100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Psychologie SW - cognitieve psychologie $3.21
Add to cart

Summary

Samenvatting Psychologie SW - cognitieve psychologie

 49 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting over de cognitieve psychologie voor het vak Psychologie voor de studenten Sociaal Werk aan de AP Hogeschool Antwerpen o.l.v. Marijke Tops. De samenvatting is een combinatie van de collegelessen en het boek " Het palet van de psychologie". De samenvatting telt 6 pagina's inclusief een i...

[Show more]

Preview 5 out of 7  pages

  • May 11, 2018
  • 7
  • 2017/2018
  • Summary
avatar-seller
PSYCHOLOGIE – HT 2 Cognitieve psychologie
1. Inleiding..............................................................................................................................................2
2. Uitgangspunten..................................................................................................................................2
3. Cogniteee theorieën..........................................................................................................................2
3.1. Cogniteee theorieën oeer de waarneming..................................................................................2
3.2. Geheugen en cogniteee schema’s..............................................................................................3
3.2.1. Beperkingen ean het geheugen............................................................................................4
3.2.1.1. Amnesie.........................................................................................................................4
3.2.1.1.1. Dissociateee amnesie.............................................................................................4
3.2.1.1.2. Organische amnesie................................................................................................4
4. Praktsche toepassingen ean de cogniteee psychologie....................................................................5
4.1. Cogniteee prothesen...................................................................................................................5
4.2. ROT: realiteits- oriëntate training...............................................................................................5
4.3. Geeen ean eoorlichtng................................................................................................................5
4.4. RET...............................................................................................................................................6
4.4.1. Het ABC-schema...................................................................................................................6
4.4.2. Het G – denken.....................................................................................................................6
4.5. Mindfulness.................................................................................................................................6
5. Kantekeningen...................................................................................................................................6




1

, 1. Inleiding
Cogniteee therapieën concentreren iich op het ter discussie stellen en vervangen van slecht
aangepaste overtuigingen die cliënten hebben. Cogniteee therapeuten spannen iich in om hun
cliënten strategieën aan te leren iodat iij de problemen in hun leven beter aankunnen. De
cogniteee psychologie is eooral een reactie op het behaviorisme. De basisuitgangspunten erean iijn
dan ook grotendeels tegengesteld.

- Goed te combineren met het biopsychosociale model
- Goed te combineren met de algemene systeemtheorie


2. Uitgangspunten
- Centralisme: inhoud ean de black box als het uitgangspunt eoor het eerklaren ean het
gedrag. De binnenkant wordt genomen als uitgangspunt.
- Begrijpen hoe gedrag tot stand komt
- Informatieverwerking staat centraal bij het begrijpen ean dit gedrag.
- De mens is een actief en creatief weeen: mensen iijn weiens die ielfstandig richtng kunnen
geeen aan hun leeen.
- Er is een essentieel verschil tussen mens en dier: mensen hebben beschikking oeer hun taal
waardoor ie gebruik maken ean symbolen om de werkelijkheid te ordenen.
- Kinderen verschillen weeenlijk van volwassenen be cogniteee eermogens iijn groter bij
eolwassenen.


3. Cognitieve theorieën
Cognitie : bewerking en ontwikkeling ean kennis en informate

Bij informateeerwerking spelen eeel functes een rol. Er bestaan 2 eerschillende cogniteee
processen:

- Doelbewuste cognitieve processen
- Automatische cognitieve processen

Onderscheid tussen proces en resultaat: ean het proces iijn we ons eaak niet bewust, wat wel io is
bij het resultaat.

3.1. Cognitieve theorieën over de waarneming
Waarnemen is een cyclisch proces. De eorming ean kennisstructuren komt tot stand door schemata.
De inhoud eerschilt ean persoon tot persoon o.b.e. indieiduele erearingen en cultuur .

Schema’s dienen als leidraad eoor het selecteren, coderen en eerwerken ean info. Er iijn 4
mechanismen te onderscheiden:

1. Schema’s beïneloeden welke info waargenomen wordt en welke genegeerd (selectie)
2. O.b.e. schema’s wordt aan de geselecteerde info een betekenis toegekend (interpretatie) en
wordt de info eerder eerwerkt tot nieuwe betekenissen (transformatie)
3. Schema’s beïneloeden welke info iemand uit iijn geheugen kan opladen (herinnering)
2

, 4. Schema’s beïneloeden en sturen het gedrag (actie)

Waarneming : een wisselwerking tussen cogniteee schema’s en info uit de omgeeing

Waarneming = cyclisch proces met drie fasen

De waarnemingscyclus werkt permanent. Niet
altjd wordt een cognitef schema bijgesteld

Waarnemingscycli kunnen bewust of onbewust
eerlopen.




3.2. Geheugen en cognitieve schema’s
1. Input: Prikkel
2. Sensorisch geheugen: iintuiglijk geheugen. Alle iintuigen hebben de mogelijkheid om in het
kort east te houden. Selecte maken en enkele prikkels door te sturen.
- Kortetermijn geheugen. De info die geselecteerd is wordt 2 minuten bijgehouden.
Geheugen kan getraind worden om meer info te leren op te slaan
- Langetermijngeheugen. Gaan dingen ooit eerloren? (heroproepen mogelijk)
3. Output: Gedrag, kennis…. Dit is alles wat je doet o.be. het geheugen.




De contextafhankelijkheid van het geheugen: interne en externe context iijn ean belang om het
geheugen te laten functoneren. Het geheugen is contextafankelijk.

- Als je iets leert in een context kan je het beter herinneren in deielfde context (extern).
- Bij erearing komt alles terug waarbij je hetielfde geeoel had (intern) .

Mensen hebben meerdere soorten geheugen die anders functioneren bij verschillende situaties. Be
geur koppelen aan een herinnering. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen het episodische en
semantsch geheugen:

- Semantisch geheugen is de opslag ean algemene kennis en eaardigheden. hier worden er
weinig emotes opgeroepen en het is ook weinig contextgebonden
- Episodisch geheugen draagt eeel herinneringen bij geeoel, context. Het is alles wat in het
persoonlijke logboek iit en met emotes eerbonden is.

Er iijn eerder ook eerschillende geheugenprocessen waar er onderscheid gemaakt wordt tussen

- Impliciete geheugenprocessen: info opslaan ionder dat we het weten
- Expliciete geheugenprocessen: info waarean je weet dat het eerwerkt is.

3

,Meestal eerloopt het impliciet.

Syndroom van corsakov: tekort aan eitamine b takelt het korte termijn geheugen af. Hierdoor
functoneert het werkgeheugen niet meer. Er wordt geen enkele info meer opgeslagen. Ergens blijft
geeoel opgeslagen maar dit kan niet worden opgeroepen.

3.2.1. Beperkingen van het geheugen
- Vluchtigheid: hoe langer de tjd er oeer heen gaat hoe meer we eergeten Gradueel eaken
vergeten
- Verstrooidheid: als er opnieuw iets wordt eertelt kunnen er extra details naar boeen komen.
- Blokkering: geheugensporen iijn minder toegankelijk. Blokkering kan door andere
gedachteschema’s
- Verkeerde atributies: leggen ean eerkeerde atributes.
- Vatbaarheid voor suggestie: alles wijsmaken
- Vertekening: dingen anders iien is afankelijk ean situate, omgeeing, geeoel…
- Persistentie: blijeen opdringen ean bepaalde geheugenschema’s be PSS

3.2.1.1. Amnesie
Amnesie: eerwijst naar geheel of gedeeltelijk geheugeneerlies. Deie term dekt een hele reeks ean
geheugenproblemen

3.2.1.1.1. Dissociatiei amnisii
Dissociatieve amnesie: het oneermogen om belangrijke persoonlijke info te herinneren als geeolg
ean een traumatische of stresserende ervaring. Als er teeeel op je afomt kan er een bepaalde
gebeurtenis uit het geheugen gewist worden. Deie amnesie is ean psychische oorsprong (psychische
trauma’s)
- Het geheugeneerlies is psychogeen
- De info lijkt niet eerloren te iijn
- Herstel ean geheugen is mogelijk in tjd therapie . Soms kan men ie onder hypnose weer
bereiken
- Beperkt in tjd

De dissociateee amnesie kent 4 types:
- Gelokaliseerd in tijd en duurt niet langer dan 48u. be bij eerkeersongeeallen (eluchtmisdrijf)
- Selectief aantal eaken vergeten maar niet alles; dit kan worden ontdekt bij therapie
- Veralgemeend : alles eolledig kwijt eoor een bepaalde periode
- Continu: aantal jaar of kortere periode wordt eergeten

Het episodisch geheugen wordt ontoegankelijk. Andere geheugens blijeen intact: persoonlijke info
ealt weg maar eaardigheden en kennis blijft in tact

3.2.1.1.2. Organischi amnisii
Organische amnesie: betreft het geheugeneerlies ten geeolge ean specifeke schade aan de
hersenen. Deie eorm kan bijna niet geneien worden.

Retrograde amnesie: hier leidt schade aan de hersenen tot geheugenverlies eoor gebeurtenissen die
iich afgespeeld hebben eoor de schade


4

, - De schade heeft toegang tot de opgeslagen herinneringen onmogelijk gemaakt
- Verleden is weg. Geen toegang tot lange termijn geheugen

Anterograde amnesie: de schade leidt tot problemen om nieuwe informatie te blijven onthouden

- Het opslaan ean nieuwe geheugensporen in het LTH is verstoord
- Geheugen stopt eanaf een bepaalde leefijd
- Vaak bij langdurige alcoholici en leidt tot permanente hersenbeschadiging. be. Syndroom ean
Korsakof door alcohol, eetstoornis

Kinderamnesie of infantiele amnesie: retrograde amnesie: io goed als geen herinneringen eoor 3 à 4
jaar. Geheugenstructuren eijn nog te ewak om episodische herinneringen permanent vast te leggen
(geheugensporen). Jonge kinderen hebben teeens nog geen structuren (schema’s) en woorden om
hun erearingen te kaderen. Daarom iijn onie vroegste kinderherinneringen fragmentarisch en
onsamenhangend.


4. Praktische toepassingen van de cognitieve psychologie
Tegenwoordig is cognitief werken eeer gangbaar. Toch staat het soms nog in een kwalijk daglicht.
Vaak hebben deie denkbeelden te maken met een gebrekkige kennis van cognitief werken ioals:

- Ratoneel, koel te werk gaan
- Geforceerd oplepelen ean denkbeelden
- Onwil als de cliënt niet stopt met ‘foutef’ denken

4.1. Cognitieve prothesen
Prothese eereult een functe terug. Bij de cogniteee functestoornissen wil dit ieggen dat er
structuur aangeboden wordt iodat gebrek hersteld wordt. Het bieden ean structuur helpt mensen
functoneren. Hiereoor bestaat training omdat mensen aan alles herinnert moeten worden . De
training eerloopt in handelingsstrategieën be alarm ieten, geheugensteun, nottes.

Met cogniteee prothesen wordt getracht de eerloren cogniteee functes te eereangen.

4.2. ROT: realiteits- oriëntatie training
Ook hier wordt gebruik gemaakt ean cognitieve prothesen. Oorspronkelijk ontwikkeld eoor chronisch
psychiatrische patënten. Het idee bij de training is dat de omgeving inspeelt in op het geheugen.

- De 24-uurstoepassing: Nog intacte functes proberen stmuleren. Be meerdere malen
opnieuw eoorstellen.
- Maatregelen in de materiële omgeving. Be wegwijier, klok, datum, … geheugen op
eerschillende manieren stmuleren.
- Validation : in je waarde laten (eeel oeereenkomsten uit humanistsche psychologie). Be
gebruiken in een latere fasen ean demente.

4.3. Geven van voorlichting
Psycho-educatie: aanleren hoe men meteen bepaalde problematek moet omgaan al dan niet
groepsgewijs (be aliheimercafes . Info wordt hier geeien als een therapeutisch middel

Ineichten uit de cognitieve psychologie bieden aanknopingspunten:

5

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kaatbeyens. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.21  1x  sold
  • (0)
Add to cart
Added