100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Cognitie & Gedrag, week 7 $3.25   Add to cart

Summary

Samenvatting Cognitie & Gedrag, week 7

 8 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Alle stof van Cognitie & Gedrag van week 7: Hoofdstuk 11 van Goldstein (Language) en de tekst Neuropsychologie.

Preview 2 out of 6  pages

  • January 13, 2024
  • 6
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
HOOFDSTUK 11 Goldstein – Language

Taal = een communicatiesysteem waarbij gebruik wordt gemaakt van geluiden of
symbolen waarmee we onze gevoelens, gedachten, ideeën en ervaringen kunnen
uiten.
Door taal kun je zinnen vormen omdat het een structuur heeft die
- … hiërarchisch is: van woorden worden zinnen gemaakt, waarvan een verhaal
gemaakt wordt.
- … regels heeft: deze componenten kunnen op bepaalde manieren worden
gerangschikt.
Communiceren door taal is een universeel belang.

Skinner geloofde dat kinderen taal leren door bekrachtiging van gedrag
(behavioristisch).
 Chomsky niet mee eens: taal zit in onze genen.

Psycholinguïstiek = het vakgebied dat zich bezighoudt met de psychologische
studie van taal. Vier onderwerpen: comprehension, spraakproductie, representatie (in
de geest&hersenen) en acquisitie (leren).

Comprehension
Mensen kennen 9.800 – 50.000 woorden. Ligt aan lexicon: kennis van wat woorden
betekenen, hoe ze klinken en hoe ze worden gebruikt in relatie tot andere woorden,
zijn leeftijd en opleiding.

- Letters/ woorden
Fonemen = kort spraakfragment: hit bestaat uit /h/, /i/ en /t/.
Morfemen = de kleinste taaleenheden die een definieerbare betekenis hebben.
Truck bv maar 1, slaapkamer bv. 2: ‘slaap’ en ‘kamer’.

Phonemic restoration effect = wanneer een foneem wordt bedekt door een ander
geluid/ ruis, maar het foneem wel wordt waargenomen. Dit komt door je kennis van
het woord en de context  top-down.
Speech segmentation = vermogen om individuele woorden te horen, ook als er
geen pauzes in het geluid van de woorden zitten. Ook door je kennis van de context.
Word superiority effect = makkelijker letters herkennen in een woord dan in een
niet-woord of op zichzelf.

- Woorden
Woordfrequentie = hoe vaak een woord voor komt in een taal.
Woordfrequentie effect = we reageren sneller op hoogfrequente woorden dan op
laagfrequente woorden.
Sommige woorden hebben meerdere betekenissen  lexicale ambiguïteit. Als de
woorden verschillende dominantie hebben: biased dominantie, als de woorden een
gelijke dominantie hebben: gebalanceerde dominantie. De juiste betekenis van
een woord bepalen hangt af van de woordfrequentie en, voor woorden met meerdere
betekenissen, een combinatie van betekenisdominantie en context.

- Zinnen
Semantiek = betekenis van woorden en zinnen. Syntax = regels over
woordvolgorde en grammatica.
Broca’s gebied: in de frontale kwab, taalproductie. (P600).
Wernicke’s gebied: in de temporale kwab, taal comprehension. (N400).
 Die scheiding klopt niet helemaal: niet echt een scheiding tussen productie en
comprehension maar meer scheiding tussen syntax (Broca) en semantiek (Wernicke).

, Afasie van Broca = moeizame, ongrammaticale spraak door schade aan de frontale
kwab  problemen met de syntax.
Afasie van Wernicke = produceren betekenisloze spraak en niet spraak en tekst
begrijpen, schade temporale kwab  problemen met semantiek.

Parsing = groeperen van woorden tot zinsdelen, een proces voor bepalen van de
betekenis van een zin.
Tuinpad zinnen = zinnen die iets lijken te betekenen, maar uiteindelijk iets anders
betekenen.
 Illustreert tijdelijke ambiguïteit: de beginwoorden van de zin zijn dubbelzinnig,
maar de betekenis wordt duidelijk aan het einde van de zin.
Syntax-first approach to parsing = tijdens het lezen, wordt groepering (parsing)
van woorden in zinsdelen eerst bepaald door de syntax, later pas door de semantiek.
 Late closure = als je een nieuw woord tegenkomt, ga je ervan uit dat het woord
hoort bij de huidige zin, dus elk nieuw woord wordt aan de huidige zin toegevoegd zo
lang als kan.
Interactionist approach to parsing = tijdens het lezen, wordt groepering
(parsing) van woorden tegelijk door de syntax en semantiek bepaald.
Hoe iemand een zin interpreteert, kan ook bepaald worden door de scène die je
waarneemt. Dit wijkt af van de syntax-first-approach: als parsing altijd gebaseerd is
op de structuur van de zin, zou het veranderen van de scène geen effect moeten
hebben op de oogbewegingen, maar dat heeft het dus wel.

Ambiguïteit effect = mensen hebben meer tijd nodig een zin te lezen waarin niet
duidelijk is wat de juiste groepering moet zijn.

- Teksten/ verhalen
Belangrijk bij het proces van een samenhangend verhaal creëren is het maken van
inferences: bepalen wat een tekst betekent door kennis te gebruiken om verder te
gaan dan alleen de door de tekst gegeven informatie.
Samenhang (coherence) is ook erg belangrijk: representatie van de tekst in je
geest, zodat informatie in een bepaald deel van de tekst gerelateerd is aan
informatie in een ander deel.

Anaforische inferences = Nienke gaat naar bed. Ze valt na 10 minuten in slaap.
Instrument inferences = over hulpmiddelen of methoden.
Causale inferences = Nienke nam een paracetamol. Haar hoofdpijn verminderde.

Situatiemodel = mentale representatie van waar een tekst over gaat, van de
situatie.
We creëren tijdens het lezen een situatiemodel en interpreteren volgende zinnen met
dit in gedachten.

Productie
Meest voorkomende vorm van productie is een conversatie/ gesprek.
Given–new contract tijdens gesprek gebruiken: zinnen construeren dat ze twee
soorten informatie bevatten: (1) gegeven informatie - informatie die de luisteraar al
kent; en (2) nieuwe informatie: informatie die de luisteraar voor het eerst hoort.
Common ground = de wederzijdse kennis, overtuigingen en aannames van de
sprekers.
Syntactische coördinatie = proces waarbij mensen soortgelijke grammaticale
constructies gebruiken.
Syntactisch primen = het horen van een bepaalde syntactische constructie
vergroot de kans dat er een terugzin wordt geproduceerd met dezelfde constructie.

Sapir-Whorf hypothese = de aard van de taal van een cultuur kan de manier
waarop mensen denken beïnvloeden.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller pleunvandenboogaart. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67232 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.25  1x  sold
  • (0)
  Add to cart