Zeer volledige lijst met examenvragen osteologie. Deze vragen komen vaak opnieuw terug op het examen. Deze lijst bevat zowel vragen van deel 1 als deel 2 van osteo (voorbeen, achterbeen, schedel, wervels, ...)
Dwerggroei
Ontstaat door een probleem met de botvorming en komt veel voor bij kalveren. Als de beenvorming
(in de lengte) mis gaat, kan er dwerggroei voorkomen (bulldogkalveren). Bij mensen verbenen de
groeischijven normaal rond de puberteit. Het kan, vooral bij jongens, gebeuren dat de groeischijven
te snel verbenen en de beenderen dus te snel stoppen met groeien. Door oestrogenen sluiten de
groeischijven sneller, zodat mannelijke dieren meestal groter zijn dan vrouwelijke.
Gewrichtsontsteking
Ontsteking van het synoviaal vlies, dat synoviaal vocht produceert, zorgt voor te veel gewrichtsvocht
en dus zwelling. Op de plaatsen waar het gewrichtskapsel uitstulpt, is er gewrichtsvocht te
puncteren.
Gewrichtsmuis
een afgebroken stukje been gaat migreren waardoor er wrijving ontstaat met andere structuren en
er artritis of artrose kan ontstaan.
Heupdisplasie
Dit komt voor bij grotere hondenrassen, vooral bij de Duitse Herder. Het heupgewricht is abnormaal
ontwikkeld, wat kan wijzen op verschillende zaken. Op basis van radiografe krijgt de hond een label.
Als het caput is afgevlakt, is de hals niet prominent en kan de kop makkelijk uit het acetabulum
komen. Als het acetabulum ondiep is, is de kans dat het caput uit de kom komt enorm groot. Een dier
met heupdysplasie mankt, heef last van stijjeid en pijn na rusten en is snel moe.
Incongruentie
De kop en kom passen niet mooi in elkaar
Displasie
Embryologisch verkeerd aangemaakt
Keizersnede
Een hernia van de tussenwervelschijf/discus intervertebralis. Een hernia ontstaat doordat de
wervellichamen tegen elkaar duwen, waardoor er te veel druk op de tussenwervelschijf komt. Dit
komt voornamelijk voor bij de hond maar het kan ook bijvoorbeeld bij het paard voorkomen. Vaak
komt dit voor t.h.v. rug en lenden, maar het kan ook t.h.v. de halswervels. Onder de wervels lopen
belangrijke, stevige spieren. De hernia kan dus niet naar de ventrale zijde omdat de spieren dat
verhinderen. Het ruggenmerg, dat dorsaal zit, is relatief zacht dus de hernia is naar dorsaal en drukt
tegen het ruggenmerg, wat zorgt voor pijn en eventueel uitvalsverschijnselen. Op een RX is het niet
altijd makkelijk om een discushernia te detecteren. Er is te zien dat er tussen twee wervels veel
minder ruimte zit dan tussen de andere wervels.
,Epidurale anesthesie
Als je de naald op de goede plaats in de lumbosacraalruimte hebt ingebracht, zit hij in een vacuüm.
Dit kun je controleren door een vloeistof in de naald te brengen. Als de naald inderdaad in een
vacuüm zit, wordt de vloeistof opgezogen. Bij het rund is het makkelijker om de naald tussen het
sacrum en de eerste staartwervel in te brengen, omdat het moeilijker is om het rund in de goede
positie te krijgen om de naald in de lumbosacraalruimte in te brengen, het dier moet daarvoor
namelijk op zijn buik liggen met de achterpoten naar voren gericht.
OCD
Ddit komt voornamelijk voor bij carnivoren en het paard. In sommige gevallen komen stukjes
gewrichtskraakbeen (met een stukje bot) los. Als het stukje migreert in de gewrichtsholte, kan het
prikken in het synovium. Dit kan leiden tot trauma, wat zorgt voor pijn waardoor het dier gaat
manken. Gewrichtsmuis.
Bursa podotrochlearis
De bursa podotrochleosis is een slijmbeurs tussen de palmaire vlakte van het straalbeentje en de
voorvlakte van de diepe buiger. Proximaal reikt hij tot tegen het bindweefselschot tussen het
straalbeentje en de diepe buiger, distaal ligt hij tussen de hoefeen-straalbeenband en de insertie
van de diepe buiger aan het hoefeen.
- Aanprikken van de bursa podotrochlearis en inspuiten van een ontstekingsremmer in de
bursa bij podotrochleosis (hoefatrolontsteking, ontsteking van de hoefatrol t.h.v. het
straalbeen en de bursa podotrochlearis met manken als gevolg).
- Nageltred: een aandoening waarbij het paard in een scherp voorwerp trapt, waardoor er een
eterige ontsteking ontstaat van de hoeflederhuid, diepe buiger, bursa podotrochlearis,
straalbeen en soms zelfs het hoefgewricht.
o In de meeste gevallen wordt het niet veroorzaakt door iets waar het paard in trapt,
maar is de nagel van het hoefjzer op de verkeerde plaats ingeslagen i.p.v. in de wite
lijn. De nagel kan in de diepe buiger, het hoefeen of het hoefussen terechtkomen
met ontsteking als gevolg
De hoorn moet dan weggekapt worden en het vreemde voorwerp moet eruit gehaald worden. Bij
een bacteriële ontsteking is het het beste om het abces te openen zodat de eter eruit kan en dan
het abces te spoelen. Het paard moet dan in een schone omgeving staan en het is slecht om de
ontsteking af te sluiten.
Wanneer zal een rund bevallen?
De brede bekkenband is het referentiepunt. Normaal is deze sterk opgespannen maar rond de
bevalling gaat deze band verweken. De fossa ischiorectalis is een put tussen het zitbeen en het
rectum. Deze zit bilateraal. Als je gaat voelen naar de brede bekkenband, moet je met je duim in de
fossa ischiorectalis.
, Kruisbandruptuur
Als een hond aangereden wordt of ergens vanaf springt. De afwijkingen bij de ene kruisband zijn
anders dan bij de andere. Om te testen of een van de kruisbanden gescheurd is, moet je de femur
fxeren en de tibia vastpakken bij een dier in zijlig. Normaal kun je de tibia dan niet naar voor of naar
achter bewegen t.o.v. de femur.
- Als je de tibia naar craniaal kan bewegen, is de craniale kruisband door.
- Als je de tibia naar caudaal kan bewegen, is de caudale kruisband door.
Lig cruciatum craniale loopt van de axiale zijde van de laterale femurcondyl, maar de fossa
intercondylaris centralis van de tibia.Lig cruciarum caudale loopt van de axiale zijde van de mediale
femurcondyl naar de incisura poplitea/area intercondylaris caudalis van de tibia. Als de tibia tov de
femur naar craniaal kan bewegen is de craniale kruisband gescheurt, kan de tibia naar caudaal
bewegen dan is de caudale kruisband gescheurt. De menisci ziten vast met de ligg. tibiale
craniale/caudale, de ligg. menisci lateralis/medialis en de lig meniscofemoralis. Verder zijn er nog de
laterale en mediale collateraalbanden.
Patellaluxatie
Problemen bij de patellaband komen vooral voor bij kleine hondenrassen (vb. Maltezers). De
trochlea femoris is te ondiep t.o.v. de groote van het dier. De patella kan hierdoor gemakkelijker uit
de trochlea femoris gaan, en doordat er maar één patellaband is, kan er bij honden makkelijker
luxatie voorkomen. De patella moet dan steviger aangedrukt worden in de trochlea femoris door het
weefsel dat er omheen zit aan te spannen.
Podotrochleose
Het straalbeen begint te degenereren. Dit kan komen door de doorbloeding van het straalbeen zelf,
of het kan gelinkt zijn aan de bursa podotrochlearis. Als het straalbeen is aangetast, is dit enorm
pijnlijk. Elke keer als het paard loopt, wrijf de buigpees over het straalbeen. Het paard probeert het
lidmaat te ontlasten en gaat manken als het moet bewegen. Vaak wordt de diagnose met RX gesteld,
of door geleidingsanesthesie.
- In de meeste gevallen ligt het aan het straalbeen zelf. Het zit vast met verschillende
ligamenten, waaronder lig. impar naar het hoefeen. Als er een ligament los komt te liggen,
kan dit ook voor problemen met het bot zorgen.
- Met geleidingsanesthesie (gewrichten, bursa en ligamenten) en daarna RX/MRI/echografe
(echo als het om weke delen gaat) wordt het probleem vastgesteld
Er ziten gaatjes in het straalbeen en/of de bursa podothrochlearis is ontstoken, welke tussen de
diepe buiger en het straalbeen zit. Het dier mankt. Het straalbeen is een distaalsesamsbeen wat een
gewricht vormt met het hoefeen en kroonbeen via de facies articularis sesamoidea. De facies
flexoria zit tegen de diepe buiger aan. Het straalbeen wordt op zijn plaats gehouden door r banden:
lig sesamoideum distale collaterale, lig sesamoideum distale impar en ligg chrondrosesamoidea.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller StudentDiergeneeskunde. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.89. You're not tied to anything after your purchase.