Dit document bevat een uitgebreide samenvatting van hoofdstuk 10 van Economie Integraal bovenbouw VWO. Het document vat de tekst uit het boek samen, geeft rekenvoorbeelden en geeft extra uitleg over lastige onderwerpen.
Hoofdstuk 10 intertemporele ruil: de collectieve sector
§1 de collectieve sector
Twee sectoren: particuliere/ private onderneming & collectieve/publieke sector
De collectieve sector
Bestaat uit alle overheidsinstellingen en zelfstandige bestuursorganen (zbo’s), inclusief de
zbo’s die de sociale zekerheid uitvoeren.
Centrale overheid, het rijk
= bestaat vooral uit de ministers uit Den Haag, zoals ministerie van onderwijs, cultuur
en wetenschappen en het ministerie van sociale zaken en werkgelegenheid. De
ministeries voeren de besluiten uit die zijn voorgesteld door het kabinet (waar de
verzamelde ministers zitting hebben) en goedgekeurd door het parlement (1 e en 2e
kamer).
Decentrale of lagere overheden
= bestaat uit provincies, waterschappen en de gemeenten.
Provincie: bepaalt bijv. waar wegen, spoorwegen, industriegebieden en
natuurgebieden komen. Daarvoor maakt de provincie structuurplannen.
Gemeenten: houden hier rekening bij het maken van bestemmingsplannen.
Waterschappen: gaan over het waterbeheer in een bepaald gebied.
Zelfstandige bestuursorganen
= instellingen die zelfstandig een overheidstaak uitvoeren. bijv. uitvoering van de
sociale zekerheid, zoals de Sociale verzekeringsbank (SVB) die de AOW en
kinderbijslag verzorgt. En het uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV)
die o.a. de werkloosheidsuitkeringen betaalt. In het algemeen worden de
socialeverzekeringsfondsen verzorgd door zbo’s.
Volksverzekeringen -> voor iedereen
Werknemersverzekeringen -> voor mensen in loondienst
Overige zbo’s : De Nederlandse bank, Staatsbosbeheer, Centraal orgaan opvang
asielzoekers, enz.
, Financiering
Private onderneming: opbrengsten van verkoop.
Collectieve sector: grotendeels door gedwongen afdrachten van de burgers.
Verschil belastingen en premies
Belastingen:
= zijn afdrachten aan de overheid zonder dat er sprake is van een tegenprestatie in het
individuele geval. -> voor het bedrag aan belasting dat je betaalt, komt dus geen evenredige
portie onderwijs, infrastructuur of veiligheid terug.
Premies:
= zijn afdrachten aan socialeverzekeringsfondsen, die in het geval van inkomensderving tot
een uitkering leiden. -> door premie te betalen neem je deel aan een verzekering.
Alle overheidstaken, dus die in het rijk en de lagere overheden, worden betaald uit
BELASTINGOPBRENGSTEN. (ook zbo’s)
De uitkeringen in het kader van de sociale zekerheid wordt gefinancierd uit
PREMIEOPBRENGSTEN.
MAAR uitzonderingen zoals AOW, kinderbijslagwet (AKW) en bijstandsuitkeringen.
§2 inkomsten van de collectieve sector
De inkomsten van de collectieve sector bestaan uit directe en indirecte belastingen, premies
en kleinere inkomstenbronnen.
Directe belastingen:
Direct aan overheid betaald.
Inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting, dividendbelasting, schenk- en
erfbelasting.
Indirecte belastingen:
Over de verkoop van vrijwel alle producten.
Btw (omzetbelasting), accijnzen, invoerrechten.
Premies
Financieren sociale zekerheid
Overige inkomsten
= bestaan voor een deel uit de niet-belastingsinkomsten. Voor een deels zijn dat
retributies (betalingen voor diensten die de overheid aan individuele burgers
verleent bijv. Paspoort). Andere inkomsten zijn heffingen van lagere overheden.
Belastingbeginsel
Draagkrachtbeginsel:
In Nederland is loon- en inkomstenbelasting progressief. Mensen met hogere
inkomens VERHOUDINGSWIJS meer belasting moeten betalen.
Profijtbeginsel:
Je betaalt meer belasting naarmate je meer gebruikmaakt van
overheidsvoorzieningen. (je krijgt er wat voor terug)
Solidariteitsbeginsel:
De sterkeren helpen de zwakkeren. Bijstandsuitkeringen en huurtoeslagen worden
betaald uit de belastingopbrengst.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper cleokooman. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor $3.79. Je zit daarna nergens aan vast.