Mittelalter = 500-1500 Althochdeutsch = ca. 750 - 1050
Renaissance = 1500 - 1600 Mittelhochdeutsch = ca. 1050 - 1350
Barock = 1600 - 1700 Frühneuhochdeutsch = ca. 1350 - 1650
Aufklärung = 1700 - 1780 Neuhochdeutsch = seit ca. 1650
Sturm und drang = 1770 - 1785
Klassik = 1786 - 1805
Romantik = 1795 - 1830
, Mittelalter (500-1500)
Glossaren = notities/aantekeningen in de teksten
vater unser = een religieuze tekst
stabreim = niet religieuze tekst. (Hildebrandslied en Zweiter Merseburger Zauberspruch ook
niet religieus)
frühes mittelalter (750-1170)
Vater unser
herkennen aan: stabreim door alliteratie = herhaling eerste letters of lettergrepen.
stabreim
- Hildebrandslied: Hildebrand is een held, Hadubrand is zijn zoon (dit weet Hildebrand niet)
ze gaan tegen elkaar vechten. Hildebrand vermoorde zijn eigen zoon (hij heeft schuld)
- Merseburger Zaubersprüche: Paard raakt gewond, er is een spreuk om het paard te
genezen.
hohes mittelalter (1170-1350)
3 vormen van de literatuur in deze periode:
- ritterromanen - abenteuer
- minnesang (filmpje)
- heldenepos - nibelungenlied
spätes mittelalter (1350-1500)
er zijn sociale ontwikkelingen (Gesellschaftliche Entwicklungen)
- kunst, universiteiten, burgerij (bürgertum)
er komen volksboeken (volksbuch) & volksliederen (volkslieder)
- bijvoorbeeld: Till Eulenspiegel
In 1450 kwam de boekdruk (buchdruck) door Gutenberg. (filmpje)
literarische grundgattungen
Sinds ongeveer 1800 wordt literatuur in 3 literarische basis genres ingedeeld: Lyrik, Epik und
die Dramatik.
Lyrik: Lyrische werken worden gedichten genoemd. Het gaat om poëtische teksten in
gebonden (vers)taal. Sinds de 19e eeuw zijn lyrische teksten ook in ongebonden, vrije vorm
beschikbaar (prozagedichten.
Epik: De term epos omvat verhalende literatuur. Epos omvat bijvoorbeeld de roman, het
verhaal en de novelle.
Dramatik: de term drama omvat teksten die voor toneel geschreven zijn.
opdrachten:
1 - in de middeleeuwen was er een standenmaatschappij = (kerk, adel, boeren)
2 - Auteurschap bestond niet, een paar enkele konden leren en schrijven, en schreven ook
de bestaande teksten.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller FrancesRechtenopleidingQC. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.39. You're not tied to anything after your purchase.