100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Arresten Week 1 t/m 6 Overheidsaansprakelijkheid (uitgebreide behandeling) $4.89   Add to cart

Judgments

Arresten Week 1 t/m 6 Overheidsaansprakelijkheid (uitgebreide behandeling)

 77 views  4 purchases
  • Course
  • Institution

Een uitgebreide behandeling van alle voorgeschreven arresten voor het vak Overheidsaansprakelijkheid.

Preview 3 out of 18  pages

  • May 5, 2018
  • 18
  • 2017/2018
  • Judgments
  • Unknown
avatar-seller
Arresten Overheidsaansprakelijkheid 2017 - 2018


Arresten Overheidsaansprakelijkheid 2017 – 2018

WEEK 1 ALGEMENE LEERSTUKKEN, AANSPRAKELIJKHEID ONRECHTMATIG
OVERHEIDSHANDELEN, ONRECHTMATIGE WETGEVING, ONRECHTRMATIGE
RECHTSPRAAK

10. Landbouwvliegers, onrechtmatige regelging
In cassatie kwam de vraag aan de orde of wetgeving in materiele zin door de rechter getoetst
mocht worden aan algemene rechtsbeginselen. De HR beantwoordde deze vraag in beginsel
bevestigend en oordeelde dat ‘’Geen rechtsregel eraan in de weg staat dat de rechter een
zodanig, niet door de formele wetgever gegeven voorschrift onverbindend en in verband
daarmee de vaststelling en uitvoering daarvan onrechtmatig kan oordelen op de grond dat het
betreffende overheidsorgaan de belangen die aan dit orgaan ten tijde van de totstandbrenging
van het vermelde uitvoeringsbesluit bekend waren of behooroden te zijn, in redelijkheid niet tot
het betreffende voorschrift is kunnen komen.’’

De noodzaak van marginale toetsing wordt hier benadrukt (bij de toetsing moet
terughoudendheid worden betracht).

De rechter mag de wet in materiele zin toetsen aan algemene rechtsbeginselen maar dient
daarbij wel terughoudendheid te betrachten.

27. Herstructurering Varkenshouderij
Toetsing van de wet in formele zin aan algemene rechtsbeginselen is onverenigbaar met het
toetsingsverbod uit art. 120 Gw. De wet in formele zin kan daarentegen wel getoetst worden aan
het Europese recht, in het bijzonder art. 1 EP EVRM: geen ontneming van eigendom, wel
regulering van gebruik van eigendom.

,Arresten Overheidsaansprakelijkheid 2017 - 2018

WEEK 2 BESLUITAANSPRAKELIJKHEID, RECHTSMACHTVERDELING,
ONRECHTMATIG OVERHEIDSHANDELEN EN FORMELE RECHTSKRACHT

7. St. Oedenrode – Driessen, aansprakelijkheid na vernietiging van een besluit
De burgerlijke rechter mag zich in beginsel geen eigen onrechtmatigheidsoordeel vormen over
een vernietigde beschikking. Het oordeel van de bestuursrechter is hier bepalend.

De burgerlijke rechter moet uitgaan van de oordelen van de bestuursrechter en niet een
zelfstandig oordeel over bepaalde beschikkingen vormen. Deze gebondenheid van de burgerlijke
rechter aan het oordeel van de bestuursrechter is niet afhankelijk van de aard van de gronden
waarop de bestuursrechter het besluit heeft vernietigd. De HR beoogt bij te dragen aan een
goede taakverdeling tussen de bestuursrechter en de burgerlijke rechter.

Uitgangspunt is dat met een bestuursrechtelijke vernietiging de onrechtmatigheid van een besluit
is gegeven. De uitkomst van de bestuursrechtelijke besluitvorming en rechtsbescherming bepaalt
of een besluit onrechtmatig of rechtmatig is.

Wordt een besluit in het bestuursrechtelijke traject niet vernietigd of herroepen dan wordt dat
besluit in beginsel geacht rechtmatig te zijn.

Dit is het beginsel van de formele rechtskracht.

9. Heesch – van de Akker, formele rechtskracht van besluiten
Uitzondering op de formele rechtskracht wordt hier erkend.

Het leerstuk formele rechtskracht werd omarmd, maar gelijktijdig werd het niet aan Van de Akker
tegengeworpen. Doorslaggevend was volgens de Hoge Raad dat het aan Van de Akker voor 1
september 1997 niet duidelijk kon zijn geweest dat bezwaar en beroep mogelijk was t.a.v. de
verleende vergunning. Dat de bestuursrechter de uitwegvergunning op de genoemde datum had
aangemerkt als ‘beschikking’ was een nieuwe rechtsontwikkeling. Van de Akker trof eens temeer
geen verwijt nu de gemeente er duidelijk op had aangestuurd dat genoemde ‘vergunning’ een
privaatrechtelijk karakter had (en dus geen appellabele beschikking inhield). De gemeente had
Van de Akker dus in feite onjuist voorgelicht over zijn rechtsbeschermingsmogelijkheden bij de
bestuursrechter. Dit was een reden om hem in de procedure bij de burgerlijke rechter de
onaantastbaarheid van de ‘beschikking’ niet tegen te werpen.

Uit het arrest Heesch/Van de Akker volgt dat de leer ook geldt in gevallen waarin als vaststaand
moet worden aangenomen dat een besluit waartegen geen beroep is ingesteld door de
bestuursrechter zou zijn vernietigd als dit wel was gebeurd. Het feit dat een ander besluit in een
latere procedure is vernietigd op grond van gebreken die ook aan het bestreden besluit zouden
kleven, vormt geen reden voor een doorbreking. De HR heeft hier ruimte gelaten voor
uitzonderingen op de leer van de formele rechtskracht.

De HR blijft terughoudend met het erkennen van uitzonderingen op de formele rechtsleer. Lang
niet ieder beroep op onduidelijkheid over openstaande rechtsbeschermingsmogelijkheden wordt
gehonoreerd.

ABRvS 8 februari 2017, ECLI:NL:RVS:2017:321 (Schadevergoeding, Nadeelcompensatie,
connexiteitseisen gelden nog)
Appellant heeft in hoger beroep betoogd dat hij een zelfstandig verzoek om vergoeding van
schade heeft gedaan. De grondslag is volgens hem te vinden in het nu al geldende algemene
rechtsbeginsel van de gelijkheid voor de openbare lasten. Het toekomstige art. 4:126 Awb
versterkt volgens hem die grondslag. De rechtbank heeft terecht geoordeeld dat het college niet
gehouden was een besluit op grond van art. 4:126 Awb te nemen, omdat dit artikel nog niet in
werking is getreden. Nu niet is gebleken van een ter zake van toepassing zijnde
schadevergoedingsbepaling in een wettelijk voorschrift of in een beleidsregel, is niet gebleken
van een voorschrift op grond waarvan appellant recht heeft op nadeelcompensatie. Dit betekent

, Arresten Overheidsaansprakelijkheid 2017 - 2018

dat de vaste rechtspraak nog geldt, inhoudende dat de bestuursrechter slechts bevoegd is tot
kennisneming van beroepen tegen een zuiver schadebesluit, indien die rechter ook bevoegd is te
oordelen over beroepen tegen de gestelde schadeveroorzakende uitoefening van de
publiekrechtelijke bevoegdheid zelf. Nu appellant geen voor bezwaar en beroep vatbaar besluit
als schadeoorzaak heeft aangewezen, kan de afwijzing van het verzoek om schadevergoeding
niet worden aangemerkt als een besluit in de zin van art. 1:3 lid 1 Awb en staat tegen de afwijzing
derhalve geen beroep en daaraan voorafgaand evenmin bezwaar open.

 Processuele connexiteit?

ABRvS 24 mei 2017, ECLI:NL:RVS:2017:1348 (Verzoek om schadevergoeding, Zelfstandig
schadebesluit, Ontvankelijkheid bezwaar, Verzoekschriftprocedure bestuursrechter)
Het beroep van appellant wordt mede opgevat als een verzoek aan de Afdeling om het college
op grond van artikel 8:88 Awb te veroordelen tot vergoeding van de schade die appellant stelt te
hebben geleden als gevolg van de volgens hem onrechtmatige brief van 12 november 2013. Ten
aanzien van dit artikel moet het gaan om een besluit in de zin van art. 1:3 lid 1 Awb. Anders dan
appellant meent, houdt de brief van 12 november 2013 geen besluit in als bedoeld in artikel 1:3,
eerste lid, Awb. Deze brief strekt niet tot toepassing van een bestuursrechtelijk
handhavingsmiddel ter zake van de in de brief genoemde verplichting van artikel 13 WBB en
houdt ook niet anderszins een publiekrechtelijke rechtshandeling in. Hoewel dwingend van toon,
houdt de brief van 12 november 2013 slechts een niet op rechtsgevolg gerichte mededeling in
dat appellant artikel 13 WBB moet naleven en dat uit dat artikel rechtstreeks een verplichting voor
hem voortvloeit een bodemonderzoek uit te laten voeren.

ABRvS 2 augustus 2017, AB 2017/411, m.nt. Marseille, Sietses en De Graaf (Interbest, Knip
en bevoegdheid bestuursrechter; objectum litis-leer)
De bestuursrechter is bevoegd te oordelen in een schadeverzoekschriftprocedure waarin de
schade hoger is dan € 25.000 maar het verzoek zich beperkt tot een bedrag van ten hoogste €
25.000. Dit in verband met art. 8:89 lid 2.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kristel3108. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.89. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

75759 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.89  4x  sold
  • (0)
  Add to cart