ANATOMIE & FYSIOLOGIE VAN DE
VOORTPLANTINGSORGANEN
ALGEMENDE BOUW VAN HET VOORTPLANTINGSSTELSEL
Bestaat vr zowel man als vrouw uit verschillende onderdelen:
- gonaden = geslachtsklieren produceren gameten & hormonen
- kanaal of buizensysteem om die gameten op te vangen & te transporteren
- accessoire klieren & organen
- externe geslachtsorganen kanalen monden uit ad buitenkant vh lichaam
Opmerking: deze structuren ontwikkelen zich tijdens embryonale ontwikkeling uit dezelfde voorlopercellen
gelijkaardige bouw jongens/meisjes
bv. gonaden bij vrouw = eierstokken; bij man = testes
GAMETOGENESE
= productie vn gameten
Spermatogenese = productie vn zaadcellen
Oögenese = productie vn eicellen
ZAADCELONTWIKKELING BINNEN
ZAADBUISJES VD TESTES
Spermatogenese id testes
Spermiogenese id bijbal
OÖGENESE
Start tijdens embryonale ontwikkeling vn
meisje via meiosedeling
Oöcyten zitten vast halverwege de
celdeling
DNA is opgerold
genen zijn onbruikbaar
gn eiwitsynthese mogelijk
oöcyten moeten ondersteund worden door follikelcellen
heel wat oöcyten sterven af tijdens het leven = follikelatresie
Vanaf puberteit: maandelijks 1000 follikels gestimuleerd
slechts 1 follikel ontwikkelt zich volledig & wordt vrijgegeven id buikholte = ovulatie
Menopauze = alle follikels met oöcyten zijn op
EICELONTWIKKELING BINNEN
FOLLIKELS VH OVARIUM
, GESLACHTSKENMERKEN
= lichamelijke kenmerken waarmee jongens zich vn meisjes onderscheiden (biologisch/fysiologisch)
Primaire geslachtskenmerken zijn bij de geboorte aanwezig
Secundaire geslachtskenmerken ontwikkelen oiv geslachtshormonen tijdens de puberteit
testes produceren testosteron
ovaria produceren oestrogeen, progesteron
GESLACHTSHORMONEN
Androgenen: Vrouwelijke
geslachtshormonen:
MANNELIJKE GESLACHTSORGANEN
(OVERZICHT)
Organen vr gameet- & testosteronproductie: - testes (teelballen)
wand vd zaadbuisjes productie vn zaadcellen = spermatogenese
interstitiële cellen (vn Leydig) tss zaadbuisjes productie testosteron
Buizensysteem vr gameten opnemen & vervoeren: - epididymis (bijballen) uitrijping zaadcellen
= spermiogenese
- vas deferens (zaadleider) binnen funiculus spermaticus
- ejaculatiekanaal binnen prostaat
- urethra (plasbuis) binnen prostaat & penis
Accessoire klieren vr zaadvochtproductie: - vesiculae seminales (zaadblaasjes)
- prostaat (voorstanderklier)
- glandulae bulbourethrales (Cowperklieren)
Uitwendige geslachtsorganen vr erectie & ejaculatie: - penis met: - erectiel weefsel (zwellichamen)
- glans & preputium (eikel & vh)
- scrotum (balzak)
Erectie: opwinding- & plateaufase
gladde spieren rondom holten id zwellichamen ontspannen holten gevuld m bloed
langer, dikker = tumescentie
toenemende omvang zwellichamen wandstandige aders in verdrukking
bloedafvoer belemmerd druk stijgt penis hard = turgescentie
VOORTPLANTINGSORGANEN
ALGEMENDE BOUW VAN HET VOORTPLANTINGSSTELSEL
Bestaat vr zowel man als vrouw uit verschillende onderdelen:
- gonaden = geslachtsklieren produceren gameten & hormonen
- kanaal of buizensysteem om die gameten op te vangen & te transporteren
- accessoire klieren & organen
- externe geslachtsorganen kanalen monden uit ad buitenkant vh lichaam
Opmerking: deze structuren ontwikkelen zich tijdens embryonale ontwikkeling uit dezelfde voorlopercellen
gelijkaardige bouw jongens/meisjes
bv. gonaden bij vrouw = eierstokken; bij man = testes
GAMETOGENESE
= productie vn gameten
Spermatogenese = productie vn zaadcellen
Oögenese = productie vn eicellen
ZAADCELONTWIKKELING BINNEN
ZAADBUISJES VD TESTES
Spermatogenese id testes
Spermiogenese id bijbal
OÖGENESE
Start tijdens embryonale ontwikkeling vn
meisje via meiosedeling
Oöcyten zitten vast halverwege de
celdeling
DNA is opgerold
genen zijn onbruikbaar
gn eiwitsynthese mogelijk
oöcyten moeten ondersteund worden door follikelcellen
heel wat oöcyten sterven af tijdens het leven = follikelatresie
Vanaf puberteit: maandelijks 1000 follikels gestimuleerd
slechts 1 follikel ontwikkelt zich volledig & wordt vrijgegeven id buikholte = ovulatie
Menopauze = alle follikels met oöcyten zijn op
EICELONTWIKKELING BINNEN
FOLLIKELS VH OVARIUM
, GESLACHTSKENMERKEN
= lichamelijke kenmerken waarmee jongens zich vn meisjes onderscheiden (biologisch/fysiologisch)
Primaire geslachtskenmerken zijn bij de geboorte aanwezig
Secundaire geslachtskenmerken ontwikkelen oiv geslachtshormonen tijdens de puberteit
testes produceren testosteron
ovaria produceren oestrogeen, progesteron
GESLACHTSHORMONEN
Androgenen: Vrouwelijke
geslachtshormonen:
MANNELIJKE GESLACHTSORGANEN
(OVERZICHT)
Organen vr gameet- & testosteronproductie: - testes (teelballen)
wand vd zaadbuisjes productie vn zaadcellen = spermatogenese
interstitiële cellen (vn Leydig) tss zaadbuisjes productie testosteron
Buizensysteem vr gameten opnemen & vervoeren: - epididymis (bijballen) uitrijping zaadcellen
= spermiogenese
- vas deferens (zaadleider) binnen funiculus spermaticus
- ejaculatiekanaal binnen prostaat
- urethra (plasbuis) binnen prostaat & penis
Accessoire klieren vr zaadvochtproductie: - vesiculae seminales (zaadblaasjes)
- prostaat (voorstanderklier)
- glandulae bulbourethrales (Cowperklieren)
Uitwendige geslachtsorganen vr erectie & ejaculatie: - penis met: - erectiel weefsel (zwellichamen)
- glans & preputium (eikel & vh)
- scrotum (balzak)
Erectie: opwinding- & plateaufase
gladde spieren rondom holten id zwellichamen ontspannen holten gevuld m bloed
langer, dikker = tumescentie
toenemende omvang zwellichamen wandstandige aders in verdrukking
bloedafvoer belemmerd druk stijgt penis hard = turgescentie