100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Probleem 4 Fiscaal Recht $3.79   Add to cart

Summary

Samenvatting Probleem 4 Fiscaal Recht

 55 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Uitwerkingen van Probleem 4 van Inleiding Fiscaal recht. Deze uitwerkingen zijn zeer overzichtelijk en bekend van Studeersnel!

Preview 2 out of 14  pages

  • Yes
  • May 15, 2018
  • 14
  • 2017/2018
  • Summary
avatar-seller
Probleem 4
GEBRUIKTE LITERATUUR
 Hoofdzaken belastnngecht: H4.1 t/m 4.9 + 4.12.1 + 4.12.2


LEERDOELEN
1. Welke lichamen zijn belastnnglichtn voog de vgb? + vegschil vegenininn en bv
2. Hoe wogdt winst toenegekend oveg vegschillende jagen?
3. Oveg welke actviteiten wogdt vgb neheven?
4. Wat is het tagief van de vgb?
5. Wat is het fscale vegschil tussen het stogten van kagitaal en het vegstgekken van een leninn?
6. Wat is infogmeel kagitaal en vegmomd dividend?




LEERDOEL 1: WAT IS VENNOOTSCHAPSBELASTING EN WIE ZIJN ER
BELASTINGPLICHTIG?

 Art. 1 Wet Vpb  Algemeen artiel vennootschapsbelastng  ‘Onder de naam
‘vennootschapsbelastng’ wordt een directe belastnn neheven van de lichamen vermeld in de artielen
en 3’.
o Binnenlandse belastngplichtgen  Art. 2 Wet Vpb  Wie binnenlands belastnnglichtne is ten
ogzichte van de vennootschagsbelastnn wogdt vegmeld in lid 1;
o Buitenlandse belastngplichtgen  Art. 3 Wet Vpb  Wie buitenlands belastnnglichtne is ten
ogzichte van de vennootschagsbelastnn wogdt vegmeldt in lid 1.
 Welie typen bedrijven vallen onder de vennootschapsbelastngg  Twee tygen bedgijven:
1. Midden en ileinbedrijf (MKB);
2. Grootbedrijf.
Bijvoorbeeld: Multnatonale onderneminnen.
o Is dit onderscheid terug te vinden in de Wet Vpbg  Nee.
o Weli van deze 2 typen vormt de grootste groep belastngplichtgeng  Het MKB-tyge, zij vogmen
cigca 90% van het totaal aantal belastnnglichtnen.
 Om het MKB te beschegmen van twee innewikkelde begalinnen binnen de vennootschagsbelastnn wegkt
de wetneveg met franchises.
o Wat is in deze context de beteienis van het begrip ‘franchises’g  Dit is een bedgan dat wetelijk
vgijnesteld is van belastnn.
o Dit nebeugt bij de volnende twee begalinnen:
1. Deelnemingsrente  Art. 13l lid 1 Wet Vpb  Winst nenoten uit ondegneminn doog genten en
kosten teg zake van neldleninnen die vegband houden met de fnancieginn van deelneminnen
komen slechts in aanmegkinn voog afgek voog zoveg zij het bedgan van €750.000,- niet te boven
naan.
2. Overnamerente  Art. 15ad Wet Vpb  Winst nenoten uit ondegneminn doog genten en kosten
teg zake van neldleninnen die vegband houden met de vegwegvinn of uitbgeidinn doog een
maatschaggij komen slechts in aanmegkinn voog afgek voog zoveg zij het bedgan van €1.000.000,-
niet te boven naan.

, o Dus, de belanngijkste genelinnen van de vennootschagsbelastnn nelden enkel voog het ngote
internatonale bedrijfsleven.
 De achtegngond van de voognenoemde genelinnen, die enkel van belann zijn voog het ngote bedgijfsleven,
kan wogden vegklaagd doog de drie internatonaal politeie posites van de Nederlandse fscale wetgever:
1. Nederland als zeurpiet;
Voorbeeld boei: Een moedervennootschap ontvannt winst van dochtervennootschap (1), en sluist dit
als einen vermonen wen in dochtervennootschap ( ), die nevestnd is in een belastnnparadijs.
Resultaat: de Nederlandse fscale wetnever naat ‘zeuren’; het is niet per defnite strafaar, maar niet
netjes.
2. Nederland als dominee;
Voorbeeld boei: Het verirenen einen vermonen van moedervennootschap naar dochtervennootschap
( ) wordt door ( ) in de vorm van een neldleninn doorneneven aan dochtervennootschap (1). (1) claimt
in Nederland afrei van de rente, en de rente wordt bij dochtermaatschappij ( ) nauwelijis belast
omdat het in een belastnnparadijs nevestnd is. Zonder neld te lenen van een bani is er een extra
afreipost necreeerd bij (1).
Resultaat: de Nederlandse fscale wetnever treedt hard op, omdat er hier spraie is van
nrondslanuithollinn.
3. Nederland als ioopman.
Voorbeeld boei: Nederland ontvannt neld van internatonale concerns die hun ‘spaarpot’ in Nederland
willen onderbrennen. Vanuit Nederland wordt er vervolnens neld uitneleend aan de buitenlandse
concernonderdelen. Nederland stelt een zeer laan rentetarief vast voor deze neldleninnen.

Wie zijn eg belastnnglichtn?
 Zoals al eegdeg aanneneven en vegmeldt in Art. 1 Wet Vpb zijn eg twee ngoegen belastnnglichtnen voog de
vennootschagsbelastnn:
- Binnenlands belastngplichtgen  Art. 2 Wet Vpb;
- Buitenlands belastngplichtgen  Art. 3 Wet Vpb.
 Als je iijit naar lid 1 van Art. 2 en 3, waarom ilopt de term ‘vennootschapsbelastng’ dan eigenliji nietg
 Omdat:
- De ognesomde lichamen niet allemaal van het vennootschagstyge zijn en;
Bijvoorbeeld: Verenininnen.
- Omdat sommine vennootschaggen niet ondeg het begeik van deze belastnn vallen.
Bijvoorbeeld: Vennootschap onder frma (VOO).


BINNENLANDS BELASTINGPLICHTIGEN
 Art. 2 Wet Vpb  Binnenlands belastngplichtgen  Binnenlands belastnnglichten zijn in Nedegland
nevestnde lichamen die in de hefnn van vennootschagsbelastnn wogden betgokken voog hun
wegeldwijde winst.
o Is er een territoriale afaiening wat betref de heriomst van de winstg  Nee, voog binnenlands
belastnnglichtnen is eg neen afakeninn. Allle winst wogdt dus belast, onneacht de hegkomst.
o Lid 4  Vestgingsplaatsfcte  Elk ‘naar Nederlands recht opgericht lichaam’ is een binnenlands
belastnnglichtne. Ook al bevindt het lichaam zich dus niet daadwegkelijk in Nedegland, dan wogdt het
lichaam wel neacht in Nedegland te zijn nevestnd.
- Is de vestgingsplaatsfcte altjd bruiibaarg  Nee, voog een ngoot aantal begalinnen is het buiten
wegkinn nesteld. Dit zijn voogal begalinnen waagbij de vestninnsglaatsfcte in het voogdeel van de
belastnnglichtne zou kunnen wegken.
Bijvoorbeeld: Oiscale eenheid van Art. 15 Wet Vpb.
- Ook kan een doog Nedegland nesloten belastngverdrag met een andege staat de
vestninnsglaatsfcte ‘oveggulen’, en daagmee de belastnnglicht van een in beninsel binnenlands
belastnnglichtn lichaam ‘de facto’ tot nihil geducegen.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller cezannealsemgeest. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.79. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

62555 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling

Recently viewed by you


$3.79
  • (0)
  Add to cart