Dit document is een samenvatting van het vak 'ziekenhuishygiëne' dat wordt gegeven door professor Schuermans. Het bevat alle notities die ik heb gemaakt tijdens de lessen en de inhoud van alle slides die werden gebruikt. Dit vak moet gevolgd worden om het certificaat als verpleegkundige ziekenhuis...
,Inhoudsopgave
1 Zorginfecties ...........................................................................................................................3
1.1 Inleiding..................................................................................................................................... 3
1.2 Factoren die het ontstaan van een infectie beïnvloeden ......................................................... 5
1.3 Vormen van zorginfecties ......................................................................................................... 6
1.4 Bronnen van kruisinfecties........................................................................................................ 7
1.5 Overdrachtswegen van kruisbesmettingen .............................................................................. 8
1.6 Preventieve maatregelen .......................................................................................................... 9
2 Algemene voorzorgsmaatregelen .......................................................................................... 10
2.1 Persoonlijke hygiëne en handhygiëne .................................................................................... 10
2.2 Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) ........................................................................... 12
2.3 Reiniging .................................................................................................................................. 14
2.4 Ontsmetting ............................................................................................................................ 15
2.5 Sterilisatie................................................................................................................................ 41
2.6 Principes van asepsis............................................................................................................... 47
3 Isolatiebeleid ........................................................................................................................ 47
3.1 Principes: bronnen en overdrachtswegen .............................................................................. 47
3.2 Bronisolatie/isolatie van besmettelijke patiënten .................................................................. 48
3.3 Protectieve/beschermende/omgekeerde isolatie .................................................................. 51
Samenvatting Ziekenhuishygiëne 2
,1 Zorginfecties
1.1 Inleiding
• De term ziekenhuisinfecties wordt niet zo veel meer gebruikt → er wordt nu gesproken over
zorginfecties (= infecties gebonden aan zorg)
• Doel ziekenhuishygiëne → voorkomen/preventie van hospitalisme (= bijkomende schade), die
bijkomende schade kan op verschillende vlakken:
o Sociaal
o Psychisch
o Fysiek
▪ Niet-infectieus (operatiefout, achterlaten van materiaal)
▪ Infectieus (infecties)
• Infectiepreventie en -beheersing houdt zich bezig met het voorkomen met het fysiek
hospitalisme → zorginfecties ten gevolge van hospitalisatie
• Definitie van zorginfecties
o Infecties die optreden bij patiënten tijdens (cutoff 48u) of in aansluiting met hun verblijf
in het ziekenhuis (evt. zelfs laattijdig) of breder in aansluiting met zorg (thuisverpleging
kan ook voor een zorginfectie zorgen)
o Infecties die optreden bij personeelsleden horen NIET bij zorginfecties
o Synoniemen van zorginfecties
▪ Iatrogene infectie
▪ Nosocomiale infectie (ziekte door zorg)
▪ Secundaire infectie
▪ Kruisinfectie
o Je kan patiënten hebben die een ziekte hebben die in zijn incubatieperiode zit en tot
uiting komt wanneer de patiënt in het ziekenhuis is → dit is een importinfectie
o Zorginfecties gaan dus puur over infecties die ontstaan zijn tijdens hospitalisatie/tijdens
zorg → alles wat zich manifesteert VOOR 48u zijn GEEN zorginfecties en alles NA 48u
wordt WEL gezien als een zorginfectie
▪ Soms geven bepaalde aandoeningen pas na 3-5 dagen symptomen na
besmetting → dus eigenlijk zouden we dit kunnen beschouwen als een
importinfectie, maar volgens de regel gaan we alles na 48u beschouwen als
zorginfectie → in dit geval dus ook
▪ Dit is na opname en in aansluiting met hospitalisatie → aangezien veel mensen
steeds sneller naar huis mogen na de zorg kunnen zorginfecties zich niet tijdens
het ziekenhuisverblijf manifesteren → ook al komt het thuis tot uiting, is het
nog altijd een zorginfectie
▪ De periode na een ingreep loopt tot 30 dagen na een ingreep → bij het
inbrengen van vreemd materiaal zoals protheses en kunstkleppen wordt de
periode verlengd tot 1-2 jaar omdat die infecties vaak laattijdig tot uiting komen
o Er zijn verschillende definities van zorginfecties zoals die van het CDC
o Er zijn ook definities omtrent zorginfecties in rusthuizen (NHAI)
Samenvatting Ziekenhuishygiëne 3
, • Vormen van zorginfecties (meest voorkomende)
o Urinaire infecties
▪ Komen het meeste voor
▪ Zijn vaak niet dodelijk, maar omdat ze zo vaak
voorkomen kosten ze veel aan antibiotica
▪ Vaak katheter-gerelateerd
o (Postoperatieve) wondinfecties
o Pneumonie
▪ Aspiratie
▪ Ventilator-geassocieerd (VAP)
o Bacteriemie/sepsis
▪ Vaak katheter-gerelateerd
▪ Kan ook secundair voorkomen doordat een infectie elders in het lichaam de
bloedbaan binnendringt
• Belang van zorginfecties
o Komen zeer frequent voor
▪ Prevalentie → 5-15% van patiënten (kan gaan van banale infectie tot
levensgevaarlijke complicaties)
▪ 50% op intensieve zorgen
▪ Attack rate: 0,75 - 5,2 per 100 opnames
▪ In België zit het totale prevalentiepercentage ronde de 6-7%
o Zijn zeer belangrijk omwille van:
▪ Morbiditeit → bijkomende schade
▪ Mortaliteit → grotere kans op overlijden
▪ Kostprijs
• Therapie
• Hospitalisatieduur
• → meer kosten voor maatschappij, verzekering en patiënt
▪ Verschillende infecties zorgen voor verleningen van hospitalisatieduur,
verhogingen van de kosten en grotere kans op overlijden afhankelijk van de
soort infectie → bestaan heel veel studies om dit aan te tonen
o Globale toename
▪ Als we kijken naar de percentages van de afgelopen jaren, gaan die niet
dramatisch naar boven omdat er meer kennis is en meer wordt geïnvesteerd →
maar het is een probleem omdat:
• Patiënten zijn veel kwetsbaarder geworden (vergrijzing, meer
transplantatiepatiënten)
• Invasieve procedures (beademing, ECMO, etc.) → meer kans op infectie
• Missing data → we moeten bewust zijn dat een groot percentage aan
infecties niet worden geregistreerd/worden gezien
▪ Grotere toename door multiresistente/epidemiologisch belangrijke micro-
organismen → er is een verschuiving naar kiemen die na verloop van tijd
resistent zijn aan alles → men moet terug zware antibiotica gaan gebruiken als
laatste redmiddel, maar het probleem was dat deze AB niet meer gemaakt werd
omdat ze te toxisch was → toont aan dat de preventie zo belangrijk is
▪ Landen die meer AB gebruiken, hebben ook meer resistente kiemen
Samenvatting Ziekenhuishygiëne 4
,1.2 Factoren die het ontstaan van een infectie beïnvloeden
• Als iemand besmet wordt met een kiem, wil dit niet zeggen dat die persoon ook automatisch
ziek zal worden en een infectie zal hebben → er zijn factoren die bijdragen tot infecties
• Besmetting/contaminatie
o = in aanraking komen van een weefsel of een voorwerp met micro-organismen zonder
ziek te worden, maar waarbij de micro-organismen op of in het voorwerp of weefsel
aanwezig blijven en zich eventueel vermeerderen.
o Iedereen is op dit moment besmet, want de mens is drager van veel kiemen op de huid,
in de darmen, etc. + alles wat in onze omgeving is ook besmet
o Wil niet zeggen dat we geïnfecteerd zijn
o Kiemdragerschap, kolonisatie
• Infectie
o = klinisch herkenbare ontstekingsreactie op een bacteriële of virale besmetting
o Kan symptomatisch zijn, maar ook asymptomatisch waarbij de diagnose wordt gesteld
door antistoffen in het lichaam
o Een besmetting wordt een infectie door:
1. Algemene weerstand van de patiënt
• Een patiënt met een goede algemene weerstand zal besmet geraken
maar niet ziek worden → algemene weerstand is heel belangrijk
• Gecompromitteerde gastheer (transplant, kankerpatiënten, dialyse,
ouderen, etc.) → grotere kans dat besmetting een infectie wordt
2. Lokale weerstand van de weefsels
• Niet alle weefsels verdedigen zich even goed tegen kiemen
• Huid verdedigt zich enorm goed (maar enkel bij intacte huid
• Slijmvliezen beschermen zich ook heel goed
• Bepaalde weefsels kunnen echt niet goed tegen kiemen zoals botten
3. Aantal besmettende kiemen
• Minimaal infectieuze dosis (MID)
o Kiemen < MID → geen ziekte
o Kiemen > MID → ziekte
• Voor veel kiemen weet men niet precies wat de MID is
o Voor Ebola weten we dat de MID heel laag is → dus je kan snel
geïnfecteerd worden ongeacht algemene en lokale weerstand
o Norovirus is ook zeer besmettelijk
• Andere kiemen, waarbij de meeste ziekenhuiskiemen horen hebben
gelukkig een hoge MID zoals E. Coli, Klebsiella, etc. → meestal spreekt
men van een MID > 100.000 bij ziekenhuiskiemen
• MID verschilt voor verschillende kiemen (bv. S. Typhi → MID = 10-100,
S. paratyphi → MID = 1000-10000, S. thypimurium → MID = 105-109)
4. Pathogeniciteit van de kiem/ziekmakend vermogen
• Voor elke kiem is het ziekmakend vermogen anders
• Conventioneel pathogenen → altijd ziekmakend
• Conditioneel pathogenen → ziekmakend onder bepaald voorwaarden
• Opportunist pathogenen → ziekmakend in specifieke omstandigheden
• (niet-pathogenen)
▪ → deze factoren zijn interdependent, bv. iemand met een lage weerstand kan
zeer zwaar ziek worden met een kiem met een lage pathogeniciteit
Samenvatting Ziekenhuishygiëne 5
, Soort pathogeen Betekenis Voorbeelden
Conventioneel Micro-organismen die steeds ziekten Staphylococcus aureus
veroorzaken bij gezonde personen in Mycobacterium tuberculosis
afwezigheid van specifieke immuniteit
Hepatitis A, B, C, HIV
Covid-19
Conditioneel Micro-organismen die slechts ziekten Staphylococcus epidermidis
veroorzaken bij personen met een Enterokokken
verminderde weerstand (+ pasgeborenen) of
Proteus
bij rechtstreekse inbrenging in een weefsel of
een normaal steriele lichaamsholte Klebsiella
Zijn kiemen die de mens heeft in de GI-tractus, Serratia
op de huid, etc. → zijn meestal banale Pseudomonas aeruginosa
kiemen, maar veroorzaken wel infecties in een
ziekenhuisomgeving omdat de immuniteit
minder is
Opportunistisch Micro-organismen die veralgemeende ziekten Atypische mycobacteria
veroorzaken, enkel bij personen met een sterk Nocardia
verminderde weerstand tegen infecties.
Pneumocystis carinii
Transplantatiepatiënten, kankerpatiënten,
onder zware immunosuppressiva, etc.
1.3 Vormen van zorginfecties
• Soorten infecties
o Auto-infectie/endogene infectie
▪ Kiem was reeds aanwezig bij de patiënt (normale flora) zonder ziekte te
veroorzaken
▪ De kiem gaat dan opeens een ziekte veroorzaken door een verlaagde
immuniteit, lokale afweer (postoperatieve wonden) → kiemen worden dan
virulenter
▪ Typisch bij hematologische patiënten omdat ze zwaar immuun-
gecompromitteerd zijn
▪ Zijn moeilijker om te voorkomen ten opzichte van kruisinfecties
o Kruisinfectie
▪ Infectie ten gevolge van een besmetting met een micro-organisme afkomstig uit
het ziekenhuis, waarmee de patiënt tot dan niet in aanraking was gekomen
▪ De kiem behoort niet tot de normale flora van de patiënt
▪ Deze infecties zijn gemakkelijker om te voorkomen
o Het is belangrijk om het onderscheid tussen deze soorten infecties te kennen want de
preventie is verschillend
• Epidemiologie van zorginfecties
o Wat is de veroorzaker van de zorginfectie
o Bron, reservoir → zorginfectie = kruisinfectie
o Eigen normale lichaamsflora → zorginfectie = endogene infectie/auto-infectie
Samenvatting Ziekenhuishygiëne 6
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Bjorn24. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.72. You're not tied to anything after your purchase.