Opbouw van de luchtwegen:
-Bovenste luchtwegen: neus, mond, keelholte en sinussen
-Onderste luchtwegen: van de trachea tot de alveoli
Diffusie oppervlakte van de alveoli (gaswisseling)
o Gaswisseling vindt hier plaats doormiddel van diffusie.
Spieren leveren de arbeid voor het in- en uitademen
o De ademhalingsbewegingen, inspiratie en expiratie
o Je kan je ademritme onderbreken
Ventilatie (verversen van lucht)
o 0,35 liter verse lucht per teug in rust
o Functionele residuele capaciteit (FRC) is de oude lucht in de longen en deze heeft 2-3
liter in rust.
o In rust wordt 10% van de oude lucht vervangen verse lucht.
Perfusie van de longen (doorbloeding van de longen)
o Hartminuutvolume
o Regionale verschillen
o De ventilatie en perfusie moeten met elkaar matchen
Regulatie van de ademhaling door het ademhalingscentrum
- reksensoren en chemosensoren via de n. vagus (input)
- ademhalingscentrum (sensorverwerking en regulatie)
In en uitademing, ademfrequentie en ademdiepte via de n. phrenicus en nervi intercostales
(output)
Ademhalen doe je zowel bewust als onbewust.
Ademhalingscentrum dat de ademhaling reguleert bevindt zich in de hersenstam.
Het stuurt de ademhalingsspieren aan via zenuwen. Het ontvangt zelf informatie vanuit het
lichaam via chemo- en reksensoren.
Wanneer wordt het ademhalingscentrum gestimuleerd en zal het de ademfrequentie
versnellen?
o Bij een lage zuurstofconcentratie (O2)
o Bij een hoge koolstofdioxide concentratie (CO2)
o Bij een lage pH
Respiratie: ademhaling
, o Bloedplasma moet constant blijven qua CO2 en O2 en suiker. Bloedplasma zit tegen
het vocht om de cellen dus wanneer het bloedplasma constant is is het vocht rond de
cellen ook constant en krijgen de cellen altijd genoeg.
o De wand van de longblaasjes bestaat uit 2 cellagen. 1e is longepitheel, 2e laag is het
vaat endotheel.
De longen krijgen bloed vanuit de arterie pulmonalis (= zuurstofarm). Dit is niet genoeg dus
de bronchiën en de longen krijgen bloed uit de arterie bronchiales (= aftakking vanuit de
aorta).
De bronchiën takken steeds verder af in kleine takjes en uiteindelijk kom je terecht bij de
alveoli (= longblaasjes).
In de alveoli vindt gaswisseling plaats tussen de ‘’buitenwereld’’ en de ‘’binnenwereld’’ =
opname zuurstof (O2) en afgifte koolstofdioxide.
Zuurstof opnemen vanuit de longblaasjes naar het bloed toe. Koolstofdioxide afgeven om
weer uit te ademen.
Spanning in de capillairen van o2 (zuurstof)
o Arteriële kant v.d. capillairen 40 mmHg
o Veneuze kant v.d. capillairen 104 mmHg
o Alveoli is 104 mmHg
Bij de arteriële kant wordt het aangevoerd en bij de veneuze kant is het opgenomen (en
daarom dus hoger). Dit is bij Co2 andersom.
Spanning in de capillairen van Co2 (koolstofdioxide)
o Arteriële kant v.d. capillairen 45 mmHg
o Veneuze kant v.d. capillairen 40 mmHg
o Alveoli is 40 mmHg
Zuurstof bindt zich aan hemoglobine.
Zonder hemoglobine heb je per 100 ml maar 0,3 ml zuurstof. Met hemoglobine is het 20 ml
van de 100 en kun je dus daadwerkelijk leven.
Hemo = bloed
,Maat voor luchtwegobstructie Buitendruk bij de longen 760 mmHg.
o Lucht kan alleen maar stromen van een hogedruk naar een lagedruk.
Tiffenau index (TI) = FEV1/VC
o FEV1 is forced expiratoire volume
o De hoeveelheid lucht die in 1 seconde kan worden uitgeademd – VC is de vitale
capaciteit (man 4500 ml, vrouw 3500 ml).
Normale tiffenau index (TI):
o Bij gezonde jongvolwassenen bedraagt deze ratio 83%
o Bij ouderen neemt deze ratio geleidelijk af tot 70%
Bij COPD is er sprake van luchtwegobstructie bij een TI lager dan 70%.
Week 1 HC 2: Pathologie longen
COPD
Zuurstof
De route die zuurstof aflegt:
Zuurstof halen we uit de buitenlucht gaat de longen in longblaasjes zuurstof in het
bloed hier wordt het gebonden aan hemoglobine wordt rondgepompt door ons
lichaam weefsels nemen het op.
Als je deze route begrijpt kan je veel redenen bedenken voor kortademigheid.
Ademhaling;
Ademcentrum (hersenstam) = stuurt de ademhalingsspier aan
In de longblaasjes vindt gaswisseling plaats. Co2 gaat naar de longen toe, zuurstof gaat naar
het lichaam toe.
, Arteriën die bij de longen aankomen zijn zuurstofarm en Co2 rijk door de longen Co2
afgeblazen en zuurstof wordt opgenomen longvenen zijn zuurstofrijk en Co2 arm hart
pompt het door het lichaam.
In een notendop: longen voorziet het bloed van zuurstof en voert Co2 af.
COPD = chronische ziekte en omvat twee ziektebeelden:
o Luchtwegen zijn ontstoken.
o Chronische bronchitis en longemfyseem;
o Chronische bronchitis = ontsteking in de luchtwegen, van de bronchiën.
o Emfyseem = het kapotgaan van de longblaasjes. Hierdoor vermindert de
gasuitwisseling.
Gevolgen emfyseem longblaasjes zijn kleine blaasjes, als die stuk gaan verdwijnen alle
kleine blaasjes en wordt het één groot blaasje. Hierdoor is er minder mogelijkheid tot
gaswisseling.
Obstructie: moeite om de lucht kwijt te raken.
Gevolgen chronische bronchitis vernauwde luchtwegen. Moeilijker om de lucht erin te
krijgen en nog lastiger om de lucht eruit te krijgen.
Het is een chronische progressieve aandoening met toenemend irreversibele
bronchusafwijkingen.
CARA = chronische bronchitis, emfyseem én astma.
o Verouderde term (maar wordt nog wel gebruikt)
o Astma wordt tegenwoordig apart geclassificeerd.
COPD is een toenemende ziekte. Je kan eraan overlijden.
Symptomen COPD:
o Langdurig hoesten
o Opgeven van sputum (=slijm)
o Dyspnoe (kortademigheid)
o Perioden van exacerbaties (=verergering)
o Vaak terugkerende infecties (leidend tot steeds slechtere nierfunctie)
o Bemoeilijkt uitademing
o Cyanose (=blauwe verkleuring)
o Tonvormige thorax
Oorzaken voor COPD:
o Roken is een risicofactor voor COPD
o Erfelijke aanleg
o Bloodstelling aan stoffen in de lucht zoals smog.
o Beroep wat je doet
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller josienwagner1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.65. You're not tied to anything after your purchase.