Other
College aantekeningen + boek!
- Course
- Institution
- Book
Alle college aantekeningen + uitwerking van boek handboek jeugdhulpverlening waar ik dacht dat het nodig was.
[Show more]
Connected book
Book Title:
Author(s):
- Edition:
- ISBN:
- Edition:
Seller
Follow
lisaberendsen333
Content preview
Inleiding orthopedagogiekBlok 1b
alle aantekeningen college + boek
,Inleiding orthopedagogiek
College -11-2023 + H1 handboek jeugdhulpverlening
de positie van de orthopedagogiek en de orthopedagoog
Nederlandse Verenging van (ortho)pedagogen en onderwijskundigen (NVO):
- Orthopedagogen zijn wetenschappelijk én in de praktijk geschoolde experts in de
pedagogische relatie tussen de cliënt en zijn omgeving. De relatie tussen de cliënt en zijn
opvoeders -thuis, op school, in een instelling of ergens anders- kan immers zowel onderdeel
zijn van het probleem als de basis bieden voor de oplossing.
- Als zorgverlener probeert de orthopedagoog de cliënt (weer) zo zelfredzaam mogelijk te
maken, zodat de cliënt zo optimaal mogelijk in de maatschappij mee kan functioneren.
orthopedagogiek uit het oude Grieks:
‘orthos’ = recht/rechtop
‘pais’= kind
‘agein’= voeren/leiden
ontstaansgeschiedenis:
Een relatief jonge wetenschap: Verschuiving naar opvoedingssituatie
verschillende ontwikkelingen:
- ‘caritatieve zorg’ (middeleeuwen), toenemende belangstelling opvoedbaarheid en erkenning
van kinderlijke ontwikkeling
- Historische ontwikkelingen: Leerplicht, verandering positie van het kind, invoering
kinderwetten, kinderrechtenverdrag
- In Groningen: ontwikkeling van orthopedagogiek vanuit het onderwijsveld (Bladergroen)
vervolg ontstaansgeschiedenis:
- kennis in verschillende werkvelden neemt toe 9jeugdzorg, onderwijs, ondersteunen van
mensen met beperkingen)
- spanning tussen ‘generalistische’ kennis uit de algemene orthopedagogiek en
‘specialistische’ kennis binnen afzonderlijke domeinen.
- ontstaan van kritische orthopedagogiek: ‘emancipatie’, ‘participatie’ en ‘inclusie’ vs.
‘inperking’, betutteling en segregatie.
probleem mogelijkheden, veerkracht en participatie
individu context & systeem
orthopedagogiek: in de praktijk brengen van kinderrechten, mensenrechten en sociale
rechtvaardigheid.
Focus op de pedagogische relatie en context van een jeugdige, opvoeder of volwassene
- opgroeien verloopt niet spontaan en vanzelfsprekend. Kinderen zijn in volle ontwikkeling, dit
betekent dat bepaalde gedragingen en emoties op de ene leeftijd adequaat en aangepast
kunnen worden genoemd, dat op een andere leeftijd niet meer zijn.
- de jeugdige, de opvoeder, volwassene en /of de omgeving maken zich zorgen over de
verdere ontwikkeling
- behoefte aan hulp/ondersteuning
veranderlijk normatief kader en verschillende perspectieven op..
belang van normatieve visie: wat is in verschillende contexten het meest optimaal en volgens
wie?
- de orthopedagoog handelt altijd in veranderlijk normatief kader en een veranderlijke
cultureel-historische context
,- sociale constructen: plaats, tijd en cultuur
- verschillende visies op: definities, aandachtspunten, classificatie, diagnostiek, etiologie,
onderzoek en behandeling
- belang van kritische reflectie
situaties en omstandigheden die een opgave vormen
mogelijke adaptieve en uitdagende opgaves
- lichte, tijdelijke, bepaalde situaties/bepaalde personen, leeftijds- en/of fasegebonden. Elk
kind is bijvoorbeeld wel een keer koppig.
vs.
- langdurig of blijvend, in combinatie met andere problemen en/of ernstig lijden tot gevolg
hebben (kind of omgeving), de continuümgedachte.
waar precies de grens ligt tussen normaal gedrag en problematisch langer durend gedrag is
moeilijk te bepalen en hier worstelen onderzoekers nogsteeds mee.
Gedrag en emoties mogen niet los worden gezien van de situatie waarin ze zich voordoen.
Sommige kinderen zijn bijvoorbeeld in de klas onhandelbaar maar hebben thuis geen
problemen.
verschillende verklaringsmodellen toegelicht
bio-psycho-socio-ecologische modellen
A. biologische factoren (bijv. impact van stress)
B. leerervaringen
- risico- (bijdragen/instandhouden) vs. Protectieve
factoren (tegengaan/beperken)
- multicausaal: combinatie van factoren zorgt voor
probleemgedrag, niet zoals vroeger monocausaal,
hierbij dachten ze dat het maar vanuit 1 kenmerk
kwam.
- cumulatie-hypothese: de kans op ontwikkeling of
bestendiging van gedragsproblemen groter wordt
geacht naarmate er meer risico- en minder
protectieve factoren aanwezig zijn.
biologische verklaringsmodellen
Het gedrag wordt intern gestuurd door biologische
processen. Wanneer zich in deze processen fouten
voordoen, ontstaan problemen.
neuroanatomische invalshoek = men probeert gedragsproblemen te verklaren vanuit
disfuncties op het niveau van de structuur van de hersenen.
neurofunctionele invalshoek = men verklaart gedragsproblemen in termen van niet-optimale
activatie van bepaalde hersenregio’s.
neurochemische invalshoek = men richt zich op de relatie tussen chemische processen in de
hersenen en gedrag. Verstoring in deze processen leidt tot probleemgedrag.
risicofactoren hoeven niet altijd een negatieve invloed te hebben op de ontwikkeling van
kinderen en zelfs kinderen die in chronisch negatieve levensomstandigheden (chronic
adversities) opgroeien vertonen niet noodzakelijk problemen. Dit zolang er compenserende
protectieve factoren in kind gezin of bredere omgeving kunnen worden geïdentificeerd.
leerervaring
, Al het gedrag wat vertoont wordt is een gevolg van een leerproces.
Binnen dit leerproces zijn er twee centrale leermechanismen:
1. Klassieke conditionering (Pavlov) = twee gebeurtenissen die vaak samen voorkomen
kunnen aan elkaar gekoppeld worden, waardoor één gebeurtenis de verwachting zal
oproepen dat de tweede gebeurtenis ook zal plaatsvinden.
2. Operante conditionering (Skinner) = hoe mensen reageren op de stimuli, bepaald
gedrag kan bijvoorbeeld winst opleveren of straf. Hierdoor wordt aangeleerd wat
gewenst gedrag is op bepaalde stimuli.
Deze twee leerprocessen nemen niet weg dat de relationele context waarin kinderen
betekenissen en gedrag leren ook een hele grote rol speelt. (opvoedingsgedrag van ouders)
Gehechtheidstheorie: volgens deze theorie worden kinderen veilig gehecht als ze ervaren
dat ouders consistent op een ondersteunende en zorgende manier hen proberen te helpen
telkens als ze moeilijkheden ondervinden.
Ten tweede beïnvloedt de zorg door ouders de stressgevoeligheid van kinderen. Onderzoek
naar epigenetica heeft aangetoond dat de expressie van genen beïnvloed wordt door de
manier waarop ouders omgaan met de stress bij hun kinderen.
Welke beslissing in het belang?
het belang van het kind als eerste overweging:
De pedagoog laat zich in zijn handelen leiden door de belangen van de jeugdige [of
volwassene], zoals uitgewerkt in de beroepscode. In alle gevallen waarin de pedagoog op
grond van deze beroepscode tot een afweging van belangen, tot een keuze of tot een
beslissing dient te komen, vormen de belangen van de jeugdige zijn eerste overweg. (Artikel
2, beroepscode).
orthopedagogiek als (be)handelingswetenschap:
“Op basis van een grondige en systematische wetenschappelijk gefundeerde diagnostische
beeldvorming van de problemen en de context, worden op een planmatige wijze acties
ondernomen, met een duidelijke specificatie van doelstellingen, strategieën en
evaluatiewijzen.” (Definitie uit het boek, p. 20)
Om te weten wat de kwaliteit is van een interventie die men in de praktijk wil inzetten, kan
men beroep doen op de ´effectladder´. Hoe hoger een interventie staat op de ladder, hoe
meer bewezen haar effect is. De ladder omvat vijf treden:
1. Descriptieve aanwijzingen, nog geen bewijskracht
2. Theoretische aanwijzingen
3. Eerst empirische aanwijzingen
4. Goede empirische aanwijzingen
5. Sterke empirische aanwijzingen voor bewijskracht
Een interventie kan stijgen op deze ladder naarmate er door empirisch onderzoek
de verschillende vormen van diagnostiek: hoe brengen we in kaart wat er speelt?
diagnostiek:
- ontkennende, classificerende diagnostiek: wat is er aan de hand?, komen deze problemen
vaak voor?, welke problemen doen zich voor?
hulpmiddelen bij ontkennende diagnostiek:
* Het verkennende interview (intake gesprek)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lisaberendsen333. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.65. You're not tied to anything after your purchase.
Can Stuvia be trusted?
4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)
53340 documents were sold in the last 30 days
Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now