2.1 DE ARBEIDSMARKT
Arbeidsmarkt: geheel van vraag (organisaties) en aanbod (mensen die zich
aanbieden, de beroepsbevolking)
Beroepsbevolking: een werkloos en werkzaam deel, werkloos bieden zich
aan op de arbeidsmarkt en werkzaam zijn al onderdeel van de
arbeidsmarkt.
De arbeidsmarkt is telkens aan het ontwikkelen. Door robotisering en
digitalisering komen er nieuwe banen op de arbeidsmarkt. Ook verdwijnen
hierdoor traditionele banen van de arbeidsmarkt. Hieronder trends en
ontwikkelingen die invloed hebben op de arbeidsmarkt:
- Structurele schaarste
- Steeds internationaler
- Digitalisering & robotisering
- Flexibilisering
- Inclusieve samenleving
Structurele schaarste in bepaalde banen
De economie veranderd telkens. De ene keer zijn er goede jaren, de andere keer
slechte jaren. Soms is het moeilijk om medewerkers te vinden, soms gemakkelijk.
Structurele schaarste: wanneer het economisch slecht gaat, is er geen vraag
naar.
De arbeidsmarkt wordt steeds internationaler
Door technologie wordt de arbeidsmarkt steeds internationaler door: groei en
overname, betere verbindingen, vacatures wereldwijd. Er bieden zich mensen
aan die in Nederland willen werken door het vrije handelsverkeer in de EU en
door de kenniswerkingsrekening.
Kenniswerkingsregeling: hierbij kunnen werkgevers aan de kenniswerker
een belastingvrije vergoeding bieden van 30% van zijn loon
Digitalisering en robotisering nemen steeds meer toe
Er is vraag naar ander soort geschoolde mensen door digitalisering en
robotisering. Nieuwe mensen bieden zich aan met ander soort kennis en
vaardigheden. Dit heeft ook gevolgen voor het onderwijs.
Flexibilisering van de arbeidsmarkt
Werkgevers hebben soms meer en soms minder mensen nodig, ze willen
fexibiliteit. Medewerkers hebben ook behoefte aan fexibiliteit wat betreft
contracten, het combineren van werkgevers of het uitproberen van nieuwe
werkzaamheden.
Streven naar een inclusieve samenleving
‘Meedoen’ met het arbeidsproces zou een positief efect hebben op levensgeluk,
terugdringen van criminaliteit etc. Dit geldt voor mensen die werkloos zijn of
jongeren die geen baan kunnen vinden. Een inclusieve samenleving is een
samenleving waar iedereen kan meedoen.
, Voorbeeld: de participatiewet in 2015. Deze wet is erop gericht om mensen
weer naar de arbeidsmarkt te krijgen.
2.1.1 WERKING VAN DE ARBEIDSMARKT
Conjunctuurgevoelig: in een economische crisis is er minder vraag naar
producten en diensten waardoor de vraag naar arbeid afneemt. De arbeidsmarkt
is conjunctuurgevoelig.
Economische crisis v.s. economische oplevering (meer vraag naar
producten en diensten!). Omdat NL een open economie is, hangt de economische
situatie af van de wereldwijde economische situatie.
Open economie: Dit heeft Nederland. Nederland is sterk afhankelijk van de
wereld, minder mogelijkheden om de economie zelf te beïnvloeden en
stimuleren.
Open arbeidsmarkt: vraag en aanbod gaan over de Nederlandse grenzen heen.
Nederlanders vertrekken naar het buitenland en buitenlanders komen naar NL.
Ook verplaatsen bedrijven hun productie naar lagelonenlanden.
Deelmarkten: Soms begrenzingen van de arbeidsmarkt. Als mensen niet bereid
zijn te verhuizen of te reizen voor hun werk, bestaan er markten in de randstad,
Limburg, Groningen etc. Dit zijn allemaal arbeidsmarkten kleiner dan de
Nederlandse arbeidsmarkt (vaker bij laagopgeleiden)
Sectorale grenzen: bepaalde sectoren hebben medewerkers met zeer
specifieke competenties nodig. Bijvoorbeeld in de zorg. oo ontstaat er een
arbeidsmarkt voor verpleegkundigen.
2.1.2 DE DRIE O’S OP DE ARBEIDSMARKT
De drie o’s geven de arbeidsmarkt vorm: Organisaties, Overheid en Onderwijs.
Deze drie bepalen de vraag naar en aanbod van arbeid.
Grote spanning op de arbeidsmarkt: de verschillen in de tijdshorizon van de O’s.
Onderwijs loopt altijd achter op de vraag naar kennis en vaardigheden. Op korte
termijn hebben organisaties wel behoefte aan nieuwe medewerkers.
Een verandering in het opleidingsaanbod heeft drie a vier jaar nodig om een
passend aanbod op de arbeidsmarkt te hebben. Voorspellingen zijn heel moeilijk
waardoor je je niet vast op een voorspelling zou kunnen richten.
2.1.3 DRIE NIVEAUS VOOR DE MATCH TUSSEN VRAAG EN AANBOD
Er zij drie niveaus waarop kan worden nagedacht over de match tussen vraag en
aanbod.
Macroniv = landelijke arbeidsmarkt Ook wel het speelveld van de
eau (ook internationale (landelijke) overheid. Wet- en
arbeidsmarkt) regelgeving, Cao’s en institutionele
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ikverkoopsamenvattingen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.22. You're not tied to anything after your purchase.