DEEL I: FUNDAMENTELE ELEMENTEN
VAN HET ECONOMISCH RECHT
H1: BRONNEN VAN HET ECONOMISCH RECHT
WETGEVING
NATIONALE WETGEVING
• WER: wetboek van economisch recht
• Wetboek van vennootschappen en verenigingen WVV
• Burgerlijk wetboek BW
• Koninklijke en Ministeriële besluiten
• Federale wetten / regionale wetgeving: decreten en besluiten van gemeenschappen/gewesten en de
ordonnanties van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
INTERNATIONALE WETGEVING
• Traditionele internationale recht
= bi- of multilaterale verdragen tussen soevereine staten
Voorbeeld:
- Europees verdrag van 30 september 1957 betreffende het internationaal vervoer van gevaarlijke
goederen over de weg
- VN-Verdrag inzake internationale koopovereenkomsten van roerende zaken (Weens
Koopverdrag)
• Supranationale wetgeving
= rechtsregels uitgevaardigd door supranationale instellingen zoals de Europese Unie
Europees parlement en Europese raad = wetgevende organen van de EU
Europese commissie = initiatiefrecht om wetgeving voor te stellen
Instellingen van de Europese Unie
, Binnen de EU bestaan er 3 wetgevende instrumenten:
➢ De richtlijnen: rechtsregels die door de nationale overheid van de lidstaten verplicht moeten
worden opgenomen en verwerkt in de eigen wetgeving.
De nationale overheden moeten de door de richtlijn beoogde resultaten bereiken, maar
behouden de bevoegdheid om vorm en middelen te kiezen
→ Moet nog omgezet worden in nationale wetgeving
➢ De verordeningen: algemene en volledige reglementering die rechtstreeks van toepassing is
in alle lidstaten.
Wetgevende initiatieven vanwege de nationale overheden zijn hier maw helemaal niet
vereist en eigenlijk zelfs niet toegelaten
→ Op alle inwoners van de EU van toepassing
➢ De besluiten: bevatten bijzondere besluiten die enkel op de uitdrukkelijk aangeduide
bestemmeling van toepassing zijn (staten, ondernemingen of personen)
→ Enkel voor de vermelde lidstaten
RECHTSPRAAK
= geheel van beslissingen uitgesproken door diverse rechtscolleges
• Juridisch niet bindend, maar toch erg belangrijk
• Rechterlijke uitspraken van andere rechters vormen een precedent waarnaar rechters kunnen
teruggrijpen bij hun beoordeling van een zaak
GEWOONTE
= gewoonterechtelijke regels zijn gebaseerd op welbepaald en herhaalde handelswijzen die als algemeen
verbindend worden aanvaard.
• Bindend
RECHTSLEER
= rechtsleer is het geheel van studies geschreven door rechtsgeleerden.
• Het is een indirecte rechtsbron: niet-bindend
DEEL II: ONDERNEMINGSRECHT
H1: VRIJHEID VAN ONDERNEMEN EN ALGEMENE VERPLICHTINGEN VAN DE
ONDERNEMING – OPSTART VAN EEN ÉÉNMANSZAAK
→ WER: “iedereen is vrij om enige economische activiteit naar keuze uit te oefenen”
1. DE ONDERNEMING
Belangrijk om te weten wie wel en wie geen onderneming is
,Definitie: een onderneming is elk van volgende organisaties:
• Iedere natuurlijke persoon die zelfstandig een beroepsactiviteit uitoefent (+ vrije beroepen,
landbouwers, vzw’s en maatschappen)
• Iedere rechtspersoon
• Iedere andere organisatie zonder rechtspersoonlijkheid
Geen onderneming: iedere organisatie zonder rechtspersoonlijkheid die geen winstuitkering als doel heeft en
die ook in feite geen uitkeringen verricht aan haar leden of aan personen met beslissende invloed
Geen onderneming: iedere publiekrechtelijke rechtspersoon die GEEN goederen/diensten aanbiedt op een
markt
Overheidsbedrijven die een economische activiteit uitoefenen worden dus wel als onderneming
beschouwd; NMBS, Bpost…
Geen onderneming: federale staat, gewesten, gemeenschappen, provincies…
Opmerking: het begrip onderneming zoals in artikel I.1.1 WER bepaald geldt voor zover er in een ander boek van het WER
geen andere definitie wordt opgenomen
DUS
• Uitoefenen van een economische activiteit = doorslaggevend
• Economische ‘bedrijvigheden’ van de overheid = in principe géén onderneming
WANT taak: behartigen van algemeen welzijn
UITZONDERING: publiekrechtelijke rechtspersonen die wel goederen/diensten aanbieden op de markt
WAAROM BEGRIP ONDERNEMING VAN BELANG?
• Insolventierecht bij ondernemingen
• Inschrijvingsplicht bij de KBO voor ondernemingen
• Boekhoudkundige verplichtingen: afhankelijk van de aard/omvang onderneming
• Ondernemingen komen voor de ondernemingsrechtbank
• Bewijsmiddelen tegen ondernemingen zijn ruimer
2. DE VRIJE EN INTELLECTUELE BEROEPEN = VASTGOEDMAKELAAR
= er bestaat géén officiële opsomming van alle vrije beroepen (wel gezamenlijke kenmerken)
- Deontologische code
- Wettelijke regeling voor toegang tot het beroep
- Diplomavereisten en verplichte vorming
= ieder natuurlijk persoon die een zelfstandige beroepsactiviteit uitvoert
→ Voor alle beroepen worden ook specifieke beroepsfederaties opgericht
(1) Vrijheid van ondernemen
= iedereen is vrij om enige economische activiteit naar keuze uit te voeren (Boek III WER)
(2) Juridische bevoegdheid
- Handelingsbekwaamheid
- Meerderjarig zijn
- Burgerrechten bezitten: geen strafrechtelijk veroordeelden
- Geen onverenigbaarheden met een andere commerciële activiteit
Voorbeeld: gerechtsdeurwaarder, advocaat, notaris… kan je niet combineren
- Geen verbodsbepalingen opgelegd door de rechter
Voorbeeld: bij misdrijven, faillissement, bestuursverboden…
FORMELE VERPLICHTINGEN VAN DE ONDERNEMING
1. Inschrijven bij de Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO)
2. Openen van een zakelijke betaalrekening
3. Bekendmaken van de huwelijksovereenkomst
4. Een boekhouding voeren
5. Voldoen aan de vestigingswet (gewestelijke bevoegdheid, wet is in Vlaanderen
afgeschaft, in Brussel en Wallonië niet)
6. Vergunningen en toelatingen aanvragen en specifieke regels (o.a. verblijfsvergunningen
en beroepskaarten aanvragen)
7. Een btw-nummer aanvragen
8. Aansluiten bij een sociaal verzekeringsfonds
9. Registreren in het UBO-register(vennootschap) (Ultimate Beneficial Owner)
10. Afsluiten van verzekeringen
…
H1: VRIJHEID VAN ONDERNEMEN EN ALGEMENE VERPLICHTINGEN VAN DE
ONDERNEMING – OPSTART VAN EEN VENNOOTSCHAP
1. Open een financiële rekening op naam van jouw zaak
2. Ga langs bij het ondernemingsloket
a. Activiteiten
b. Voorafgaande vergunningen
c. Vestigingsreglementering
d. Ondernemingsnummer activeren
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller bb8934. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.83. You're not tied to anything after your purchase.