Samenvatting You Talkin' To Me? (+ extra artikelen Retorica & Overtuiging)
8 views 0 purchase
Course
Retorica & Overtuiging (822179B6)
Institution
Tilburg University (UVT)
Book
You Talkin\' to Me?
Dit document bevat een samenvatting van het boek You Talkin' To Me? (Sam Leith) én samenvattingen van de volgende artikelen:
- Toulmin (2003), 67-114
- Aristoteles, algemene Topiek (deel II, hoofdstuk 22 & 23)
- Cheng (2012)
- Hatfield et al. (2013)
Retoriek: de kunst van het overtuigen
* Epideictische retoriek: de retoriek van lof en belediging (heden)
* Gerechtelijke of forensische retoriek: overtuigen van iets uit het verleden (rechtszaal)
* Deliberatieve retoriek: mensen overtuigen over iets in de toekomst (politiek)
-> Retoriek ... manifesteert het ongegronde, oneindig vertakte karakter van het discours in de
moderne wereld. Retoriek is niet langer de titel van een doctrine en een praktijk, noch een vorm van
cultureel geheugen; het wordt in plaats daarvan zoiets als de voorwaarde van ons bestaan. -> taal kan
niet worden vertrouwd
- Retorische vraag, een vraag waar iemand geen antwoord op verwacht
- Theoretisch en praktisch
- Tegenovergestelde van filosofie, dit is namelijk een middel tot een doel
- Occupatio/occultatio: proces van doorgeven van informatie terwijl men doet alsof ze eraan voorbij
gaan
- Dubbelzinnigheid/ambiguïteit: in de regel geestig of bedrieglijk, maar het kan ook alternatieve
reacties op hetzelfde stuk taal zijn (uitgebreide betekenis)
Technische taal van retoriek
- Epicheireme: een manier om een reeks trucs en wendingen te beschrijven die al bestaan; trucs die
overal om ons heen worden toegepast
- Auxesis, antithesis, chiasmus, digressio, apostrophe, erotesis, epistrophe, hendiadys and
argumentum ad populum, polysyndeton coming up (occultatio = prolepsis)
- Oratorium: toespraken die veel op optredens lijken als een vorm van amusement, hier lopen
mensen tegenwoordig minder warm voor (net als meningen verandert retoriek ook over de tijd heen)
Mensen houden ondertussen meer van down-to-earth, waardoor retoriek minder vaak werkt
Obama sprak wel op deze manier en alsnog werkte het en hij kwam er gewoon voor uit
- Mensen vonden het niet leuk dat Obama goed was met woorden/speeches geven en zeiden dat hij
met woorden werkte en meer niet
- De tegenhangers van Obama waren anti-retorisch, maar dat is juist een retorische strategie
Het opvouwen van een leugen en het ongedaan maken ervan worden beide bereikt door
retoriek.
-> Kennis is macht en retoriek is wat woorden kracht geeft
Retoriek toen en nu
- Nu: onze handel, onze politiek, ons culturele en sociale leven zijn allemaal buitengewoon retorisch
Retorische economie, zakelijke boeken (skills, management, etc)
- Industrieel kapitalisme: ontstaan reclame-industrie vol met figuratieve taal en met een beroep op
ethos en pathos
- Internet: niet alleen professionals kunnen aan persuasieve communicatie doen, iedereen die in het
bezit is van een computer kan altijd via gesproken of geschreven woorden communiceren
(‘’democratie’’)
Begin: 2.5 duizend jaar geelden in Syracuse (Sicilië), 465 BC
- Tyran: absolute heerser
- Er was een plotselinge neergang van de democratie op een onvoorbereide bevolking, er waren veel
vragen waaronder wie nu de leiding had
- Corax was hierbij de eerste die voorschriften opstelde voor de kunst van het overtuigen (retoriek)
* Maakte onderscheid tussen verschillende delen van oratie (openen, midden, sluiten)
* Ruimte voor argumentatie, waardoor er ruimte voor overtuiging bloeit
- Er is ook een ander verhaal in de 5e eeuw ontstaan waarin Corax een pupil van de master Tisias was
, * Ze belandde in een rechtszaal en argumenteerde beide voor een andere kant
-> Later wordt gezegd dat Corax en Tisias hetzelfde persoon zijn, want wat is beter dan dat de
bedenker van de retorische traditie zelf een stijlfiguur/beeldspraak is?
Gorgias (490/480 BC – 109 BC, Athene) ging verder waar Corax gebleven was
- Er kwamen volksvergaderingen, het principe van overtuigen via spraak werd de kern van de regering
* Stemgerechtigden: mannen die aanwezig waren, militaire training volbracht hadden en
volwassen waren
* Council van 500: gekozen leden, benodigde informatie aandragen
* Rechtbanken: besloten uiteindelijk
Plato & Socrates
- Plato: radicale idealist (strikte logica van filosofisch onderzoek), met intellectuele starheid die
retoriek als verdacht beschouwt
- Plato schrijft een dialoog genaamd Gorgias waarin Socrates praat/overtuigt over retoriek
Hierin laat hij zien dat de kennis van het publiek ook afhangt van in hoeverre hetgeen dat
vertelt wordt geloofd wordt en of een specialist of spreker meer gelooft wordt
- Klacht tegen retoriek: onwetende of dwaas heeft macht over de goeden en de wijzen wanneer deze
overtuigender weet te spreken
- Gorgias was een sofist (privé tutor die les gaf in filosofie en retoriek) en kreeg door Plato een slechte
naam
Aristoteles
- Aristoteles (384 BC) beschouwde retorica als het neefje van dialectiek met als methode niet ‘’dit
daarom dat’’ maar ‘’waarschijnlijk dit, zo waarschijnlijk dat’’ en als object niet kennis maar
overtuiging (Platonist, hij volgde Plato op het begin en was daar ook een leerling van)
* Retorica = een praktische vaardigheid en leerzaam
* Praktijkgerichte onderzoeken
- Het was moeilijk voor Aristoteles om na Plato zijn dood retorica te gaan geven aangezien er geen
boek voor was of ietsdergelijks
* Hij legde uit waarom bepaalde tips en tricks werkte, hij wilde leren hoe het tot in de kern
zat
* Hij was hiermee de eerste persoon die begreep dat de studie van retoriek de studie van de
mensheid zelf is
Middeleeuwen (dark ages)
- Er werd weinig aandacht besteed aan Aristoteles zijn theorieën over metaforen
Volgende eeuwen, ontwikkeling van retoriek: Christendom en het geschreven woord
- De christenen maakten gebruik van verschillende vormen van spreken in het openbaar
- Deliberatieve welsprekendheid met als doel zielen te winnen of te behouden voor het Christendom
en de wegen van God tegenover de mens te rechtvaardigen (binnen andere aspecten van het
Christendom zie je de juridische en epideictische aspecten van gekerstende retoriek terug)
- Ook geschreven tekst ipv gesproken wordt alomtegenwoordig
- Ars dictaminis: verzameling van algemeen aanvaarde wijsheid over het schrijven van brieven die de
klassieke canons van de retoriek volgde en in briefvorm toepaste
Renaissance
- Retoriek was zo centraal ingebed in de cultuur als een gewoonte van de geest dat het vorm gaaf aan
de manier waarop alle kennis werd benaderd
- Retoriek overlapte met de kunst van drama en poëzie (bv in de werken van Puttenham) doordat
degenen die de taal in dienst van de macht probeerden te stellen hovelingen waren van een absolute
monarch ipv burgers van een Atheense monarchie
- Drama en poëzie waren nauw betrokken bij netwerken van patronage
, - Puttenham verdeelde de stijlfiguren op volgens een taxonomie
* Alliteratie, beginrijm
* Synecdoche, een onderdeel gebruiken om het geheel te herinneren
* Erotema, de vrager stelt een vraag maar verwacht geen ander antwoord dan ‘’het
duidelijke’’
* Zeugma, verbinding van een werkwoord met andere woorden, deze samentrekking klopt
eigenlijk niet aangezien het werkwoord niet bij elk onderwerp hetzelfde betekent
* Hyperbool, het groter maken dan iets werkelijk is
* Epizeuxis, de herhaling van een woord telkens opnieuw zonder een ander woord ertussenin
* Antiphrasis, het sarcastische gebruik van een woord om het tegenovergestelde te bedoelen
* Mycterismus, een belediging die gepaard gaat met een begeleidend gebaar/richting
Shakespeare (geboren aan het eind van de Renaissance)
- Het trivium, betrekking tot de geest: namelijk grammatica (dingen-zoals-het-gesymboliseerd is),
logica (dingen-zoals-het-bekend is) en retoriek (dingen-zoals-gecommuniceerd is)
- Het trivium was ondersteunend voor het moeilijkere quadrivium, betrekking op de materie:
rekenen, meetkunde, muziek en astronomie
- Alle 7 vakken samen werden de liberal arts genoemd (was sinds de middeleeuwen de hoofdlijnen
van een opleiding)
18e eeuw
- Verandering in de stijl van de regering nav de Franse en de Amerikaanse revolutie van een tirannieke
staatsbestuur naar vormen van representatieve democratie
* Door het in de mode komen van democratie nam het belang en de effectiviteit van retoriek
als instrument van de politiek toe
- In scholen nam juist het leren van retorica af, dit was rond hetzelfde moment als wanneer ook
vrouwen les kregen
- Dit wordt het begin van het grote tijdperk van retoriek door vrouwen (oa door Margaret Thatcher)
De vijf delen van retorica (Aristoteles), de canons van retorica (overlappen en doordringen elkaar)
-> College aantekeningen
- Inventio: vinden van overtuigingsmiddelen (invention)
- Dispositio: ordenen/structureren van de inhoud (arrangement)
- Elocutio: het verwoorden/stileren van de rede (stijl)
- Memoria: het inprenten van de rede (memory)
- Actio: het uitspreken van de rede (delivery)
1) Uitvinding (invention)
- Geen dingen verzinnen, maar onderzoeken/ontdekken wat er over een onderwerp te zeggen valt
- Vaardigheid: de argumenten vinden/gebruiken die het meeste invloed zullen hebben op het
beoogde publiek
- Aristoteles zet een hele reeks kenmerken uiteen die jongeren van ouderen onderscheiden
* Dit doet hij, omdat zij ander soort publiek zijn en dus andere argumenten nodig hebben
- Drie verschillende argumentatielijnen/persuasieve appeal
* Ethos, het appeal van karakter of uiterlijk van wie er praat (helpt als ze gebaseerd zijn op
algemene aannames van het publiek, doordringt alles wat volgt zelfs logos en pathos)
- Metrisch effect (krachtig): eerste woord bestaat uit één lettergreep, tweede woord uit twee
(beklemtoond -> onbekl.) en het derde uit drie (beklemtoond -> onbekl. -> beklemtoond)
- Anti-retorisch retorisch spreken
- Jezelf positioneren als deel van de mensen ipv dat je beweert boven hen te staan
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller KHnx. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.76. You're not tied to anything after your purchase.