100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Bestuursrecht (RGBUSBR004) $5.35   Add to cart

Summary

Samenvatting Bestuursrecht (RGBUSBR004)

 10 views  2 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Dit is volledige samenvatting van alle stof die is behandeld bij het vak Bestuursrecht (RGBUSBR004). Het bevat de behandelde stof van alle hoorcolleges, werkgroepen, literatuur en samenvattingen van alle behandelde jurisprudentie. Kortom, je hebt niets anders nodig dan deze samenvatting om je tenta...

[Show more]

Preview 3 out of 30  pages

  • Yes
  • January 17, 2024
  • 30
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting Bestuursrecht B2B2

Week 1
Bestuursrecht = de verhouding tussen het bestuur en het object van het bestuur (dit kunnen burgers zijn,
maar ook andere bestuursorganen).

4 typen regels in de Algemene wet bestuursrecht (Awb):
 Dwingend recht: alleen afwijken als er een goede reden is
 Regelend recht: in de meeste gevallen voldoende (tenzij het bij wettelijk voorschrift anders is
bepaald)
 Aanvullend recht: vangnetbepalingen (bv. beslistermijnen)
 Facultatief recht: alleen van toepassing als uitdrukkelijk daartoe besloten in wettelijke regeling (bv.
uov)
De Awb begint bij algemeen en eindigt bij bijzonder.

Bestuursorgaan = a-orgaan of b-orgaan, art. 1:1 lid 1 Awb

Je moet altijd eerst toetsen of er sprake is van een a-orgaan, voordat je kijkt naar een b-orgaan. Een
bestuursorgaan kan niet beide zijn.

A-orgaan (art. 1:1 lid 1 sub a Awb): vereisten
 Orgaan: het heeft een zelfstandige functie, dit staat vaak in de instellingswet van het orgaan, maar
dit staat niet altijd expliciet genoemd (bv. Gemeentewet)
 Rechtspersoon
 “Krachtens publiekrecht ingesteld”: "krachtens" -> het komt van de wetgever
o Bij wet ingesteld via bijzondere wetten (art. 2:1 lid 2 BW)
Of
o Art. 2:1 lid 1 BW, (dus niet opgericht via inschrijving bij KvK)

B-orgaan (art. 1:1 lid 1 sub b Awb): vereisten
 Persoon of college: dit kan zowel een rechtspersoon als een natuurlijke persoon zijn
 Bekleed met enig openbaar gezag bekleed: open norm waarbij wordt gekeken naar de uitvoer van
de functie. Er staat geen definitie van “openbaar gezag” in de Awb. B-organen moet besluiten
kunnen nemen (publiekrechtelijke rechtshandelingen). Deze besluiten zijn belangrijk voor het
bepalen van de functie.
Een b-orgaan dat geen besluiten neemt, kan alsnog wel een b-orgaan zijn op basis van de criteria uit
het volgende arrest:
Arrest Stichting bevordering kwaliteit leefomgeving Schiphol ro.5.1: 2 cumulatieve criteria
o De overheid financiert 2/3 van het "b-orgaan"
o De overheid bepaalt in beslissende mate de inhoudelijke criteria waarop het "b-orgaan" zijn
vergunningen verstrekt

Sommige organen, personen of colleges zijn door de wetgever expliciet uitgezonderd van het zijn van een
bestuursorgaan -> art. 1:1 lid 2 Awb.

Bij een a-orgaan gaat het om de afkomst van de entiteit waaraan wordt bepaald of er sprake is van een a-
orgaan. Bij het vaststellen van een b-orgaan wordt er gekeken naar de functie.

,Een a-orgaan is altijd een a-orgaan. Een b-orgaan is alleen een b-orgaan wanneer ze de functie die bekleed is
met openbaar gezag uitvoeren. (Wanneer iemand een APK-controle uitvoert, is hij een b-orgaan, maar
wanneer hij de rekening hiervoor stuurt, is hij geen b-orgaan meer).

Noem in een casus het artikel waarin je de bevoegdheid vindt en niet alleen de wet. Wees dus specifiek.

Legaliteitsbeginsel = bestuursorgaan mag alleen binnen zijn wettelijke bevoegdheden handelen
De wettelijke bevoegdheid van een bestuursorgaan wordt geattribueerd door de wetgever -> wet in
materiele zin.

Er zijn 3 manieren waarop een bestuursorgaan een bevoegdheid kan krijgen/hebben:

1.Attributie: het creëren en toewijzen van een nieuwe bevoegdheid
(Noem in een casus het artikel waarin je de bevoegdheid vindt en niet alleen de wet.)
 Alleen organen met wetgevende bevoegdheden kunnen bevoegdheden attribueren (toekennen).
 Voor attributie aan ondergeschikten is een specifiek wetsartikel (art. 10:22 Awb). Er moeten
aanwijzingen worden gegeven om de hiërarchische verhouding niet te doorbreken (art. 10:22 lid 1
Awb) en er moeten inlichtingen aan de ondergeschikte worden gegeven (art. 10:22 lid 2 Awb).

2.Delegatie: delegataris (de persoon/orgaan die de bevoegdheid toe gedelegeerd krijgt) oefent een
bevoegdheid uit onder eigen naam en verantwoordelijkheid. De delegataris is zelfstandig. Hier moet ook een
wettelijke grondslag voor zijn. Het mag niet naar beneden in de hiërarchische keten, anders ben je namelijk
niet zelfstandig. Delegatie kan daarbij ook te allen tijde worden beëindigd (degene die de bevoegdheid heeft
overgedragen, kan deze ook weer terug nemen).

De delegerende en de delegataris mogen beiden beleidsregels opstellen. Beleidsregels zijn een manier om
een bevoegdheid in te vullen en voor gelijke behandeling te zorgen. Degene die de bevoegdheid heeft
overgedragen mag alleen algemene beleidsregels maken en de andere (delegataris) mag ook specifieke
beleidsregels maken. Degene die de bevoegdheid heeft verkregen, moet wel luisteren naar de beleidsregels
van degene van wie hij de bevoegdheid heeft verkregen


3.Mandaat: een bevoegdheid wordt uitgeoefend in naam en onder verantwoordelijkheid van de
mandaatgever. Dit mag wel naar beneden in de hiërarchische keten, maar hoeft niet. Let op de
mandaatverboden!

Expliciete/absolute mandaatverboden uit art. 10:3 lid 2 Awb:
 Verbod op het afgeven van APV
 Besluit moet met meerderheid worden genomen
 De aard van de voorgeschreven besluitvormingsprocedure zich tegen de mandaatverlening verzet
 Het vernietigen of onthouden van een goedkeuring van een beslissing van een ander
bestuursorgaan.

Relatieve mandaatverboden uit art. 10:3 lid 1 Awb;
 Tenzij er door wettelijk voorschrift wordt bepaald (niet echt relatief)
Of
 De aard van de bevoegdheid verzet zich tegen de mandaatverlening. Is afhankelijk van de
omstandigheden van het geval en de identiteit van de mandaatgever en mandaatnemer (bv.
minister van stikstof gaat niet over vergunningen voor dierproeven)

, Arrest Stichting bevordering kwaliteit leefomgeving Schiphol
In casu gaat het om het hoger beroep van het bestuur van de Stichting bevordering kwaliteit leefomgeving
Schipholregio (appellant), tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland.
In 2012 heeft het bestuur een aanvraag van de wederpartij om een uitkering in natura voor door hem
ervaren hinder van vliegverkeer rondom de luchthaven Schiphol afgewezen.
Het bezwaar is door het bestuur ongegrond is verklaard.
De rechtbank heeft zich onbevoegd verklaard om van het beroep van de wederpartij kennis te nemen. Tegen
deze uitspraak heeft het bestuur hoger beroep ingesteld. Het bestuur betoogt namelijk dat de rechtbank ten
onrechte heeft overwogen dat het geen bestuursorgaan is (art. 1:1 lid 1 b Awb).

ABRvS: ro. 5.1.
Openbaar gezag kan in beginsel alleen bij wettelijk voorschrift worden toegekend. Als een wettelijk
voorschrift ontbreekt, is een orgaan van een privaatrechtelijke rechtspersoon in beginsel geen
bestuursorgaan. Bij organen van privaatrechtelijke rechtspersonen die geldelijke uitkeringen of op geld
waardeerbare voorzieningen aan derden verstrekken, kan zich wel een uitzondering op deze regel voordoen,
waardoor die organen toch bestuursorgaan zijn. Deze uitzondering geldt als aan twee cumulatieve vereisten
is voldaan:
1. De inhoudelijke criteria voor het verstrekken van geldelijke uitkeringen of voorzieningen worden
in beslissende mate bepaald door één of meer bestuursorganen als bedoeld in artikel 1:1 lid 1 a
Awb (het inhoudelijke vereiste). Dat bestuursorgaan hoeft geen zeggenschap te hebben over een
beslissing over een verstrekking in een individueel geval;
2. De verstrekking van deze uitkeringen of voorzieningen wordt in overwegende mate, dat wil
zeggen in beginsel voor 2/3 of meer, gefinancierd door één of meer bestuursorganen als bedoeld
in artikel 1:1 lid 1 a Awb (het financiële vereiste).
Daarbij geldt dat het bestuursorgaan of de bestuursorganen die in beslissende mate de criteria bepalen in de
zin van het inhoudelijke vereiste, niet noodzakelijkerwijs dezelfde hoeven te zijn als het bestuursorgaan dat
of de bestuursorganen die de verstrekking in overwegende mate financieren in de zin van het financiële
vereiste, aldus de Afdeling.

Week 2
Wie is een belanghebbende?

Het is belangrijk om vast te stellen wie een belanghebbende van een bestuursrechtelijk besluit is, omdat dit
bijvoorbeeld bepaalt wie er bezwaar tegen dit besluit mag aantekenen (art. 8:1 Awb) en wie er een verzoek
tot besluitneming mag doen (art. 1:3 lid 3 Awb).
Het heeft dus ook een beperkende functie, omdat alleen mensen met een gerechtvaardigd belang worden
gekwalificeerd als belanghebbende.

Stappenplan voor het bepalen of iemand belanghebbende is:
1. Normadressaat: degene tot wie een besluit gericht is en/of degene wiens rechtspositie door een
persoonsgericht besluit wordt geraakt
2. Art. 1:2 lid 1 Awb: OPERA-criteria
a. Objectief bepaalbaar belang: het belang mag niet enkel een subjectief gevoel zijn. Dit is niet
hetzelfde als immateriële belangen (bv. kwaliteit woonomgeving).
b. Persoonlijk belang:
i. Natuurlijk persoon of rechtspersoon in zijn eigen belang: het belang moet zich
voldoende onderscheiden van de amorfe massa. Het belang is onderdeel van de
amorfe massa, wanneer dit om een specifieke reden onderscheiden kan worden
van de random voorbijganger. De amorfe mensen die niet duidelijk te specificeren
belangen hebben

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller SPlaisier3. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.35. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.35  2x  sold
  • (0)
  Add to cart