Deze samenvatting werd gemaakt op basis van het handboek en de PowerPoints uit de les en telt 132 pagina's. Deze is dus best uitgebreid en beschrijft duidelijk de context van de verschillende thema's + bevat de belangrijkste schema's en afbeeldingen. Met deze 4 dagen door te nemen, behaalde ik een ...
DEEL 1: DE ONTWIKKELING VAN
HET KIND
1. Een inleiding in de ontwikkeling van het kind
1.1 Een oriëntatie op de ontwikkelingspsychologie
1.1.1 De reikwijdte van het vakgebied
Thematische gebieden binnen de ontwikkelingspsychologie
= de wetenschappelijke studie naar groei, verandering en stabiliteit
Ontwikkelings-
psychologie bij mensen, van conceptie tot ouderdom, maar met een accent op
de jaren tot de volwassenheid.
Fysieke = ontwikkeling die betrekking heeft op de fysieke opbouw van het
ontwikkeling lichaam, zoals de hersenen, het zenuwstelsel, de spieren, de zintuigen
en de behoeften aan eten, drinken en slaap.
Cognitieve = ontwikkeling die betrekking heeft op intellectuele vermogens, zoals
ontwikkeling denken, leren, geheugen en probleemoplossing.
Sociaal- = ontwikkeling die betrekking heeft op sociale relaties, interacties met
emotionele
anderen en op het omgaan met emoties.
ontwikkeling
Persoonlijkheids- = ontwikkeling van duurzame gedragingen en (karakter-)
ontwikkeling eigenschappen die de ene persoon van de andere onderscheiden.
Leeftijdsgroepen
Peuter- en
Prenatale periode Babtijd Schooltijd
kleutertijd
(conceptie-geboorte) (geboorte-2j) (6j-12j)
(2j-6j)
1.1.2 Invloeden op de ontwikkeling: ontwikkelen in een sociale wereld
• Cohort = een groep mensen die rond dezelfde tijd op dezelfde plek zijn geboren.
• Normatieve invloeden = gebeurtenissen die zich voor de meeste individuen binnen
een groep op dezelfde manier voltrokken.
1
, o Historisch bepaalde invloeden: omgevingsinvloeden en biologische invloeden
die verbonden zijn aan een specifiek historisch moment (= cohorteffecten).
o Leeftijdsgebonden invloeden: omgevingsinvloeden en biologische invloeden
die gelijk zijn voor mensen in een bepaalde leeftijdsgroep, ongeacht waar of
wanneer ze opgroeien.
o Sociaal-culturele invloeden, zoals etnische afkomst, sociale klasse,
lidmaatschap van een subcultuur…
• Niet-normatieve invloeden: specifieke gebeurtenissen die plaatsvinden in het leven
van een bepaald persoon, terwijl de meeste andere mensen hier niet mee te maken
krijgen.
1.2 Kinderen: verleden, heden, toekomst
1.2.1 Vroege denkbeelden over kinderen
• Philippe Ariès: kinderen pas eigen status rond 1600
• Daarvoor: miniatuurvolwassenen
• Vanaf 1700: babybiografieën (= geschriften waarin kinderen methodisch werden
bestudeerd)
• Later: meer systematisch karakter dankzij Charles Darwin
1.2.2 De twintigste eeuw: ontwikkelingspsychologie als discipline
• Vanaf 20ste eeuw: grootschalige, systematische en langdurige onderzoeken naar
grote groepen kinderen en hun ontwikkeling tijdens de rest van hun leven
• Invloedrijke denkers: Binet, Hall en Gessel
1.2.3 Vraagstukken bij de thema’s van de ontwikkelingspsychologie
Continue verandering versus discontinue verandering
2
, • Continue verandering
o Geleidelijke ontwikkeling
o Kwantitatieve ontwikkeling
o Prestaties op een bepaald niveau vloeien voort uit die op vorige niveaus
• Discontinue verandering
o Ontwikkeling in aparte stappen of stadia
o Kwalitatieve verschillen
o Elk stadium levert gedrag op dat qua inhoud en hoedanigheid anders is dan
gedrag in eerdere stadia
Kritieke en gevoelige perioden: de invloed van de omgeving
• Kritieke periode = een specifieke tijdsspanne in de ontwikkeling waarin bepaalde
stimuli noodzakelijk zijn. Wanneer deze stimuli ontbreken, kan deze periode de
grootste – en zelfs onomkeerbare – gevolgen teweegbrengen.
• Stimuli = prikkels, oftewel veranderingen in de uitwendige of inwendige omgeving
waarop een organisme reageert.
• Plasticiteit = de mate waarin een zich ontwikkelend gedragspatroon of fysieke
structuur veranderbaar is.
• Gevoelige periode = een afbakende tijdsspanne, meestal vroeg in het leven, waarin
mensen extra gevoelig zijn voor bepaalde omgevingsinvloeden en sterk ontvankelijk
zijn voor het leren van specifieke vaardigheden (1j-5j).
• Mensen zijn flexibeler dan eerder gedacht; grotere plasticiteit van het brein
=> “gevoelige” periode i.p.v. “kritieke” periode
• Opmerking: taal heeft meerdere kritische perioden!
• 1000 dagen (3j) een mythe? Ja en nee:
o Te eenvoudig (en daardoor aantrekkelijk)
o Plasticiteit van de hersenen onderschat
o Ontwikkeling hersenen tot ruwweg 24j
Levensloopmodel versus focus op specifieke perioden
• Vroege ontwikkelingspsychologen: kindertijd en adolescentie
• Moderne theorieën: doorgaande groei en verandering in de loop van het leven en
verbanden tussen verschillende perioden = levensloopmodel
De relatieve invloed van nature en nurture op de ontwikkeling
Nature-nurturedebat = de discussie over de oorsprong van ons gedrag en onze
eigenschappen; in hoeverre komen deze voort uit onze aanleg en in hoeverre uit onze
opvoeding en leefomgeving?
• Nature: verwijst naar eigenschappen, vermogens en capaciteiten die mensen van
hun ouders erven. Het omvat elke factor die het resultaat is van voorbestemde
genetische informatie, een proces dat bekendstaat als maturatie.
o Elk individu heeft een unieke genetische code (uitz: ééneiige tweeling)
o Nativisme
• Nurture: verwijst naar de (biologische, sociale, of maatschappelijke)
omgevingsinvloeden die ons gedrag bepalen.
o Kind wordt geboren als onbeschreven blad; opvoeding bepaalt ontwikkeling
o Cfr. Empirisme (bv. Locke) en behaviorisme (bv. Pavlov, Watson)
• Doorheen de ontwikkeling staan deze factoren in dynamische transacties (reeks van
dynamische, reciproke interacties) met elkaar.
• Transactionele processen kunnen tot escalatie (waterval) van problemen leiden.
o Opmerking: kunnen ook omgekeerd ontwikkeling in goede zin sturen
• Multideterminisme = een veelheid van factoren binnen het individu en in de context
spelen een (interactieve) rol in ontwikkeling
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller zoeberckmoes. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.51. You're not tied to anything after your purchase.