KUA examenstof
Hofcultuur (16e en 17e eeuw)
4.1- Renaissancehoven
Rond 1500 bestaat Italië uit stadstaten en hertogdommen. In deze staten heeft humanisme
invloed. Humanisten richten de aandacht op de ontwikkeling, educatie en capaciteiten van
de individuele mens. Hun ideaal is homo universalis, een goed ontwikkeld mens op allerlei
gebieden. Humanisten willen een wedergeboorte van de klassieke oudheid, de renaissance.
Anatomie is heel erg belangrijk in de renaissance.
Tijdens de Renaissance worden kunstenaars gezien als mensen met uitzonderlijke kennis en
talenten, wat ook past bij homo universalis. Een volmaakte hoveling moet veelzijdig zijn, met
bijvoorbeeld veel kennis over o.a. theater, een goede soldaat en goede manieren. De
hovelingen volgen de regels van de retorica (leraar) uit de klassieke oudheid.
Tijdens de Renaissance werd er neerbuigend gekeken naar de middeleeuwen. Zo wordt er
gezegd dat de kunst in een diep dal zat maar doordat de regels van de klassieke oudheid nu
gevolgd werden (imitatio) de kunst zich weer zal ontwikkelen en uiteindelijk beter zal
worden dan de kunst uit de klassieke oudheid (aemulatio). Kunstenaars en wetenschappers
krijgen het idee dat de mens de maat is voor alles (kijk bijv. Homo quadratus). Ze zeggen dat
omdat God de mens schiep naar zijn gelijkenis de proporties van het menselijk lichaam een
afspiegeling van de goddelijke orde zijn.
De architectuur in de Renaissance is geen kopie van de klassieke oudheid maar een variant
die overeenkomt met boeken van een architect (Vitruvius) uit die tijd. De architectuur is dus
een samenstelling van verschillende oudere versies van architectuur maar aangepast naar de
wensen van de moderne tijd.
Het is belangrijk in de 16e eeuw om te pronken met palazzo’s, grote tuinen en uitbundige
feesten. Voor rijke mensen was er een trend om net buiten de stad te gaan wonen in een
groot palazzo (vergelijkbaar met een paleis). Vaak met grote tuinen en soms zelfs met een
amfitheater. De feesten waren extravagant (stravaganza’s). Zo lieten mensen de
binnenplaats van hun paleis onder water zetten voor een nagespeeld naumachie (een
zeeslag op schaal). Ook was er vaak theater, met originele intermedi waarvan de inhoud los
stond van het toneel zelf.
In de 16e eeuw ontstaat de behoefte om theaterstukken uit de klassieke oudheid op
originele wijze op te voeren. Op straat ontstaat de commedia dell’arte, het volkstheater met
vaste karakterrollen en veel improvisatie. Coulissen is het stuk aan de zijkant van het toneel.
Sebastiano Serlio omschrijft drie decortypen voor klassiek theater in zijn traktaat.
- Tragedie, een klassiek stadsgezicht met statige gevels.
- Komedie, combinatie van renaissance-architectuur en gotiek.
- Satire, een natuurlijke omgeving.
,In 1618 ontstaat het eerste lijsttheater, waarbij de opening van het toneel omlijst is.
Waardoor het lijkt alsof je naar een schilderij kijkt. Op straat ontstaat de commedia dell’arte,
dit straattoneel is vrij en ongebonden. De spelers houden zich aan een plot maar verder
improviseren ze veel. Belangrijk waren de maschere, dit zijn vaste personages die in alle
commedia dell’arte stukken te zien waren.
In 1607 ontstaat Opera. Het mardigaal (een niet-kerkelijk lied gezongen in de moedertaal,
vroeger dus voornamelijk Italiaans) speelt een belangrijke rol in het ontstaan van de
Italiaanse opera. In de 16e eeuw bepaalt de inhoud van de tekst steeds meer de muziek. De
theorie die beschrijft hoe en wanneer je met muzikale middelen de emotie van het publiek
bespeeld heet affectenleer. Basso continuo is doorlopende bas. Ook wordt er gebruik
gemaakt van recitatieven (de zanger zingt op een verhalende manier). In de muziek wordt er
onderscheid gemaakt van de prima pratica en de seconda pratica. De prima pratica is de
oude stijl van muziek maken uit de renaissance, die zich houd aan strenge wetten. De
seconda pratica is de muziek waarin er niks aangetrokken wordt van de oude muziekwetten
en waarin expressie van de tekst leidend is. Voorbeelden zijn dus de recitatieven maar ook
dissonanten (ongewone melodische wendingen of ritmische contrasten). Ook ontwikkeld de
publieksopera zich, waarin de personages meer menselijke trekken krijgen.
4.2- pauselijk hof
De Rooms-Katholieke Kerk staat onder druk. In de renaissance is de paus voornamelijk
staatshoofd, hij is vaak in oorlog en altijd opzoek naar bondgenoten. De macht van
hertogelijke Italiaanse hoven is zo groot dat pausen vaak werden gekozen uit deze families,
deze pausen benoemen familieleden dan weer tot kardinaal, die weer later een nieuwe paus
mogen kiezen. Pausen willen heel graag hun pauselijk hof laten zien. Kijk bijvoorbeeld naar
de Sixtijnse Kapel, de paus liet de kapel versieren met de mooiste fresco’s (muur
schilderingen) en de kapel had een vast zangkoor.
Pilaster
In de eerste helft van de zestiende eeuw groeit het verzet tegen de Katholieke Kerk. De roep
om de kerk te hervormen is de Reformatie. De reactie tegen de reformatie heet de
Contrareformatie. In 1521 leidt een conflict tussen Maarten Luther en de Katholieke Kerk tot
het beging van de protestantse Reformatie.
Protestanten- alleen de Bijbel is basis voor het geloof; Sola scriptura.
Katholieken- waarde aan rituelen en tradities.
Vanaf 1522 tot halverwege de zeventiende eeuw speelt de strijdt tussen de protestanten en
de katholieken een rol bij veel opstanden en oorlogen. Vanuit de protestantse kant kwamen
er pamfletten en spotprenten.
, In 1545 roept Paus Paulus III de top van de Katholieke Kerk bijeen om de Katholieke Kerk te
hervormen. Dit Concilie van Trente duurt tot 1563 en is het startsein voor de
Contrareformatie. De nieuwe muziek moet makkelijk begrijpbaar zijn voor iedereen. De
muziek klinkt door o.a. de nieuwe afgesproken kerktoonladders meer ingetogen dan de
complexe polyfonie van de hoogrenaissance.
Aan het einde van de 16e eeuw neemt kunst een andere vorm aan; de barok. Bij de barok
gaat het meer om het gevoel dan om het denken zoals in de renaissance. Zo wordt er
gebruik gemaakt van clair-obscur, licht-donkercontrast. De barok is geschikt om te
imponeren en het publiek te verleiden. Barokstijlkenmerken zijn:
- Clair-obscur
- Diagonale composities
- Dynamische handeling
- Kijkrichting van de personages om de aandacht te vestigen op dat ene ogenblik.
Vrouwen spelen geen belangrijke rol in de kunsten of muziek in deze periode. Behalve bij
nonnenkloosters en vrouwen van adel.
Gianlorenzo Bernini werkt vanaf 1624 tot 1680 voor pausen aan verschillende projecten. Hij
is erg belangrijk voor de barok. Tijdens de contrareformatie is er vanuit de Katholieke Kerk
veel aandacht voor wonderlijke openbaringen van het goddelijke. Hierdoor zijn de
metamorfosen van Ovidius erg populair. Dit zijn klassieke verhalen waarin goden en andere
mythische figuren een dramatische gedaantewisseling ondergaan.
Baldakijn
4.3- Vorstenhoven
Europa bestaat uit grote staten met vaak een absolute vorst aan de macht. In de tweede
helft van de zestiende eeuw hebben Filips II van Spanje en Elizabeth I van Engeland veel
macht. In de zeventiende eeuw blijkt dat de barokstijl nog beter past bij de absolute staat,
dit valt te zien bij Lodewijk XIV. Ook het Ottomaanse Rijk dat zich in de loop van de 16 e eeuw
steeds meer heeft uitgestrekt over de meeste gebieden rond de Middellandse Zee.
Grotesk
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller marietteulrich. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.83. You're not tied to anything after your purchase.