100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting - Voedsel en voedingsleer I $10.78   Add to cart

Summary

Samenvatting - Voedsel en voedingsleer I

1 review
 59 views  2 purchases
  • Course
  • Institution

Samen vatting vanuit studiejaar voor het vak Voedsel en Voedingsleer I uit de bachelor farmaceutische wetenschappen. Ik was er in de eerste zittijd al door voor dit vak. Het bevat de essentie van het vak en wat er zeker gevraagd werd op het examen (vitamines, vetten, mineralen, sporen elementen,.....

[Show more]
Last document update: 9 months ago

Preview 5 out of 50  pages

  • January 16, 2024
  • February 16, 2024
  • 50
  • 2021/2022
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: farmacie7685 • 3 months ago

avatar-seller
Voeding- en voedselleer
Hoofdstuk 0: inleiding
Gezonde voeding = weten hoeveel je per dag mag nemen van welke voedingsstof

Levensmiddelen  nutriënten = voedingsstoffen of componenten die door het lichaam kunnen
worden opgenomen en nodig zijn voor de groei en het leven of voor het metabolisme

- Nutriënten:
o Koolhydraten
o Lipiden
o Proteïnen
o Water
o Vitamines
o Mineralen/spoorelementen

Macronutriënten = leveren direct energie + worden verbrand om energie vrij te geven  =
koolhydraten, lipiden, proteïnen

Micronutriënten = leveren onrechtstreeks energie en komen in verband met de energie leverende
pathways + geven aanleiding tot cofactoren  = vitamines, spoorelementen en mineralen  in
kleine hoeveelheden aanwezig mg/µg

Nevenbestanddelen = additieven, organoleptische stoffen  de smaak of uitzicht van de producten
verbeteren

Voedingsaanbevelingen = geeft weer wat mensen nodig hebben van de macronutriënten en
micronutriënten

ADH = aanbevolen dagelijkse hoeveelheid = Reccommended Diatery Allowance of Population
Reference Intake  tegemoet komen aan een zo groot mogelijk aantal individuen in de populatie 
2 standaarddeviaties boven het gemiddelde  hoger dan individuele behoefte + leeftijd gerelateerd

Average requirment = AR = gemiddelde behoefte = gemiddelde hoeveelheid die het gemiddelde van
de bevolking nodig heeft

LTI = lowest threshold intake  gemiddelde behoefte – 2 maal de standaarddeviatie = hieronder zijn
bijna geen individuen die hiermee genoeg energie hebben

,Energiebehoefte:
- EN =PAL ∙ BMR (Kcal /dag)  enkel goed voor mensen met een normaal gewicht
- PAL = physical activity level  totale energieverbruik / basale metabolisme verbruik
- Streefwaarde = 1,75  kans op overgewicht verlaagt
- Sedentaire personen = 1,4 – 1,6 (bewegen weinig)

Hoofdstuk 1: Energie behoeften en Energie-
inname
Voedsel = nodig om energie te kunnen leveren  worden gemetaboliseerd tot ATP  ATP =
chemische energie + kan nog omgezet worden in andere vormen van energie

Energie = Kcal als eenheid

Energiebehoefte = voldoende om te voorzien bij “gezonde” lichaamsomvang en -bouw, met
voorziening voor economische en sociale lichaamsactiviteit (werk en hobby’s) te kunnen dekken 
extra energie voorzien = weefsel opbouw (kinderen en zwangere vrouwen), melkproductie (lactatie)
 individueel bepaald

Energie balans = de hoeveelheid inname aan energie is gelijk aan de hoeveelheid verbruikte energie
 Energie inname – Energie verbruik = 0 = geen voorraad op geslagen

Ondervoeding = de inname aan energie is minder dan de verbruikte energie  de energie voorraad
wordt negatief

Overvoeding = de inname aan energie is veel groter dan de verbruikte energie  er wordt een
voorraad opgebouwd

- Evaluatie van overvoeding:
o BMI bepaling
o Vetverdeling

Body Mass Index:
gⅇwⅈcht (kg)
BMI =
lⅇngt ⅇ ( m )
2 2



- Ondergewicht = onder de 18,5
- Normaal = 18,5 – 24,5
- Overgewicht = 25 – 30
- Obesitas = boven de 30  onderverdeeld in groepen
- Morbide obesitas = boven de 40  heeft veel gezondheidsrisico’s

Vetverdeling:
- Abdominale vetophoping rond de buik  maximale omtrek
o Man = 102 cm
o Vrouw = 88 cm
- Erboven = verhoogde kans op ziekten zoals diabetes type 2, verhoogde bloeddruk, hart- en
vaatziekten

Overschatting vetmassa (BMI):
- Heel erg gespierde persoon

,Onderschatting vetmassa (BMI):
- Oudere personen die minder spiermassa over hebben

Extra parameter = meten van de buikomtrek = betere bepaling van de gezondheidsrisico’s

Energiebehoefte – balans:
Verschillende factoren die de energiebehoefte bepalen = basaal metabolisch rustritme (BMR),
postprandiale thermogenese, energieverbruik van fysieke activiteiten, Lean body mass, leeftijd

BMR = energie die nodig is om de minimale basisfuncties van ons lichaam in stand te houden  in
volledige rust gemeten  60 -75% van de dagelijkse energie verbruik  Hogere leeftijd = lagere
basaal metabolisch rustritme verbruik

Thermic effect of feeding  thermisch effect van voedsel of postprandiale thermogenese: De
energie nodig voor de inname en vertering van voedsel

Thermic effect of activity: thermische effect van beweging  energie die nodig is voor de beweging
 rond de 15-30%

Lean body mass = vetvrije massa (actieve celmassa)  hoe meer spiermassa een persoon heeft =
meer lean body mass  Body Mass (lichaamsgewicht) – vetfractie = LBM

Vergelijking voor bepaling van Basaal Metabolic Rate:




in Kcal = 4de of 6de kolom gebruiken  W = gewicht; H = lengte

Basaal metabolisme:
- Daalt met het ouder worden
- Bij mannen hoger dan bij vrouwen (man = meer spiermassa)

Factoren die basaal metabolisme doen stijgen: Verhoogde spiermassa,
Zwangerschap, Hyperthyroïdie, Roken en Extreme omgevingsfactoren

,Factoren die basaal metabolisme doen dalen: Verhoogd lichaamsvet, Slaap,
Hypothyroïdie, conditie



Belang energie balans:
Dagelijks 1-2% teveel aan voeding  20 kg gewichtstoename over 10 jaar  energie regeling nodig

Energie regeling:
Perifere controle GIS (gastro-intestinaal stelsel):
Positieve feedback van orosensorische stimuli (voedsel in de mond) (smaak, honger)  via
dopamine, opioïden  in de hersenen gemedieerd door hormonen  stimuleert inname van
voedsel = positief of stoppen met eten = negatief

Kan ook negatieve effecten geven  zeer ernstig ziek geweest door dat bepaald voedsel = niet meer
willen eten

Positieve feedback:
Ghreline = aangemaakt door de maag (pancreas) volledige verdeling in lichaam is nog niet bekend 
plasma levels van ghreline stijgen  meer eetlust en voedsel willen innemen  voor de maaltijd

Negatieve feedback:
Postprandiaal = na de maaltijd

- De maag neemt in volume toe  signaal naar nervus vagus = mechanische prikkel  ter
hoogte hypothalamus gaan aangeven dat we verzadigd zijn  afremmen van voedsel
inname
- Ter hoogte van de dunne darm = chemische prikkel  maakt cholecytokinine aan (CCK) 
ter hoogt van de hersenen geeft dit een verzadigingsgevoel  afremmen van voedsel
inname

Perifere controle (pancreas):
Negatieve feedback (postprandiaal) op voedsel door vrijgave van een aantal hormonen (glucagon,
insuline en amyline)  hoe meer vetweefsel hoe meer insuline als basale concentratie  stijging van
insuline = hoeveelheid vetmassa en controle van voedsel inname

Insuline:
specifiek transport naar de hersenen en binding met specifieke receptoren van de zenuwcellen in de
hypothalamus  afremmen van voedsel inname

Perifere controle (vetweefsel):
Leptine:
peptide hormoon geproduceerd door vetcellen (= adipokine)  gecodeerd door het lepgen en
gesecreteerd na de maaltijd in de bloedbaan  afremmen van voedsel inname

Vetzuursynthase:
= belangrijk enzyme in de productie van langketen vetzuren en is aanwezig in veel verschillende
weefsels  inhibitoren van zo een enzym hebben effect op vermindering van de voedsel inname

, Centrale controle:
Hypothalamus (ARCuate nucleus, PVN = paraventricular nucleus)  2 regio’s van de hypothalamus
 verzadiging wordt hier verzorgd

Verschillende peptiden:
- Orexigene peptiden = stimuleren voedsel inname
o Neuropeptide Y  voedsel inname stimuleren door centraal vrijgesteld te worden
- Anorexigene peptiden = verzadigen en inhiberen voedsel inname
o α-melanocyte stimulating hormone

plasmaconcentratie aan perifere peptidehormonen (insuline, leptine) gaat afnemen in de bloedbaan
 geeft signaal naar de hypothalamus om orexigene peptiden vrij te laten en verminderde vrijgave
van anorexigene peptiden

plasmaconcentratie aan perifere peptidehormonen (insuline, leptine) gaat toenemen in de
bloedbaan  geeft signaal naar de hypothalamus om anorexigene peptiden vrij te laten en
verminderde vrijgave van orexigene peptiden

Controle voedsel inname bij obesitas
Bij de inname van smakelijk vet rijk voedsel zal ervoor zorgen dat men veel eet ervan  verhoogde
plasma concentraties van leptine en insuline  het negatieve feedback systeem werkt niet

2 hypotheses:
- resistentie aan leptine en insuline ter hoogte van de hypothalamus
- orosensorische positieve feedback is sterker dan de negatieve feedback dus men blijft eten

Cognitieve verzadiging:
Stimuli die aanleiding geven om toch nog meer voedsel in te nemen  nieuwe
controlemechanismen ontstaan aangezien voedsel niet enkel meer nutritioneel een rol speelt 
uitkijken naar op restaurant gaan, etc.

Energie inname bepaling:
In de bom calorimeter = alles wordt verbrandt van energie = de beschikbare hoeveelheid aan energie

Metaboliseerbaar = bruikbare hoeveelheid energie  chemische samenstelling van nodig en de
Atwater factoren

Fysische verbrandingswarmte = energie die vrijkomt wanneer men dit in de bom calorimeter stopt
(verbrandt alles)

Fysiologische verbrandingswarmte = hoeveel energie leveren de macronutriënten effectief aan het
lichaam  Atwater factoren = bruikbare energie

Atwater factoren:
Component Kcal/g
Eiwit 4
Vet 9
Beschikbare Koolhydraat (alles) 4
Voedingsvezel (niet verteerbare koolhydraat) 2
Alcohol 7

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller drawingkve. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $10.78. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

73918 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$10.78  2x  sold
  • (1)
  Add to cart