BIOLOGIE SE 2
CELDELING, VOORTPLANTING, ERFELIJKHEID, REGELING EN WAARNEMING, DNA
THEMA 2 CELLEN Binas 76A en 76B
§9 Celdeling
→ Moedercel Is de cel die zich deelt.
→ Dochtercel Is de cel die ontstaat door de deling.
→ Na de deling is de moedercel verdwenen en zijn er 2 dochtercellen
→ Stamcellen Deze cellen vormen nieuwe cellen voor de groei van het weefsel
en de vervanging van dode cellen.
→ Mitose Is de kerndeling.
→ DNA-replicatie Ontstaan van ieder DNA-molecuul een exacte kopie.
THEMA 3 VOORTPLANTING
§1 Jongens en meisjes
→ Puberteit Periode van de lichamelijke verandering.
→ Adolescentie Periode van de geestelijke ontwikkeling.
→ Hormonen Zijn chemische stoffen die door hormoonklieren aan het bloed
worden afgegeven.
→ Celcommunicatie Als cellen informatie uitwisselen.
→ Geslachtshormonen Hormonen die een rol spelen bij de voortplanting.
→ Testosteron Mannelijk geslachtshormoon.
→ Primaire geslachtskenmerken De geslachtskenmerken die een kind bij de
geboorte heeft.
→ Secundaire geslachtskenmerken Geslachtskenmerken die pas ontstaan in de
puberteit.
→ Territorium Gebied dat je verdedigd.
→ Baltsgedrag De handeling die dieren uitvoeren voorafgaand aan de paring.
→ Seksuele selectie Wanneer selectie plaatsvindt op grond van eigenschappen
die kans op voortplanten bevorderen.
§2 Geslachtelijke en ongeslachtelijke voortplanting
→ Mutaties Veranderingen in het DNA.
→ Ongeslachtelijke voortplanting Voor de voortplanting is maar 1 organisme
nodig.
→ Geslachtelijke voortplanting Voor de voortplanting heb je 2 organismen nodig.
→ Recombinatie De erfelijke informatie van beide ouders wordt gemengd.
§3 Geslachtscellen
→ Een mens heeft 46 chromosomen.
→ Karyogram Ene chromosoom is afkomstig van de eicel en de andere van de
zaadcel.
→ Diploïd Cellen met een dubbele set chromosomen.
→ Haploïd Cellen met een enkele set chromosomen.
→ Zygote De bevruchte eicel.
→ Teelballen Wordt testosteron geproduceerd en zaadcellen.
→ Bijballen Worden de zaadcellen tijdelijk opgeslagen.
→ Balzak Liggen de bijballen in.
, → Zwellichamen Vullen zich met bloed als de penis stijf word door seksuele
opwinding.
→ Sperma Het vocht met de zaadcellen, die er uit komt met een zaadlozing.
→ Eierstokken Wordt oestrogeen geproduceerd in de follikels met name voor de
ovulatie.
→ Follikel Het blaasje met de eicel.
→ Ovulatie (eisprong) De follikel neemt veel vocht op waardoor hij openbarst en
de eicel wordt uitgestoten.
→ Gele lichaam Het follikelweefsel wat achterblijft in de eierstok.
→ Eileider Brengt de eicel van de eierstok naar de baarmoeder.
→ Baarmoeder Groeit de embryo in totdat het een baby wordt.
§4 Hormonen
→ Hypofyse Een hormoonklier die ongeveer in het midden van je hoofd ligt.
→ Hypothalamus Is een deel van de hersenen die boven de hypofyse ligt.
→ Welke twee hormonen worden door de hypofyse gemaakt die een rol spelen
bij voortplanting?
1. FSH
- Stimuleert de vorming van zaadcellen.
2. LH
- Stimuleert cellen in de testes om testosteron te maken, en
testosteron stimuleert de ontwikkeling van zaadcellen.
→ Negatieve terugkoppeling Een proces waarbij een stof die ontstaat zijn eigen
aanmaak afremt.
→ Menstruatie Betekent dat je niet zwanger bent, deel van de
baarmoederslijmvlies wordt afgestoten hierbij gaan bloedvaatjes los en daarom
bloed je.
§5 Zwanger
→ HCG Houdt het gele lichaam in stand, waardoor het progesteronconcentratie
hoog blijft en er geen menstruatie plaatsvindt.
→ Embryo Zo heet het ongeboren kind de eerste paar weken.
→ Placenta De uitstulpingen en holtes ontwikkelen zich.
→ Vruchtwater Vocht waar de embryo in is omgeven.
→ Vruchtvliezen Omsluiten het embryo en het vruchtwater.
→ Navelstreng Daardoor groeien vanuit het embryo bloedvaten naar de placenta.
→ Foetus Noem je het ongeboren kind vanaf de 8ste week na de bevruchting tot
de geboorte.
→ Indalingsweeën (weeën) Samentrekkingen van de baarmoeder zijn soms
pijnlijk.
→ Indaling Een paar weken voor de bevalling zakt het hoofdje van de foetus tot in
de bekken.
→ Ontsluiting Wordt de baarmoederhals en baarmoedermond wijder.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller marielledewagt. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.02. You're not tied to anything after your purchase.