Volledige samenvatting van "Hoofdstuk 4 crowding" van het vak Omgevingspsychologie/OPSY (1e jaar), gegeven door prof. dr. Gustaaf C. Cornelis.
De samenvatting is gemaakt uit het boek "Theorie Mens en Ruimte - Omgevingspsychologie" van de auteur A. Standaert en ook uit de slides op BB.
4. Crowding
Iedereen kent de frustratie van overvolle wegen, beperkte werkruimte of te kleine
ontspanningsruimte: dat wordt weergegeven door de term crowding.
Crowding: het gevoel van te veel mensen om je heen. Het verwijst naar een individuele
ervaring.
Crowding kan je beter niet vertalen door ‘overbevolking’, maar overbevolking werkt wel
crowding in de hand.
4.1. Crowding versus densiteit
4.1.1. Crowds & crowding
Aanvankelijk verwijst crowding naar de tijdelijke formatie van grote groepen van
geëmotioneerde individuen, zoals bij lynchpartijen, oproer of panikerende
ramp-slachtoffers:
basis van de vorming van een ‘mob’ of ‘crowd’ is irrationeel;
bedoeling is in de menigte opgaan, spanning ontladen, anonimiteit opzoeken,
verantwoordelijkheid ontlopen, vb. op Rock Werchter.
Tussen 1900 en 1940 veel bestudeerd: vorming, structuur, controle, dynamiek. Nu gaat het
onderzoek eerder naar de ervaring van het individu in zo’n crowd.
4.1.2. Densiteit of dichtheid
Densiteit / dichtheid: aantal mensen per eenheid oppervlakte (m2 en km2). Het is een
objectieve maat.
We kunnen een onderscheid maken tussen verschillende soorten densiteit:
1) Sociale en ruimtelijke densiteit
2) Interne en externe densiteit
1. Sociale densiteit versus ruimtelijke densiteit
Stel dat er een aula is met 30 studenten: we kunnen 30 extra studenten erbij voegen of we
kunnen de aula met de helft verkleinen.
Dit geeft mathematisch dezelfde dichtheid, maar psychologisch is er een verschil.
Sociale densiteit: neemt toe met het verhogen van het aantal mensen in een ruimte.
Ruimtelijke densiteit: neemt toe met het verkleinen van een ruimte.
2. Interne versus externe densiteit
Interne densiteit: de dichtheid binnen de gebouwen.
Externe densiteit: de dichtheid buiten de gebouwen.
Vb. in Manhattan is de interne dichtheid klein (weinig mensen per bebouwde oppervlakte)
maar de externe dichtheid is groot (veel mensen per oppervlakte).
De interne en externe dichtheid kan tot verschillende ervaringen aanleiding geven:
binnen is er geen crowding, buiten wel.
1
, 4.2. Drie componenten van crowding
Crowding telt minstens 3 kenmerken:
1) Crowding is gebaseerd op een situationele antecedent (gegeven)
− we worden belemmerd,
− anderen maken ons ongemakkelijk,
− of de ruimte is te klein.
2) Crowding lokt een emotie uit, meestal negatief
− we raken erg geprikkeld,
− maar indien indruk van controle dan is de emotie positief.
3) Crowding geeft aanleiding tot een bepaald gedrag
− we protesteren (assertief),
− trekken ons terug (echt of psychisch),
− of passen ons aan.
4.3. Invloeden op crowding
4.3.1. Persoonlijke invloeden
Crowding geeft stress. Persoonlijke invloeden geven al dan niet een predispositie aan (of je
meer of minder gevoelig zal zijn aan stress en crowding).
1) Geslacht
Mannen reageren vijandiger dan vrouwen op hoge densiteit, terwijl vrouwen beter met die
stress kunnen omgaan (tenzij het aanhoudt). Dat onderscheid toont zich reeds vanaf 9 jaar.
2) Persoonlijkheid en attitudes
Onze gevoeligheid voor crowding wordt bepaald door onze stemming: een onaangename
situatie verhoogt stress.
Maar ook bepaalde persoonlijke kenmerken maken dat we al dan niet beter met (de stress
van) crowding kunnen omgaan.
• Locus of control: denken we het lot in eigen handen te kunnen nemen (interne locus
van controle) of zijn we afhankelijk van het lot (externe locus van controle)? Internen
kunnen beter overweg met de stress.
• Sociabiliteit (de mate waarin we graag gezelschap hebben): hoe hoger, hoe toleranter
voor crowding.
• Bepaalde psychische aandoeningen verhogen de gevoeligheid voor crowding. Hoe
erger de stoornis, des te groter de gevoeligheid.
3) Verwachtingen en ervaring
Crowding hangt af van onze verwachtingen van een bepaalde situatie: als je veel volk
verwacht (boekenbeurs) of het is normaal voor een situatie (vliegveld) dan heb je minder
kans op het gevoel van crowding. Op plaatsen waar men weinig mensen verwacht
(boswandeling), zijn enkele mensen al te veel.
Als we er ervaring mee hebben, dan kunnen we er beter tegen, voor zover het secundaire
territoria (winkel) betreft; in primaire territoria (thuis) verandert ervaring er niets aan.
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sofiemees. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.75. You're not tied to anything after your purchase.