Economie hoofdstuk 1 (schaarste, ruil en
welvaart)
Paragraaf 1
Vragen
1. Wanneer ben je rijk of welvarend?
2. Wordt Bas welvarend als hij meer gaat verdienen, of als hij vaker naar Terschelling
op vakantie gaat?
3. Wat bepaalt hoeveel goederen je met je geld kunt kopen?
Inkomen en koopkracht
Koopkracht stijgt = inkomen percentage hoger wordt en de prijzen percentage in hetzelfde
blijven.
Koopkracht gelijk = inkomen percentage en het prijzen percentage blijft hetzelfde.
Koopkracht daalt = inkomen percentage is lager dan het prijzen percentage.
De koopkracht van je inkomen geeft aan hoeveel goederen je met je inkomen kunt kopen.
Als je onderscheid maakt tussen de nominale stijging van je inkomen en de reële
inkomstenstijging, kun je zien of je koopkracht er werkelijk op vooruit of achteruit gaat.
Een nominale stijging van het inkomen is de toename van het inkomen in geld. (in euro`s)
De reële inkomensstijging is de koopkracht van je inkomen.
Voorbeeld 1
Lars, een vriend van Bas, houdt aan zijn baantje op zaterdagen netto €120 per krijgt hij 5 per
week zakgeld aan zijn mobiele telefoon. Sparen doet hij niet.
Vanaf 1 januari volgend jaar verdient hij met zijn weekendbaan 8 % meer . Zijn zakgeld blijft
hetzelfde. De gemiddelde prijzen van de producten waaraan Lars zijn geld uitgeeft, zijn
volgend jaar 0.5% hoger van dit jaar.
A. Bereken de nominale stijging van het jaarinkomen van Lars in euro's.
B. Bereken de nominale stijging van het jaarinkomen van Lars in procenten. Rond af op
1 decimaal.
Neem voor de volgende berekening aan dat een gemiddeld product voor Lars voór de
prijsstijging €100 kost.
C. Bereken hoeveel producten Lars kan kopen voordat zijn inkomen en de prijzen
stijgen.
D. Bereken hoeveel producten Lars kan kopen na de stijging van zijn inkomen en de
prijzen. Rond je antwoord af op 2 decimalen.
E. Bereken de reële stijging van het inkomen van Lars in procenten. Rond af op 1
decimaal.
Uitwerking 1
A. Lars huidige jaarinkomen is 12 x120+52 x 5 1.700.
Zijn nieuwe jaarinkomen wordt 12 x 1,08 x 120 +52 x 5 1.815,20
De nominale stijging van zijn inkomen is 1.815,20 1.700 115,20
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nacw. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.33. You're not tied to anything after your purchase.