100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting/leerdoelen Recht $6.67
Add to cart

Summary

Samenvatting/leerdoelen Recht

 0 view  0 purchase
  • Course
  • Institution

Dit document bevat de uitwerking van leerdoelen voor het vak recht.

Preview 3 out of 22  pages

  • January 15, 2024
  • 22
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Week 1: Wat is recht en wat zijn rechtsbronnen?
Leerdoelen

 Je kunt aangeven waar het recht vandaan komt, wat het recht omkleedt en kent de
verschillende rechtsbronnen van het Nederlandse recht.
De samenleving kan niet functioneren zonder rechtspraak. Samen leven leidt
onvermijdelijk tot conflicten. Iedereen moet gelijke rechten hebben.
Verschillende rechtsbronnen zijn:
1. De wet
2. De jurisprudentie (de rechtspraak)
3. De gewoonte
4. Rechtsleer of doctrine
In Nederland kennen we 3 soorten recht:
1. Het civiel recht  ook wel het burgerlijk recht genoemd en beschrijft de regels
voor de onderlinge verhoudingen tussen personen.
2. Het strafrecht  In het strafrecht zijn de regels vastgelegd waaraan burgers zich
moeten houden. Houdt iemand zich niet aan deze regels, dan pleegt hij een strafbaar
feit.
3. Bestuursrecht  Beschrijft de regels die voorschrijven op welke manier
overheidsorganen besluiten moeten nemen.
Onderwerpen
- Omschrijving en doel recht.
Het recht wordt kenmerkelijk gezien als een belangrijk instrument om de samenleving te
beïnvloeden. Wat het recht precies moet bereiken, welk doel wordt nagestreefd, is een zaak
van politieke keuzes. Het is de taak van de politiek om antwoord te geven op verschillende
vragen. Het recht is een verzamelnaam voor alle regels die er bestaan. In de regels staat wat
je wel en wat je niet mag doen. Soms staat er op welke manier je iets moet doen. Het recht
moet er voor zorgen dat mensen goed met elkaar kunnen samenleven. Het doel van het
recht is het ordenen van de samenleving, het voorkomen van conflicten en het geven van
regels als er toch conflicten ontstaan.
- De rechtsgebieden: verschillen en overeenkomsten.
Rechtsgebieden:
1. Het strafrecht  de strafrechter beoordeelt of iemand een strafbaar feit heeft gepleegd
en daarvoor gestraft moet worden. Rechters die strafbare feiten berechten zijn bijvoorbeeld
een politierechter, kinderrechter of kantonrechter.
2. Het civiel recht  daarin gaat het om conflicten tussen;
- Particulieren
- Organisaties
- particulieren en organisaties
De kantonrechter of de civiele rechter behandelt de civielrechtelijke zaken.
3. Het bestuursrecht  bespreekt recht in conflicten tussen:
- particulieren en overheid
- organisaties en overheid
- Indeling recht
De rechtswetenschap gebruikt een systeem van onderverdelingen, of classificaties, om zo

,vanuit het algemene rechtsbegrip de weg makkelijker te kunne vinden naar een specifiek
onderdeel van het recht. Er zijn indelingen naar de bron, land, rechtssysteem of onderwerp.
Classificatie naar bron:
- Natuurrecht
- Positief recht
- Gewoonterecht
Classificatie naar onderwerp:
- Burgerlijk recht
- Staatsrecht
- Bestuursrecht
- Strafrecht
- Kenmerken van de rechterlijke macht.
De rechterlijke macht is in een rechtsstaat de macht die bestaat ui de leden van het
openbaar ministerie en de leden van de rechtbanken/gerechtshoven, waaraan de
rechtspraak is opgedragen. De rechtelijke macht macht valt uiteen in de
rechters/raadsheren (zittende magistratuur) en de officieren van justitie/advocaten-generaal
(staande magistratuur).
- De rechterlijke organisatie en het karakter van de burgerlijke rechtspraak, straf- en
bestuursrechtspraak.
In de wet op rechterlijke organisatie staat welke gerechten behoren tot de rechterlijke
macht. Dit zijn; de hoge raad, de gerechtshoven, de arrondissementsrechtbanken en de
kantongerechten.
Wanneer iemand een probleem heeft wordt dit probleem eerst voorgelegd aan de
kantonrechter of rechtbank. Als iemand het niet eens is met de uitspraak van die rechter kan
diegene in hoger beroep gaan bij het gerechtshof om de uitspraak aan te vechten. Als
diegene het nog niet eens is met de uitspraak in hoger beroep dan kan diegene ook in
cassatie gaan bij de hoge raad. Het belangrijkste verschil tussen hoger beroep en cassatie is
dat in hoger beroep de zaak geheeld opnieuw ter beoordeling kan worden voorgelegd en in
cassatie niet; in cassatie beoordeelt de hoge raad alleen of in hoger beroep het recht goed is
toegepast.
- Grondrechten: klassiek en sociaal.
Er zijn 2 soorten grondrechten:
1. klassieke grondrechten  de burgerlijke en politieke rechten. Rechten die de burgers
bescherming bieden tegen de overheid. Dit zijn onder andere het kiesrecht, vrijheid van
meningsuiting, recht op privacy, godsdienstrechten en discriminatieverbod.
2. Sociale grondrechten  de economische, sociale en culturele rechten. Dit zijn onder
andere het recht op huisvesting, sociale zekerheid, gezondheidszorg en onderwijs.
- De machtenscheiding: betekenis en doel.
De machtenscheiding ook wel de trias politica genoemd van Montesquieu (1689-1775) is een
belangrijk kenmerk van een rechtsstaat. Het is om de onafhankelijkheid van de
rechtsprekende macht te waarborgen en bestaat uit;
1. De wetgevende macht  bestaat uit het parlement (1e en 2e kamer) en de regering. De
meeste wetsvoorstellen komen van de regering, het parlement moet vervolgens instemmen
met het wetsvoorstel, anders kan het geen wet woorden.
2. De uitvoerende macht  bestaat uit de regering. De regering geeft namelijk de leiding
aan de ministeries en hun ambtenaren, die zich bezighouden met de uitvoering van wetten.
De uitvoerende macht moet rekening houden met de wetgevende macht.

, 3. De rechtelijke macht  bestaat uit de rechters en het OM. De rechters spreken recht op
basis van wetten, verdragen, gewoonten en eerdere rechterlijke uitspraken (Jurisprudentie).

Week 2: Civiel recht

Leerdoelen
 Je kunt aangeven wat het civiel recht is, wat hierin staat en de belangrijkste
beginselen ervan.
Civiel recht wordt ook wel het burgerlijk recht genoemd. Het regelt de rechten en
plichten die burgers hebben ten opzichte van elkaar. Maar ook de juridische
spelregels tussen bedrijven en tussen burgers en bedrijven vallen onder het civiele
recht. Als je bijvoorbeeld iets koopt of huurt of ergens gaat werken heb je hiermee te
maken.
Onder civiel recht vallen:
- Huurrecht
- Arbeidsrecht
- Familierecht
Onderwerpen
- Het verschil tussen publiekrecht en privaatrecht.
Publiek recht = het geheel van regels over de verhouding tussen burgers onderling, tussen
bedrijven onderling en tussen burgers en bedrijven. Dus de verhouding van burgers
onderling.
Privaatrecht = het geheeld van regels over de verhouding tussen burgers tot de overheid.
- Beginselen en toepassing van het privaatrecht.
De belangrijkste beginselen en uitganspunten van het privaatrecht zijn;
- Contractsvrijheid
- Vormvrijheid
- Pacta sunt servanda ( overeenkomsten moeten worden nagekomen)
- Redelijkheid en billijkheid
- Bijzonder gaat voor algemeen
- Relativiteit
- Privaatrecht: achtergrond verschil tussen dwingend en regelend recht.
Een overeenkomst wordt beheerst door twee soorten wettelijke regels:
1. Dwingend  bepalingen waarvan niet mag worden afgeweken.
2. Regelend  bepalingen waarvan wel mag worden afgeweken.
- Opbouw en kenmerken van het burgerlijk recht in het Burgerlijk Wetboek (BW).
Het BW is onderverdeeld in 9 verschillende boeken en vormen in een gelaagde structuur.
Deze structuur houdt in dat er wordt gestart met voornamelijk algemene regels en dat
daarna pas de specifieke regels aan bod komen. Hoe eerder een regel wordt genoemd in het
BW, hoe algemener deze van aard is. Als de regel verder in het BW is opgenomen, dan
betreft het een meer specifieke regel voor een bepaalde concrete situatie. Het boeknummer
en artikelnummer worden korter opgeschreven door deze te scheiden met een dubbele
punt. De daaropvolgende onderverdelingen worden verkort door middel van het woord ‘lid’
en ‘sub’ of ‘juncto’.
- Kenmerken van verbintenissen.
Een verbintenis is een rechtsverhouding waarbij de ene partij (schuldenaar of debiteur) een
prestatie verschuldigd is aan de andere partij (schuldeisers of crediteur). De verbintenis

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller dounyaajubi. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.67. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

48298 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$6.67
  • (0)
Add to cart
Added