Well written! Attention paid to it, that splashes off!
By: TK1987 • 6 year ago
By: ameliaraas • 6 year ago
By: simonediederich • 6 year ago
Translated by Google
Seems complete, but is not always clear
Seller
Follow
astridmeijerink
Reviews received
Content preview
Samenvatting Ondernemingsrecht
Inleiding
Een onderneming is een zaak die je drijft om winst te maken. Welke wetten komen aan de orde:
- Boek 2 BW
- WOR → Wet op de Ondernemingsraden. Een ondernemingsraad is een raad waarin de
werknemers participeren en zij mogen via de OR meepraten over de gang van zaken binnen
een onderneming. Zie voorbeeld Tata Steel: OR heeft belangrijke functie, zij kan die fusie
tegenhouden. De stem van de werknemer. Belangrijke bevoegdheden o.g.v. de WOR.
- Kennisclip: Hrgw + Hrgb → zie kennisclip. Wordt verder niet behandeld. Hierin staat geregeld
dat ondernemingen zich moeten inschrijven in het handelsregister.
- Personenvennootschappen → bijzondere overeenkomst: overeenkomst tot samenwerking.
Aparte figuur want deze bewerkstelligt uiteindelijk een afgescheiden vermogen.
o Maatschap → art. 7A:655-685 BW
o VOF en Commanditaire Vennootschappen → art. 15-34 Wetboek van Koophandel
Begrip onderneming:
1) Van Schilfgaarde/Winter, nr. 2 → als sprake is van een organisatorisch verband gericht op
duurzame deelneming aan het economisch verkeer. Dus niet een eenmalig samenkomen van
mensen.
2) Art. 1 lid 1 sub c WOR, drie elementen → definitie onderneming:
o Organisatorisch verband
o Zelfstandige eenheid → gaat niet om natuurlijke persoon, maar een naar buiten
zelfstandig presenterende partij
o Arbeidsovereenkomst of publiekrechtelijke aanstelling (ambtenaar) → dus ook bij
provincies etc. is een OR opgesteld
3) Art. 1 lid 1 sub a SER-Fusiegedragsregels 2015 → precies dezelfde definitie als in de WOR.
Ook hier wordt de werknemer erkend. Deze regels beogen dat belangen van werknemers op
het juiste moment worden meegewogen in een fusie. In een vroeg stadium, in de
voorbereidende fase van de fusie, dat de werknemers ook een stem hebben en mee mogen
praten over de gevolgen van een fusie. De werknemers worden vertegenwoordigd in de
vorm van een vakbond (werknemersorganisaties). De bedoeling is dat een fusie in het begin
in het geheim gebeurd en als je die vakbonden mee laat praten dan moet je ervoor zorgen
dat zij hun mond dichthouden.
o Voorbeeld ABN Amro (zie PPT): vroeger ontzettend groot. En er was op enig moment
een overname aan de orde door LaSal. Consortium bestond uit 3 banken (Banco
Santader, Royal bank of Schotland en Fortis). In dit traject gaan we naar LaSal, geven
we het Consortium een kans, werden de vakbonden uitgenodigd om mee te praten.
1 vakbond overtrad de fusieregels. Geheimhoudingsplicht geschonden, de Unie
voorzitter had zich niet in het openbaar mogen uitlaten over het behoud van de
zelfstandigheid van de bank. Er zit dus geen sanctie aan, maar het is een berisping en
het schaadt de imago van deze vakbond en de gedachte is dat ze de volgende keer
bij een andere fusie het niet nogmaals zouden doen.
4) Handelsregisterwet 2007 (Hrgw):
o Stichting Accountants- en Belastingadviesbureau NCB
o Twee elementen:
▪ Het moet gaan om een bedrijfsuitoefening.
▪ Dat bedrijf moet duidelijk een winstoogmerk hebben → HR: het op
commerciële wijze deelnemen aan het economisch verkeer. Of je
daadwerkelijk winst maakt is niet aan de orde, maar als je op commerciële
, wijze deelneemt aan het economisch verkeer is het al voldoende en is sprake
van een onderneming en dan moet je je inschrijven in het Handelsregister.
o Conclusie: onderneming in de zin van de Hrgw
▪ Organisatorisch verband
▪ Arbeid
▪ Economische bedrijfsuitoefening
▪ Winstoogmerk
Verhouding vennootschap vs. onderneming:
- Boek 2 heeft rechtspersonen:
o Vereniging
o Coöperatie
o Vennootschappen → dus vennootschappen zijn soorten rechtspersonen
▪ NV
▪ BV
o Stichting
- Rechtspersoon heeft een onderneming. Je hebt een vennootschap en daaronder hangt een
onderneming. De vennootschap heeft een onderneming. De onderneming is geen
vastomlijnd iets, de vennootschap wel. Het vennootschap is dan een vierkant, de
onderneming is meer een rondje. Hoe moet je deze verhouding dan zien?
- Drie benaderingen:
o Reële benadering, ‘hebben’ i.d.z.v. behoren → de vennootschap heeft een
onderneming. Kijkt in Hrgw (van een rechtspersoon toebehorende onderneming).
Die onderneming is eigenlijk te zien als het vermogen van de vennootschap. Dus
moet je alle onderdelen van het vermogen apart overdragen. De onderneming is
geen rechtssubject, de vennootschap wel. De vennootschap heeft een onderneming.
Dus spreekt men altijd over het bestuur van de vennootschap, niet het bestuur van
de onderneming. Bij de onderneming heet dit de OR.
o Instrumentele benadering, ‘drijven’ → de eigenaar/vennootschap drijft de
onderneming. De onderneming staat in dienst van de vennootschap. De
onderneming is het instrument van de vennootschap om winst te maken.
o Institutionele benadering, ‘in stand houden’ → de ondernemer houdt de
onderneming in stand. De onderneming wordt in deze benadering iets meer gezien
als een eigenstandig organisme. Geen rechtssubject, maar bij deze benadering wordt
deze onderneming gezien als een institutie, organisatie van een belanghebbende.
Een van die belanghebbenden is de eigenaar, de vennootschap. De onderneming
staat voorop en deze benadering vind je terug in de WOR. De factor
kapitaal/zeggenschap en de factor arbeid zijn even belangrijk. Werknemers zijn net
zo belangrijk als de ondernemer snel.
Beroep en Bedrijf
Onderscheid tussen beroep en bedrijf is erg lastig en eigenlijk niet goed te maken. Sinds 1934 in de
wet en sinds die tijd is er al onduidelijkheid. In de literatuur zeggen ze dan ook dat het onderscheid er
eigenlijk niet is. Er is ook geen duidelijke scheidslijn en de begrippen sluiten elkaar niet uit.
Beroep:
- Bij beroepsuitoefening moet je denken aan werkzaamheden in de geestelijke sfeer → het
gaat om die persoon die de werkzaamheden verricht of dat product dat wordt aangeboden.
- Vrije zelfstandige beroepen → advocaten, notarissen, artsen en belastingconsulenten. De
persoonlijke kwaliteiten van de persoon die de werkzaamheden verricht zijn belangrijk. Bijv.
de schilder. Het gaat om bij uitstek persoonsgebonden werkzaamheden
, - Criterium: wat is de algemene gangbare maatschappelijke opvatting? → Kleermaker,
timmerman, winkelier, fabrikant, vervoerder en houder oefenen een bedrijf uit.
Bedrijf:
- Bedrijfsuitoefening ligt iets meer in de commerciële sfeer → dat primair wordt beoogd om
winst te maken. Als meer mensen samen georganiseerd zijn is een element dat van belang
kan zijn als sprake is van een bedrijf
- Bron in MvT WvK 1934: betrokkene treedt regelmatig en openlijk in zekere kwaliteit op om
voor zichzelf winst te behalen. Dan is er sprake van een bedrijf.
Het verschil tussen bedrijf en beroep:
- Bedrijf → stoffelijke dienstverlening
- Beroep → onstoffelijke dienstverlening (geestelijke sfeer, de persoon die werkzaamheden
verricht is van belang)
Of:
- Bedrijf → materialistisch
- Beroep → idealistisch. Gedachte: een advocaat is ook idealistisch bezig. Winkelier is meer uit
op winstbejag en dus materialistisch. Maar ook sommige advocaten zullen daar op uit zijn.
Dus een onduidelijke scheidslijn.
HR Sportschool Muramatsu:
- Feiten → meneer Muramatsu gaf karatelessen in zijn sportschool.
o Beroep:
▪ Geestelijke sfeer
▪ Onstoffelijk
▪ Idealistisch
▪ Vrije zelfstandige beroepen
▪ Persoonlijke kwaliteiten
o Bedrijf:
▪ Commerciële sfeer
▪ Stoffelijk
▪ Materialistisch
- Je gaat specifiek naar hem toe om van hem die lessen te volgen. De persoon is hier van
belang. Dus beroep. HR denkt daar anders over. Want de manier waarop hij die sportschool
heeft ingericht, is een wijze waarvan wij zeggen dat het naar algemene gangbare
maatschappelijke opvatting niet een beroep is. Dus niet de uitoefening van een beroep.
- R.o. 3.1 → HR: bij een beroep gaat het om bij uitstek persoonsgebonden werkzaamheden,
zoals werkzaamheden van intellectuele of kunstzinnige aard. Zonder dat daarbij omvangrijke
investeringen zijn gedaan door degene die de werkzaamheden heeft ingericht. In casu had hij
die sportschool ingericht, etc.
Is het onderscheid van belang? → Ja, om twee redenen:
- Bij personenvennootschappen → bij het oprichten hiervan moet je goed kijken wat je wil:
o Maatschap (art. 7A:1655 BW) → hier is sprake van beroepsuitoefening
o Vennootschap onder firma (art. 16 WvK) → hier is sprake van bedrijfsuitoefening
o Commanditaire vennootschap
- Voor het handelsregister → van belang voor de vraag hoe je je en of je je moet inschrijven in
het handelsregister:
o De beroepsbeoefenaar is in die hoedanigheid i.b. niet inschrijfplichtig → een bedrijf
met een onderneming moet zich dus wel inschrijven.
Maar onderscheid is aan het vervagen, want de ZZP’er heeft een onderneming en moet zich wel
inschrijven → en hier is dus die onduidelijke scheidslijn aan het vervagen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller astridmeijerink. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.80. You're not tied to anything after your purchase.