Samenvatting notarieel bestuursrecht
HC1 Algemeen bestuursrecht
Verticale rechtsveerhtuding : verhouding tussen overheid en burger (onderdaan)
Overheid bepaalt eenzijdig de rechtsposite van burgers, bijv. bij vergunningen verstrekken. Je kan
dus niet onderhandelen zoals bij een contract. Dit wil niet zeggen dat er geen contact is. Er zijn wel
intakegesprekken e.d., maar het is a/d overheid o/e besluit te nemen/vergunningen te accepteren of
niet etc. Overheid heef dus veel macht macht moet begrensd worden!
Grenzen aan overheidsoptreden, vanwege de rechtstaatgedachte, o.a.:
1. Legaliteitsbeginsel = overheidsoptreden (bevoegdheden) moet een grondslag hebben i/d wet
(= een algemene regel). Gelijkheid tussen burgers onderling, want die algemene regels gelden
jegens eenieder en overheid kan zich niet anders gedragen tegenover de buurman. Je weet van
tevoren ook waartoe de overheid bevoegd is rechtszekerheid, rechtsgelijkheid, democratsche
legitmate.
Dus: 1) wetelijke bevoegdheid
2) uitoefenen van die bevoegdheid conform de wet (bijv. Wabo of Awb).
2. Controle op overheidsoptreden door onafankelijke rechter
Wat is een wet?
Wet in formele zin: besluit van regering en staten generaal gezamenlijk
o Regels van de regering: AMvB algemene maatregel van bestuur.
o Staat ‘wet’ in de wetekst, dan gaat het om wet in formele zin.
o Bijna alle regels die afomstg zijn van regering & S-G zijn ook weten in materiele zin
o Er zijn veel weten die formeel zijn, maar niet worden vastgesteld door regering en
S-G. Niet alleen zij hebben wetgevingsbevoegdheid, maar ook Gemeenteraad en PS.
Wet in materiele zin: je kijkt naar de inhoud van de wet
1. Algemene regel: geldt i.b. voor iedereen of een abstract omschreven groep (studenten);
geldt voor een open groep en is herhaaldelijk toepasbaar.
2. Externe werking
3. Vastgesteld o.g.v. wetgevende bevoegdheid
Wabo bijv. is formeel en materieel.
De vertcale rechtsverhouding bepaalt heel erg hoe bestuursrecht eruitziet en beïnvloedt de jurist.
Drie Grote Bestuursrechtelijke Vragen:
1. Is de overheid bevoegd?
2. Heef de overheid alle regels in acht genomen?
3. Welke rechtsbeschermingsmogelijkheid staat open?
Tip 1: voor overheidsoptreden is altjd vpecnfieke wettelnjke beeue ihteni guin ! In civiel recht ben je
gewoon bevoegd om privaatrechtelijk te handelen en heb je geen specifeke bevoegdheid nodig.
Al emeeg eg bnjzugier bevsddrvrechts:
Bijzonder bestuursrecht: bestuursrecht dat specifek is voor een bepaalde sector/beleidsterrein, bijv.
omgevingsrecht, sociaal zekerheidsrecht, belastngrecht, onderwijsrecht, vreemdelingenrecht.
Staat in ‘bijzondere weten’. Bijv. Wabo, Wm (Wet Milieubeheer), Wro (Wet ruimtelijk
ordening), Awr (Algemene wet rijksbelastngen), gemeentelijke kapverordening, provinciale
milieuverordening.
1
, Vragen als: wie is bevoegd een belastngaanslag op te leggen?, wanneer moet een
omgevingsvergunning om te bouwen worden geweigerd? Of is voor het kappen van deze
boom een vergunning vereist?
Algemeen bestuursrecht: bestuursrecht dat relevant is voor meerdere sectoren.
Awb bevat algemeen bestuursrecht. Maar niet al het algemeen bestuursrecht staat in Awb.
Andere rechtsbron is bijv. het vertrouwensbeginsel (als verwachtngen worden gewekt door
b.o. moeten deze ook worden gehonoreerd), dus ongeschreven recht!
Vragen als: welke eisen worden gesteld aan de motvering v/e besluit?, wanneer treedt een
besluit in werking? Of binnen welke termijn kan een bezwaarschrif worden ingediend?
Tip 2: Awb is geen BW: altjd ook een bijzondere wet nodig! Of de overheid bevoegd is, staat nooit in
de Awb bijv., want die bevoegdheden zijn specifek.
Verhouding Awb en bijzondere weten:
Normen hiërarchie: Grondwet - wet in formele zin – amvb – provinciale verordening –
gemeentelijke verordening.
Bijzondere wet gaat voor algemene wet!
Art. 6:7 Awb termijn 6 weken; mag in Vreemdelingenwet en APV van Nijmgen daarvan worden
afgeweken? Ja in Vreemdelingenwet mag dat, in APV niet. Je moet eerst kijken naar de normen
hiërarchie. Kan je dat niet toepassen, dan kijk je naar bijzonder gaat voor algemeen.
Hoe weet je dat je te maken hebt met wet in formele zin? Staat in considerans, parlementaire
geschiedenis etc., maar ook woord ‘wet’ staat erin. Alleen formele wetgever gebruikt de term ‘wet’
voor zijn regeling!!
Soms laat Awb expliciet toe dat een andere regeling iets voorschrijf, bijv. art. 4:1 Awb.
Ssrdcsddr Awb:
Begrippen bepalen toepassingsbereik; voor hoe bepaalde regels gelden.
Gelaagde structuur
Bij het nemen v/e beschikking moeten de volgende hoofdstuk(delen) in acht worden
genomen:
o Titel 4.1 Beschikkingen
o Hoofdstuk 3 Algemene bepalingen over besluiten. Beschikking is een besluit, dus
vanwege gelaagde structuur wordt dit ook toegepast op beschikkingen.
o Hoofdstuk 2 Verkeer tussen burgers en bestuursorganen. Besluit is altjd genomen
door een b.o. en beschikking is besluit, dus ook genomen door een b.o.
Tip 3: Awb is een beetje BW; belang begrippen en gelaagde structuur.
Bevsddrvur aag:
Rijk/centrale overheid/de staat: minister, regering, Tweede Kamer
Provinciale b.o.’s: Commissaris v/d Koning, Provinciale Staten, Gedeputeerde Staten
Gemeente: Burgemeester, Gemeenteraad, college van b&w.
Ze staan allemaal in onderlinge verhouding tot elkaar. Elk overheidsverband heef een bepaalde
groep burgers.
Bestuursorgaan: dogmatek:
Bestuursorgaan is orgaan met publiekrechtelijke bevoegdheid (eenzijdig rechtsposite van
burgers veranderen)
2
, Bestuursorgaan is onderdeel van overheidsverband (m.u.v. zelfstandige bo’s).
Centraal overheidsverband: staat
Decentrale overheidsverbanden: provincie, gemeente, waterschap, openbare lichamen voor
beroep en bedrijf (decentralisate: geen hiërarchie). Zie H7 Grondwet
Openbaar lichaam: = overheidsverband.
Organen van openbare lichamen kunnen wetgevende bevoegdheid hebben. Openbaar
lichaam kan zelf geen publiekrechtelijke bevoegdheden. (Tip 5)
Openbare lichamen hebben rechtspersoonlijkheid: art. 2:1 lid 1 BW
Tip 4: bestuursorganen kunnen geen privaatrechtelijke rechtshandelingen verrichten, maar alleen
publiekrechtelijke bevoegdheden. B.o’s zijn nl. geen rechtspersonen (openbaar lichaam wel).
Privaatrechtelijk handelen kunnen alleen rp’s en np’s. College b&w/burgemeester is geen rp. Ambt
van minister/burgemeester is geen np! Ambtsdrager is een np.
Bestuursorgaan: Awb:
Art. 1:1 lid 1 Awb defnite bestuursorgaan
Art. 1:1 lid 2 Awb uitzonderingen.
o Nb: wetgevende macht is wetgever in formele zin.
Art. 1:1 lid 1 onder a Awb: orgaan van rechtspersoon: ‘’(…) rechtspersoon die krachtens publiekrecht
is ingesteld:” = a-organen
Rechtspersonen die voorvloeien uit art. 2:1 lid 1 BW (bij wet worden ingesteld, zie H7 GW)
En rechtspersonen uit art. 2:1 lid 2 BW: bij wet, bijv.: commissariaat voor de media,
openbare universiteiten, coa.
‘Orgaan van’, bijv.:
o Regering, minister, belastnginspecteur: orgaan van staat
o Provinciale staten, gedeputeerde staten, commissaris v/d koning: orgaan van
provincie (6 Provinciewet)
o Raad, college van b&w, burgemeester: orgaan van gemeente (6 Gemeentewet)
Art. 1:1 lid 1 onder b Awb:
Geen a-orgaan (‘of, ander’)
Openbaar gezag: publiekrechtelijke bevoegdheid
Bijvoorbeeld: garagehouder die bevoegd is om apk-keuring te verrichten, bestuur v/d uni.
Slechts bestuursorgaan voor zover publiekrechtelijke bevoegdheid wordt uitgeoefend
In Awb zijn allerlei regels voor b.o.’s, maar b-organen zijn pas b.o. voor zover ze publiekrechtelijke
bevoegdheid uitoefenen (eenzijdig dingen opleggen). Als APK gewone reparate verricht, hoef hij
zich niet aan de Awb te houden, maar bij een APK-keuring wel. Dit is anders bij a-organen!!
Gemeenteraad/burgemeester etc. moeten zich namelijk ALTIJD a/d Awb houden, ook als hij feitelijk
handelt en niet alleen als hij eenzijdig rechtsposites bepaalt!
Belag htebbegie (culle e 2, cavdv 4):
Artkel 1:2 lid 1 Awb. Wanneer is daar sprake van? 5 criteria:
Objectef bepaalbaar belang (niet louter emotoneel)
Persoonlijk belang (voldoende onderscheidend t.o.v. willekeurige ander)
Eigen belang (niet van een ander, tenzij machtging)
Rechtstreeks betrokken belang (voldoende causaal verband, niet afgeleid van belang v/e
ander, zie uitspraak Flevoland Invest)
Actueel belang (niet louter toekomstg)
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller angela1996. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $12.61. You're not tied to anything after your purchase.