Gradatie van organisatie niveaus hebben invloed op hoe selectie uitwerkt.
Genen zitten in een individu, die verklaren wat er gebeurt op populatie niveau. Populaties vormen
een ecosysteem en ecosystemen vormen het leven op aarde.
Invloed van natuurlijke selectie op individuen (evolutie theorie van Charles Darwin)
- Darwin kon alleen de individuen zien en niet de genen
- Darwins principes:
o Variatie in eigenschappen tussen individuen
o Variatie door random proces
o Deel van de variatie is erfelijk
o Individuen hebben grote capaciteit om voort te planten
o Eindige resources
o Competitie voor resources
o Verschil in contributie aan de volgende generatie
- Niet fitte individuen overleven niet → darwinian selectie
- Surivival of the fittest → fitste individuen overleven en dragen daarmee het meest bij aan de
volgende generatie en worden daardoor de dominante soort in een populatie. Zo kunnen
mutaties zich in een populatie verspreiden als ze nuttig zijn.
Voorbeelden van selectie op individueel niveau:
- Domesticatie van dieren, fokken van dieren
- Plant kruisingen
- Resistentie tegen pesticiden / antibiotica
- Nieuwe selectie regimes in een veld (industrial melanism in moths)
- Selectie in laboratorium populaties (Drosophila vliegen)
o Artificiele evolutie → kiezen van een eigenschap die ze willen, zoals de vleugels of
levensduur. De vliegen hebben een korte levenscyclus.
o Experimentele evolutie → omgeving creeren waaruit selectie dan ontstaat
▪ Selectie op leervermogen
Selectie op leervermogen:
Testen door deze setup →
Fruitvliegen in gevarieerde populatie . Opstelling waarin de vliegen een associatie konden leren.
,Twee verschillende geuren. Fruitvliegen hebben een afkeer van quinine. Bij de ene geur werd quinine
bij gestopt. De vliegjes leren dan de associatie sinaasappel en quinine (niet eitjes leggen).
De vliegjes die eitjes legden in de ananas geur werden steeds gekozen. (die hadden iets geleerd).
Volgende keer quinine in ananas. Nu worden de vliegjes gekozen op die met de eitjes in sinaasappel.
ALLEEN DE EITJES GAAN DOOR NAAR DE VOLGENDE RONDE DUS ALLEEN DE GENERATIE.
- Waarom de andere geuren dan? → omdat je test of de generatie iets kan leren
Conclusie: percentages vergeleken en je kan selecteren op slimmere vliegjes
Vergelijking was met controle groep die nooit quinine was aangeboden.
Na minder conditioning cycles leren de selectie lijnen iets nieuws en ze vergeten het minder snel dan
de controle groep wanneer ze na 50 generaties selectie de proef moeten doen.
Invloed van natuurlijke selectie op genen:
Neo darwin principes:
- Selectie op individuen MAAR een individu is maar een tijdelijk voertuig voor gen replicatie.
- Dus de natuurlijke selectie heeft invloed op de genetische variatie
- Fitness: effectieve genetische bijdrage in de genenpool van de volgende generatie
Voorbeelden:
- Parasiet geïnduceerd host gedrag (eigenschappen niet door genen maar door genen van
parasiet).
o VB: mier normaal zwart maar met parasiet een soort bes achtig uiterlijk. Vogels
pikken hier in en verspreiden zo de parasiet.
o Host beschermt parasiet → rups gastheer van wesp, de rups is een soort bodyguard
van de sluipwesp.
- Seksuele selectie (genen in beide seksen maar alleen in 1 van de twee tot uiting gebracht)
o VB: widowbirds. Veel mannetjes gaan te vroeg dood omdat ze met een lange staart
vrouwtjes aantrekken maar daarmee ook sneller gepakt worden en dus korter leven.
- Kin selectie ( verwantschap beïnvloedt altruïstisch gedrag)
o Verwantschap = genetische identitiet door descendants (zussen hebben genen
gemeen).
o VB: white fronted bee eaters helpen liever verwanten dan anderen.
Natuurlijke selectie onder groep competitie:
Groepen & populaties
,Wynne-Edwards hypothese over groeps selectie:
- Als een populatie te weinig eten heeft zou hij uitsterven
- Aanpassingen moeten evolueren zodat elke groep zijn mate van resource verbruik beheerst.
- Afwijzing van de hypothese: vrijwilliger birth control voor het goede van de populatie kan
niet evolueren omdat het een zwak heeft voor cheaters die niet meedoen. TENZIJ er een
manier is om die te straffen en stoppen.
- VB: papier wespen . Ze testen elkaars sterkte en dat bepaalt hoeveel eieren je mag leggen. Je
kan zien hoe sterk een wesp is aan zwart op het gele deel van het gezicht. Met marker is dit
niet te manipuleren omdat ze dat kunnen herkennen. Die wesp wordt dan expres veel
gebeten. Koningin en werkers eten eitjes van andere werkers. → policing.
Wilson:
- Altruïsme kan evolueren als groepen klein en geïsoleerd zijn.
- OF wanneer de altruïsten positiever associëren.
- OF als cheaters herkend kunnen worden en gestopt.
Selectie in groepen promote andere eigenschappen dan selectie tussen groepen
Dit is ook zo bij ziektes:
- Selectie in een host promoot de snelle groei van pathogenen
- Snelle groei van pathogenen gaat ten koste van de host
- Host gaat sneller dood en pathogeen heeft minder kans om te worden verspreid
- DUS pathogenen zijn hierdoor vaak minder dodelijk door groep selectie. (intermediate).
Hoorcollege 2:
Intro:
Je moet opletten dat je niet aan “adaptive storytelling” doet. Soms is er iets wat nu een functie heeft
maar oorspronkelijk was het misschien niet daarvoor bedoeld.
➔ Grootmoeder hypothese: waarom zijn oma’s nodig? Ze kunnen zich niet meer voortplanten.
Dit ZOU kunnen komen omdat het de voorplanting van de kinderen vergroot. Als de oma met
de familie leefde dan was er een groter succes dat de kinderen overleefden. De vraag is of dit
erfelijk kan zijn.
Genetische variatie:
Variatie kan komen door genen, omgeving, of genotype door omgeving interactie (sommige genen
zijn vatbaarder voor omgeving dan anderen).
Mensen zijn diploid (twee sets chromosomen). Door meiose maken we haploide ei en spermacellen.
Twee individuen kunnen dus verschillende nakomelingen produceren.
, Types genetische variatie:
Single nucleotide polymorphism (SNP) → 1 nucleotide is veranderd.
Indels → insertion of deletion
Structural variation → inversions, translocation
Copy-number variation → duplications
Transposable elements
Hardy-Weinberg equilibrium:
- De allel frequentie in een populatie verandert NIET tussen generaties als er geen selectie,
mutatie en migratie is & de populatie is groot genoeg en mating is random. Dit gebeurt nooit
perfect maar in veel populaties is het dichtbij genoeg.
- Het beschrijft een bi-allelic locus (diploid).
- Allel frequenties: P + q = 1
- Genotype frequenties: P^2 + 2pq + q^2 = 1
- Afwijking met Chi kwadraat→ ( O-E ) ^2 / E
Degrees of freedom = k – 1 – m
K = number of genotypes
M = number of independent allele frequencies estimated from the data
Pchisq (X^2 , df)
Redenen voor mutaties:
- Fouten in replicatie
o De basen ( A , C, G, T) hebben een intrinsieke instabiliteit. C gaat soms vanzelf naar T
door te reageren met water en een methylgroep te verliezen. Bij replicatie komt er
(als eerst de verkeerde T-G combi niet is herkend en verbeterd) nu een A tegenover
en niet de juiste G. Nu is deze replicatie anders dan het oorspronkelijke DNA. A-T ipv
C-G → dit heet SNP en die is nu fixed en kan niet zomaar meer terug.
o Replication slippage → er komt een extra base bij, bv A. Bij de volgende replicatie
wordt de strand die de extra base heeft gekopieerd met een matching base T voor de
toegevoegde base A.
- Fouten in het fixen van DNA
o Chemische of oxidatieve schade van nucleotiden
o Inversion → Soms breekt DNA. Bij het herstellen wordt de volgorde soms
omgedraaid. VB: Er zijn kemphanen die een territorium verdedigen om vrouwtjes te
lokken. Twee andere soorten: mannetjes die op een vrouwtje lijken maar eigenlijk
male zijn & mannetjes die proberen de vrouwtjes weg te lokken bij een ander
territorium. De mannetjes die een territorium verdedigen hebben het
oorspronkelijke DNA en de andere twee hebben een inversie. Als je homozygoot
bent voor de inversie ga je dood. De inversie strategieën zijn wel meer succesvol dan
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller corrinafleck. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.02. You're not tied to anything after your purchase.