BIOLOGIE SE3
EVOLUTIE, ECOLOGIE, MENS EN MILIEU, TRANSPORT, GASWISSELING EN UITSCHEIDING,
BESCHERMING EN EVENWICHT
THEMA 5 EVOLUTIE
§1 De indeling van de levende natuur.
De levende natuur wordt ingedeeld in drie domeinen→ bacteriën, archaea en
eukaryoten (schimmels, planten en dieren). Bacteriën en archaea zijn prokaryoot.
De domeinen worden ingedeeld in rijken.
→ Indelingscriteria Zijn de kenmerken, celtype (prokaryoot of eukaryoot),
celwand aanwezig, aantal cellen en voedingswijze (autotroof of heterotroof).
→ Organel Een deel van een cel met een eigen functie.
→ Organische stoffen Zijn afkomstig van organismen of van producten van
organismen (koolhydraten, eiwitten en vetten), zij hebben grote, ingewikkelde
gebouwde moleculen.
→ Anorganische stoffen Komen zowel in organismen als in levenloze natuur voor
(koolstofdioxide, water, keukenzout), zij hebben kleine eenvoudige gebouwde
moleculen.
→ Autotroof Zelfvoedend, autotrofe organismen nemen uit hun omgeving alleen
anorganische stoffen op (water, koolstofdioxide). Hieruit maken ze de organische
stoffen waaruit ze bestaan (koolhydraten, eiwitten en vetten).
→ Heterotroof Een ander nodig hebben voor het voedsel. Heterotrofe
organismen zijn niet in staat organische stoffen te maken uit alleen anorganische
stoffen als grondstoffen. Dat moeten ze van andere organismen overnemen.
De verdere indeling van de rijken.
Zo worden de rijken onderverdeeld bij dieren↴
Stammen-klasse-orde-familie-geslachten-soorten.
→ Taxa Is de naam voor de indelingsgroepen op verschillende niveaus
→ Soort Organismen behoren tot dezelfde soort als ze samen kunnen
voortplanten en daarbij vruchtbare nakomelingen voor te brengen.
→ Populatie Een groep individuen van dezelfde soort in een bepaald gebied die
samen een voortplantingsgemeenschap vormen.
§2 Prokaryoten.
→ Prokaryoot Is een eencellige organisme en heeft geen celkern dna ligt los in
de celkern.
Bacteriën.
→ Bacillen Andere naam voor bacteriën.
→ Plasmiden Dat zijn kleinere, ringvormige chromosomen.
→ Recombinant-DNA-techniek Met deze techniek worden bacteriën gebruikt bij
de productie van onder andere geneesmiddelen en hormonen.
→ Optimalisering De omstandigheden die zo gunstig mogelijk zijn voor bacteriën.
, → Pathogene bacteriën Kunnen oorontsteking, longontsteking, tyfus of
tuberculose veroorzaken.
De meeste soorten bacteriën bezitten geen chlorofyl. Ze voeden zichzelf met
dode resten van organismen.
→ Cyanobacteriën Zijn bacteriën met wel een chlorofyl en blauwe pigmenten.
§3 Eukaryoten.
Tot dit domein behoren de protisten, schimmels, planten en dieren.
→ Eukaryoot Ligt het dna in de celkern.
Schimmels
Schimmels voeden zich met dode resten van organismen.
→ Gisten Zijn eencellige schimmels.
→ Sporen De manier waarop meercellige schimmels zich kunnen voortplanten.
Planten.
→ Chloroplasten Zijn bladgroenkorrels wordt energie uit zonlicht vastgelegd in
moleculen.
→ Naaktzadigen Zitten de zaden tussen de schubben van kegels.
→ Bedektzadigen Van planten waarvan de zaden in zich in een vrucht
ontwikkelen.
Dieren.
Dieren hebben geen celwanden om hen cellen en geen bladgroenkorrels dus
zijn ze heterotroof.
→ Tweezijdig symmetrisch Hun lichaam is op slechts één manier in twee
ongeveer gelijke helften te verdelen.
→ Straalsgewijs symmetrisch Hun lichaam is in meerdere mogelijkheden te
verdelen in twee gelijke helften.
→ Asymmetrisch Zijn dieren die op geen enkele manier in twee gelijke helften
kan worden verdeeld.
→ In en uitwendig skelet Mens heeft inwendig en een insect uitwendig.
§4 Evolutie.
→ Evolutie Ontwikkeling van het leven op aarde waarbij soorten ontstaan.
→ Neodarwinistische evolutietheorie/ neodarwinisme Deze theorie gaat uit van
verscheidenheid in genotypen, natuurlijke selectie en soortvorming door
reproductieve isolatie.
→ Creationisme Is de theorie van de schepping, dingen letterlijk uit de bijbel etc.
→ Intelligent design Gaat er van uit dat de ontwikkeling van leven niet door
toeval alleen verklaard kan worden, maar ook door de aanname dat er een
intelligent wezen bij betrokken is.
→ Natuurlijke selectie/ survival of the fittest Verschijnsel dat individuen met een
beter aan het milieu aangepast genotype een grotere overlevingskans en
voortplantingskans hebben en daardoor meer in de populatie zullen voorkomen
dan andere.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller marielledewagt. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.25. You're not tied to anything after your purchase.