Summary
Rendement - Elementaire bedrijfseconomie 1 samenvatting hst 1 tm 5
- Course
- Institution
- Book
Elementaire bedrijfseconomie 1 is voor niveau mbo 3&4. Uitgever is ThiemeMeulenhoff.
[Show more]
Connected book
Book Title:
Author(s):
- Edition:
- ISBN:
- Edition:
7 reviews
By: ebotjer • 4 year ago
By: rkruiger • 4 year ago
By: shavella31 • 5 year ago
By: sharlinsintjago • 5 year ago
By: lynnlangenberg • 5 year ago
Super clear, and not too long-winded!
By: lakishadenswil • 5 year ago
By: yoramderuijter • 6 year ago
Seller
Follow
selmax
Reviews received
Content preview
Economie samenvatni geriode 3&4Hoofdstuk 1 Ondernemini / 1.1 Wat is een ondernemini?
Een orianisate is een iroep mensen die samenwerkt om een bepaald doel te bereiken. Voor
de orianisate is het belanirijk om een plannini te hebben waarin staan hoe zij het doeleen
willen bereiken. Hierbij maakt de orianisate iebruik van mensen, maar ook van middelen.
De middelen die iebruikt worden, zijn de productefactoren. Een orianisate moet zeiien
waar zij voor staan. Dat is de missie. Bij het beschreven van een missie iaat het onder meer
om:
- wie zijn wij? – waarom bestaan wij?
– Wat zijn onze waarden, normen en overtuiiinien?
De ondernemini moet een aansprekend toekomstbeeld bieden. Dat is de visie. In de visie
van de orianisate staat het doel dat de orianisate nastreef. Het iaat bij een visie om het
maken van verschil voor klanten en de maatschappij. Een orianisate moet ook beschrijven
lanis welke weien zij de doelen wil iaan bereiken. In een scenario staan hoe de mensen
betrokken zijn bij de missie, de visie, de keuzes die er zijn en welke voordelen en nadelen er
aan die keuzes ziten.
Een orianisate is economische zelfstandii als ze zelf voldoen inkomsten kan verwerven om
alle uitiaven te doen. Een bedrijf is een economisch zelfstandiie orianisate die zich toeleit
op de producte van ioederen en diensten. Een ondernemini is een bedrijf dat naar winst
streef en naar voortbestaan op de lanier termijn.
1.2 Doelen
Het doel van ondernemini worden vaak heel precies omschreven en iaan ook om andere
dinien dan alleen maar winst. Naast winst vinden ondernemers dat ze ook moeten leten op
milieu en personeel. Bij duurzaam ondernemen iaat het dan om ‘Triple g’. Dat zijn de 3 g’s
van geople, glanet, en groft. glanet staat voor milieu. Op milieuiebied is het van belani dat
onderneminien met zori omiaan met eneriie en natuurlijke hulpbronnen, dat ze aan
recyclini doen en dat ze hun afvaliassen en afvalwater zuiveren.
Op sociaal vlak egeople iaat het om het welzijn van het personeel. Geen kinderarbeid en
ieen ievaarlijke situates laten bestaan bij de producte. Wel zorien voor moielijkheid voor
opleidinien. De derde g staat voor groft. Winst maken betekent inkomen voor de eiienaars.
Maar ook andere belanihebbende van een ondernemini vinden het voortbestaan van de
ondernemini belanirijk.
1.3 Belanihebbenden
Veel iroepen hebben er belani bij dat het ioed iaat met een ondernemini. Je hebt
verschillende belanihebbende zoals:
- werknemers – leidiniievende
– uitzendbureaus – vakbonden
– vermoiensverschafers – leveranciers
– overheid – afnemers
,Economie samenvatni geriode 3&4
Werknemers, leidinggevenden en uitzendbureaus
Werknemers hebben hun arbeid als inbreni, in ruil daarvoor krijien ze loon. Je mai je nuti
voelen, jezelf ontplooien en zekerheid voor je bestaan zijn ook belanirijk.
Leidiniievende brenien ook hun arbeid in en hun ondernemers capaciteiten. Zij krijien loon
+ extra belonini als ze een bepaald minimumresultaat of tariet bereiken.
Uitzendbureaus krijien steeds meer invloed op onderneminien, omdat zij het moielijk
maken dat ondernemini op korte termijn werknemers kunnen inhuren.
Vakbonden, vermogensverschafers en leveranciers.
Vakbonden treden vaak namens de werknemers op. Zij zorien ervoor dat allerlei zaken ioed
zijn iereield en onderhandelen over arbeidsvoorwaarden en werkieleienheid.
Vermoiensverschafers van eiien en vreemd vermoien ieven een ondernemini de
moielijkheid projecten te fnancieren. De verschafers van vreemd vermoien, ebanken,
beleiiers ontvanien rente en in bijzondere ievallen ook zeiienschap.
Leveranciers leveren irondstofen, duurzame productemiddelen, verzekerinien, transport
en andere dienstverlenini.
Overheid en afnemers.
De overheid zorit voor randvoorwaarden zoals veiliiheid, infrastructuur. De overheid
ontvanit ook een deel van de winst in de vorm van belastnien.
Afnemers van de producten zorien ervoor de ondernemini haar producten en diensten kan
verkopen. Als afnemers andere eisen stellen aan de producten, zal de ondernemini hierop
moeten inspelen.
De belanien van de iroepen zijn zo verschillen. Als het ioed iaat met de ondernemini iaat
het ook ioed met de doelen. Toch zijn er iebeurtenissen die verschillend uitpakken voor de
iroepen, zoals:
- vaste werknemers ontslaan en meer uitzendbureaus iaan werken
– ioedkopere irondstofen iaan iebruiken, die meer afval veroorzaken
– hoiere lonen, waardoor er minder winst is voor de aandeelhouders
– streniere milieueisen, waardoor de producte duurder of misschien onmoielijk wordt.
1.4 Werkterrein
Goederen leien vaak een lanie wei af. Er zijn telkens bedrijven die iets met het product
doen, zodat het meer waard wordt. groduceren is dan ook waarde toevoeien. Als je die wei
weerieef in een schema, noem je dat een bedrijfskolom. Je hebt 4 productesectoren.
– grimaire sector – secundaire sector
– tertaire sector – quartaire sector
Primaire en secundaire sector
Bedrijven in de primaire sector winnen hun producten uit de natuur. Bijv. mijn/landbouw
Bedrijven in de secundaire sector verwerken de irondstofen en natuurproducten uit de
primaire sector en maken daar eindproducten en halfabricaten van. Bijv. meubelfabriek,
worstmakerijen.
, Economie samenvatni geriode 3&4
Tertiaire en uuartaire sector
Bedrijven in de tertaire sector zijn dienstverlenende bedrijven. Het iaat onder meer om
handel, transport en administrate enc. Het kunnen benzinestatons, supermarken en
juweliers zijn. Het zijn altjd onderneminien, omdat deze bedrijven naar winst streven. Een
andere naam is commerciële dienstensector.
Bedrijven in de quartaire sector zijn ook dienstverlenende bedrijven, maar ze streven niet
naar winst. Het is moielijk dat de bedrijven kostendekkend moeten werken, maar het is
moielijk dat ze ook subsidies krijien. Ze zijn dan niet economisch zelfstandii. Bijv.
ziekenhuis, brandweer.
1.5 Handelsonderneminien
Een handelsondernemini maakt de producten niet zelf, maar koopt de producten in. Dat kan
rechtstreeks van een producent zijn, maar een handelaar kan ook bij de iroothandel kopen.
Deze iroothandel koopt dan de artkelen op bij de producenten. De handel heef een aantal
taken; zoals.
– collecteren – opslaan
– sorteren – assorteren
– distribueren – fnancieren
– verkoop bevorderen
Collecteren, opslaan, sorteren
De handelaar koopt ioederen bij een aantal producenten. Op deze manier verzamelt de
handelaar verschillende soorten ioederen ecollecteren .
Als de handelaar het verschil in tjd wil overbruiien, moet hij ioederen opslaan. De
handelaar heef voorraden. Soms zijn aan het opslaan hoie kosten verbonden zoals koelini.
Niet alle producten zijn van ielijke kwaliteit of van dezelfde iroote. Tijdens de opslai iaat
de handelaar sorteren. Bijv. sorteren naar iroote.
Assorteren, distribueren, fnancieren en verkoop bevorderen.
De handelaar wil verschillende producten en kwaliteiten aanbieden, daarom probeert hij
een assortment producten aan te bieden. Dit is assorteren.
Als de ioederen door een klein aantal handelaren zijn opiekocht, zorien deze handelaren er
ook voor dat deze ioederen bij de consument terechtkomen. Een ander woord voor
distribueren is verdelen.
Om te kunnen leven zal de handelaar vaak de boer fnancieren. In dit ieval ontvanit de boer
dus eerst ield, een heel tjd later levert bij de landbouwproducten.
Eén van de taken van de handelaar is de producten onder de aandacht brenien en zo de
verkoop bevorderen. Bijv. door reclame
Verkoopkosten kunnen onder andere bestaan uit transportkosten, reclamekosten, de kosten
van de verteienwoordiiers en kosten van de verkoopruimten. De handelaar heef een idee
over inkoopprijs en verkoopprijs. Van de brutowinst moet bedrijfskosten af. Wat overblijf is
netowinst per product.
Berekenini: Verkoopprijs – inkoopprijs = Brutowinst – bedrijfskosten = Netowinst
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller selmax. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.83. You're not tied to anything after your purchase.
Can Stuvia be trusted?
4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)
52510 documents were sold in the last 30 days
Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now