? Er is pas echt communicatie pas als deze geslaagd is.
Geslaagde communicatie is :
1.) Expressie= moet boodschap geformuleerd worden
2.) Transmissie: boodschap moet verzonden worden
3.) Ox: moet toekomen bij de ontvanger
4.) Moet geinterpreteerd worden zoals bedoelt door de ontvanger
5.) Boodschap moet ook uitwerking hebben zoals bedoelt. (zie pwp)
3.) Eenrichtingsverkeer of tweerichtingsverkeer
Volgens de processchool is eenrichtingspijltje voldoende (Als A iets zegt
tegen B is dat communicatie, de reactie van B op A is een nieuw
communicatieproces (de feedback)
Interpersoonlijke communicatie (face to face) de interactie is pas
communicatie.
4.) Observatieniveau
Meestal beperkt men zich tot “menselijke communicatie”
Bv.: communicatie tussen 2 cellen of tussen dieren
Binnen de menselijke heb je ook nog andere communicatieniveaus
, 1.) Intrapersoonlijk
2.) Interpersoonlijk
3.) Communicatie in kleine groepen (groepscommunicatie)
4.) Organisatiecommunicatie
5.) Massacommunicatie
Intrapersoonlijke communicatie wordt meestal niet te veel aangehaald.
(Communicatie binnen 1 persoon, dus praten tegen jezelf)
Elementen in het communicatieproces
Niet menselijke communicatie: Chatgpt
1.) Bron/zender
- zender encodeert en zendt door naar de ontvanger
- Macht van de zender (boodschappen versturen om de ontvangers te
beinvloeden.
- Zender is dus zeer actief en ontvanger passief.
2.) Ontvanger
- De ontvanger decodeert de boodschap en interpreteert die.
3.) Boodschap
- Verbale of niet verbale stimuli (praten of via social media,..)
- Boodschappen zijn tekens en worden gekenmerkt door de signifiant (de
betekenaar) vb. een woord of een gebaar, de signifié (de betekenis)
- Tekens kunnen worden ingedeeld in 3 categorieen:
1.) Symbolen: geen natuurlijke relatie tussen betekenaar en betekende, op
een bewuste of onbewuste manier naar iets in de realitiet verwijzen.
Een zelfde object kan door verschillende betekenaars opgeroepen
worden (bv. Chair in het Engels). Dus de signifiants kunnen
verschillen maar de signifies blijven het zelfde, men denkt aan het
zelfde gewoon in een andere taal.
2.) Iconen: gelijkennis tussen signifiant en signifié: een blij emoji is een
icoon van een blij gezicht, de wc stelt dus voorwaar je kunt gaan
plassen, een foto van je gezicht is een icoon van jou,….
3.) Indices: donkere wolken zijn een index van regen (A verwijst naar B),
rookwolken zijn een index van vuur,…
Repertorium van tekens: (en) coderen en decoderen
- Voorbeeld van decoderen: “wat doe je dit weekend?”
- Wij begrijpen dit volledig, wij begrijpen de taal, maar soms heb je
nog meer nodig om echt te weten wat de bedoeling is van de zender.
- Het correcte antwoord zou zijn ik doe dit en dit maar de vraag kan
ook gesteld worden door iemand die je niet zo goed kent. En dan
verwacht je dus een antwoord als ah ik ga dit doen dit weekend dus
je moet eigenlijk verder gaan nadenken.
5.) Signaal
- Dragers van tekens (bv. Luchttrillingen, lichtgolven) De klanken die wij
produceren als we praten
6.) Kanaal
- Dragers van die signalen (bv. Telefoonlijn, lucht, buizen)
7.) Medium
- Telefoontoestel is het medium
- Medium is een object dat een boodschap draagt
, - Technisch middel: tv toestel, telefoontoestel
- Stemband
Social media is dat media (een medium) volgens de definitie?
- Geen object (instgram,…)
- Ook geen technische middelen
- Geen medium volgens de klassieke definitie.
Elementen van het communicatieproces
Indeling Bordewijk en Van Kaam
Centraal vs individueel
Je krijgt 4 communicatiestromen
1.) Allocutie: Er is een centrale bron die de informatie creeert, die bepaalt
waarover het zal gaan, bepaalt ook wanneer die informatie zal verstuurd
worden.
Bv.: klassieke televisieuitzendingen, werden gecreerd door tv-organisaties en
die inhoud werd in een programmatie gestoken. De zender bepaalde dus wat je
kon bekijken en welk tijdsstip. Macht lag bij de tv-zenders. Zender die zich tot
groot publiek richt.
2.) Registratie: informatie ligt bij indvidu, maar wordt op een bepaald
tijdsstip opgevraagd door een centrale bron.
Bv.: de kijkmeter, wordt ingezet om informatie te verzamelen over hoeveel
mensen en welke soort mensen kijken naar bepaalde programa’s op welke
tijdsstippen. Het houdt bij naar welk programma er gekeken wordt. Informatie
bij individu, maar centrale bron gaat de gegevens opvragen.
Bv.: tomorrowbandje: er zitten gegevens in die centraal bekeken worden.
3.) Consultatie: informatie ligt bij centrale bron, maar individu bepaalt
wanneer hij die informatie wilt raadplegen of consulteren.
Bv.: naar de bib gaan en databanken daar gaat raadplegen.
4.) Conversatie: informatiestroom tussen 2 individuen. Of via gsm,
messenger,…
8.) Ruis
- Belemmert de ontvangst van een boodschap
1.) fysieke ruis: aanwezig in een kanaal
Bv.: kanaalruis: door een tunnel rijden, beeld dat verstoord wordt, in een lift, error op
google
2.) Psychologische ruis: ligt aan de persoon zelf, kan de boodschap niet goed
ontvangen.
Bv.: gestresseerd zijn en niet goed horen wat er wordt gezegd
3.) Fysiologische ruis: hoofdpijn, ziek zijn,..
4.) Semantische ruis: zender en ontvanger beschikken niet over dezelfde code.
Bv.: het spreken van een andere taal, kunnen niet communiceren, of omdat er in een
bepaald jargon wordt gesproken waarbij woorden worden gezegd die je niet verstaat.
Of google translate die iets fout vertaald
Middelen om ruis te bestrijden?
Je staat bv. In een drukke ruimte (kanaalruis)=> stemvolume toenemen, praten
in oor van andere persoon, of teken van 2 pintjes
9.) Feedback
Verbaal of non-verbaal
Verbaal: een vraag om verduidelijking
Non-verbaal: een vreemde blik geven aan de professor.
Onmiddellijke of uitgestelde
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller estellapeleman. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.32. You're not tied to anything after your purchase.