100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting - barg62 Management $13.70
Add to cart

Summary

Samenvatting - barg62 Management

 79 views  4 purchases
  • Course
  • Institution

ik behaalde een 15/20 dankzij deze samenvatting

Preview 4 out of 81  pages

  • January 16, 2024
  • 81
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
MANAGEMENT
College 1: De grote lijnen
1. Inleiding
Economie = Sociale wetenschap
Economische inzichten <> politiek-maatschappelijke visies
Mens als fundament van theorieën
 Economie is geen exacte wetenschap => mensen zijn niet voorspelbaar
“The science which studies human behavior as a relationship between ends and scarse means
which have alternative uses” L. Robbins

Schaarste: beperkte hoeveelheid middelen
Keuzeproblemen: veelheid aan bestedingsmogelijkheden
 ECONOMISCH PROBLEEM => economisch motief (oplossen)
Micro-economie: economisch probleem analyseren op kleine schaal
(een gezin, een bedrijf, een product)
Macro-economie: economisch probleem analyseren op grote schaal
(een land, een sector)

Kernbegrippen:
- Behoeften
Verlangens van de mens => vervullen door inzet schaarse middelen, door
substituten (vervanging)
Waarde is subjectief, voor iedereen anders
Economie is neutraal
Welvaart (mate waarin behoeftes vervuld worden met schaarse middelen)
Welzijn (combinatie welvaart met vervulling niet meetbare behoeften (trade-off)
bv. gezondheid)

- Productiefactoren




Natuur: input => grondstoffen; ruimtescheppende=> plaats, bv bouwgrond
recreatief=> kwaliteit van de arbeid; afval ontvangende=> stikstof probleem


1

, - Goederen
Gericht op behoeftevervulling
Ook schaars
Duurzaam (meerdere gebruiken) of niet-duurzaam (eenmalig gebruik)
Consumptiegoed: directe behoeftebevrediging bv pint
Investeringsgoed: indirecte behoeftebevrediging
 Duurzame investeringsgoederen (= kapitaalgoederen) bv machines
 Niet-duurzame: eenmalig in gebruik bv printerinkt
Finale en intermediaire goederen

3 soorten spelers:
Gezinnen, bedrijven en overheid




Instellingen => immateriële waarde
Belastingen => investeringen mogelijk maken
2. Theorieën
Economische stromingen:
Resultaat van lange ontwikkelingen
Conflicterende paradigmata
Sociaal-economische omstandigheden
Politiek-maatschappelijke stromingen

• De voorlopers: Mercantilisme en Fysiocratie tot +/- 1750
Eerste economische gedachten, focus op 1 enkel aspect, product van Ancien
Regime (AR)
- Mercantilisme 1450 – 1750
 Obsessie edele metalen
 Handelsbalans => zo weinig mogelijk naties aan u laten verkopen
 Nationalisme, Protectionisme
 Koloniaal, westers systeem
 Voedingsbodem voor conflict en oorlog (grondstoffen)
Trump = hedendaagse variant


2

,- Fysiocratie 1750 – 1790
 Obsessie met (landbouw)grond => natuur: basis voor rijkdom
 Economische kringloop, geïnspireerd op bloedsomloop, alles in
overeenstemming met elkaar
 Eerste poging tot analytisch totaalmodel
 Landbouw = productieve klasse
 Handel & ambacht = ‘steriele klasse’
 Vrije prijsvorming
 Schaalvergroting en privébezit landbouwgronden
Franse revolutie

• Klassieke School 1775 -1875
 Eerste volwaardige economische theorie
Adam Smith, Thomas Malthus, David Ricardo
 Laisser-faire => individuele vrijheid & concurrentie
 Homo economicus
 Lotsverbetering mensheid
 Verlichting – einde AR
 Industriële revolutie
 Verder uitgebouwd in Neoklassieke school
- Adam Smith, Wealth of Nations
= startpunt economische wetenschap
Vrijhandel  Mercantilisme
Ambacht, handel en industrie  Fysiocratie Vandaag: norm binnen de
Specialisatie in arbeid en arbeidsverdeling economische wetenschap
‘The invisible hand” die voor evenwichten zorgt

• Neoklassieke school 1875 – heden
 Abstrageren klassieke theorieën
 Integreren statistiek en wiskunde
 Modellen en voorspellingen
 Angelsaksisch
 Oostenrijkse school: rebel binnen neoklassieken
- Onzekerheid integreren
- Focus op grote lijnen
- Non-sciëntisme: staan kritisch tegenover modellen

• Keynesiaanse school 1936 – heden
 John Maynard Keynes
 Afwijzen van neoklassieke macro-economie
 Great depression & New Deal politiek
 Overheidsgeld als motor (anticyclisch budget)
 Belang koopkracht: vraag-economie


3

,  In jaren ’70 uit gratie geraakt => inflatie steeg
- Milton Friedman zette de neoklassieke macro-economie weer op de troon
- Aanbod-economie vs vraag-economie
 In Europa nog steeds aanwezig

• Marxistische school 1854 – 1989
 Karl Marx (Communistisch)
 Ontstaan: ontbering fabrieksarbeider
 Totalitaire visie op samenleving => kapitaal moet gemeenschappelijk worden
 Enkel arbeid had waarde, handel enz. niet
 Afschaffing privébezit
 Humanitaire en ecologische catastrofe
 Socialisme als kapitalistische variant
Overzicht:




Neoklassieke school sluit best aan bij economie van vandaag
 Druk op neoklassieke school:
Keyensiaanse en zelfs in zeer beperkte mate marxisitische stromingen blijven
sluimeren.
 Veel lokale varianten
 Grote nieuwe uitdagingen:
- Ongelijkheden
- Isolationisme
- Klimaatverandering
De economische orde:
3 aspecten:
- Allocatie mechanisme: hoe vinden mensen, middelen en goederen hun weg?




4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Blokvriendje. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $13.70. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$13.70  4x  sold
  • (0)
Add to cart
Added