,Inhoudsopgave
Week 1 ....................................................................................................................................... 4
Hoorcollege 1, deel 1: the RNR-model, crimogenic needs & clinical relevance .................... 4
Hoorcollege 1, deel 2: Addiction and Adverse Childhood Experiences (ACE) in forensic
psychiatry: underexposed and undertreated? ...................................................................... 5
Hoorcollege 2: Forensic Psychopathology symptoms (axis 1- DSM 5)................................... 8
Literatuur.............................................................................................................................. 13
Janković M, Boxtel Gv, Masthoff E, Caluwé ED and Bogaerts S (2021) The Long-Term
Changes in Dynamic Risk and Protective Factors Over Time in a Nationwide Sample of
Dutch Forensic Psychiatric Patients ................................................................................. 13
Janković M, Masthoff E, Spreen M, de Looff P and Bogaerts S (2021) A Latent Class
Analysis of Forensic Psychiatric Patients in Relation to Risk and Protective Factors ....... 15
Bogaerts, S., Spreen, M., Masthoff, E., & Jankovic, M. (2020). Longitudinal Network
Structure and Changes of Clinical Risk and Protective Factors in a Nationwide Sample of
Forensic Psychiatric Patients ............................................................................................ 17
Week 2 ..................................................................................................................................... 19
Hoorcollege 3: Associations/changes over time of risk and protective factors in (sex)
offenders: a longitudinal design and network design .......................................................... 19
Hoorcollege 4: Sociale informatieverwerking en hostile attribution biases ........................ 24
Literatuur.............................................................................................................................. 31
Nicole M. L. Buck, Maaike Cima, Marike Lancel & Hjalmar J. C. Van Marle: On the
Explanation of the Hostile Attributional Bias: Traumatic Experiences, Schemas, and
Migrant Status .................................................................................................................. 31
Klein-Tuente, S., Bogaerts, S. & Veling, W. (2019). Hostile attribution bias and aggression
in adults. A systematic review. Aggression and Violent Behavior.................................... 33
Degenhardt, L., Coffey, C., Hearps, S., Kinner, S.A., Borschmann, R., Moran, P., & Patton,
G. (2015). Associations between psychotic symptoms and substance use in young
offenders. Drug and Alcohol Review ................................................................................ 34
Azevedo J, Vieira-Coelho M, Castelo-Branco M, Coelho R, Figueiredo-Braga M (2020)
Impulsive and premeditated aggression in male offenders with antisocial personality
disorder ............................................................................................................................ 35
Week 3 ..................................................................................................................................... 37
Hoorcollege 5: Verstandelijke ontwikkelingsstoornis (LVB) ................................................. 37
Hoorcollege 6: sociale psychopathologie en sociale netwerken ......................................... 42
Week 4 ..................................................................................................................................... 47
Hoorcollege 7 + 8: psychotische stoornissen en persoonlijkheidsstoornissen .................... 47
Literatuur.............................................................................................................................. 56
Pagina 2 van 84
, Chester, V., Völlm, B., Tromans, S., Kapugama, C., & Alexander, R. (2018). Long-stay
patients with and without intellectual disability in forensic psychiatric settings:
Comparison of characteristics and needs. ....................................................................... 56
Week 5 ..................................................................................................................................... 57
Hoorcollege 9: partnergeweld ............................................................................................. 57
Week 6 ..................................................................................................................................... 62
Hoorcollege 10: HKT-R (training).......................................................................................... 62
Literatuur.............................................................................................................................. 72
Bogaerts, S., Spreen, M., ter Horst, P., & Gerlsma, C. (2018). Predictive Validity of the
HKT-R Risk Assessment Tool: Two and 5-Year Violent Recidivism in a Nationwide Sample
of Dutch Forensic Psychiatric Patients ............................................................................. 72
Week 7 ..................................................................................................................................... 73
Hoorcollege 11: Waarheen met seksuele deviantie? .......................................................... 73
Literatuur.............................................................................................................................. 80
Kingston, D.A., Graham, F.J. & Knight, R.A. Relations Between Self-Reported Adverse
Events in Childhood and Hypersexuality in Adult Male Sexual Offenders. ...................... 80
Szumski, F., Bartels, R. M., Beech, A. R., & Fisher, D. (2018). Distorted cognition related
to male sexual offending: The multi-mechanism theory of cognitive distortions (MMT-
CD). Aggression and Violent Behavior, ............................................................................. 82
Structuur
1. Ten eerste wordt een korte samenvatting gegeven van het RNR-model en wordt de plaats van
het RNR model in de behandeling uitgelegd.
2. Ten tweede wordt ingegaan op risico- en beschermende factoren en meer bepaald op
delictgerelateerde risicofactoren en wordt gekeken of risico- en beschermende factoren
veranderbaar zijn over tijd. Ook wordt gekeken naar onderlinge associaties tussen risico- en
beschermende factoren en hoe deze associaties over tijd kunnen veranderen. Hiermee begeven
we ons op symptoomniveau.
3. Ten derde behandelen we Hostile Attribution Bias wat een belangrijk onderdeel is van agressie.
We onderzoeken onderliggende oorzaken en mechanismen.
4. Ten vierde worden persoonlijkheidsstoornissen en psychotische stoornissen behandeld.
5. Ten vijfde wordt de forensische psychopathologie in verband gebracht met sociale netwerken:
delinquent gedrag kan niet worden losgezien van de context waarin het gedrag plaatsvindt.
6. Ten zesde wordt aandacht besteed aan individuen met een licht verstandelijke beperking (LVB).
Deze doelgroep is aanzienlijk groot in het forensische veld en heeft tot viermaal meer kans om
psychopathologie te ontwikkelen, zoals gedrags- en agressie problemen en
persoonlijkheidsstoornissen, maar ook depressie en angstproblematiek.
7. Ten zevende wordt vanuit de casuïstiek ingegaan op partner/huiselijk geweld.
8. Ten slotte gaan we in op de forensische seksuologie. We behandelen de meest voorkomende
stoornissen bij seksueel grensoverschrijdend gedrag maar we kijken ook naar seksuele
identiteit, seksuele aantrekking en seksueel gedrag binnen de algemene populatie op basis van
onderzoek.
Pagina 3 van 84
, Week 1
Hoorcollege 1, deel 1: the RNR-model, crimogenic needs & clinical relevance
Forenissche psychopathologie is gebaseerd op 3 pijlers: DSM-5 diagnoses, risico + beschermende
factoren en kenmerken van het misdrijf.
RNR: drie principes van doeltreffende interventie. Risico, behoefte en responsiviteit en hun belang in
daderbeoordeling, behandeling/toezicht.
• Risico; hoe groot is de kans dat iemand crimineel gedrag gaat vertonen. Risiconiveau +
veiligheid. (wie)
• Behoefte; op welke gebieden in iemands leven moet worden ingegrepen/toezicht worden
uitgeoefend om de kans op toekomstig crimineel gedrag te verkleinen. (wat)
o Eerste pijler is risicotaxatie
o Tweede pijler is diagnostiek
o Derde pijler is informatie over het delict
• Responsiviteit; welke persoonlijke sterktes en/of specifieke individuele factoren kunnen van
invloed zijn op de effectiviteit van behandeling? Algemene EN specifieke responsiviteit (hoe?)
Criminogene behoeften: dynamische risicofactoren die bijdragen aan de waarschijnlijkheid dat iemand
een misdrijf zal plegen. Veranderingen in deze behoeften worden geassocieerd met veranderingen in
recidive.
Central eight risk factors
1. Antisociale houdingen
2. Asocial leeftijdsgenoten
3. Antisocial persoonlijkheden
4. Geschiedenis van antisocial gedrag
5. Familie-/huwelijkse factoren
6. Gebrek aan prestaties op het gebied van onderwijs/werkgelegenheid
7. Gebrek aan pro-sociale vrijetijdsactiviteiten
8. Drugsmisbruik
Non-criminogenic needs
• Eigenwaarde (&idetiteit)
• Spanning
• Gebrek aan opvoedingsondersteuning
• Slachtofferschapkwesties
• Leerstoornis
• Stress, gedachten en overtuigingen
Responsiviteitsprincipes: identificeer specifieke individuele factoren die de effectiviteit van
behandeldiensten kunnen beïnvloeden (motivatieniveau, angst, ADHD, geslacht, leesniveau en IQ).
Stem het niveau van de interventies af op de risico’s. Geef prioriteit aan toezicht en
behandelingsmiddelen voor cliënten met een hoger risico. Klanten met een lager risico hebben een
intensievere interventie nodig; Cliënten met een laag risico hebben weinig tot geen tussenkomst nodig
• Als het niet kapot is, repareer het dan niet
What do we do with the higher risk offender? That’s where the need principle comes in…
Daders met een hoog risico hebben MEER behandeling en toezicht nodig om de kans op recidive te
VERKLEINEN. Mensen met een laag risico hebben MINDER behandeling en toezicht nodig om de kans
op recidive te VERKLEINEN
Pagina 4 van 84
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller LisannedeGraaf. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $13.42. You're not tied to anything after your purchase.