Premaster Clinical Child, Family And Education Studies
Diagnostiek (20030087)
Tous les documents sur ce sujet (9)
Vendeur
S'abonner
katookoenen
Avis reçus
Aperçu du contenu
De diagnostische cyclus
Deel 1. Referentiekader
Hoofdstuk 1. Inleiding
Klinische psychodiagnostiek: hier wordt informatie verzameld over de cliënt en diens omgeving met
het oog op het ontwerpen van de meest adequate aanpak van de problemen die door de cliënt zelf of
door diens omgeving zijn gesignaleerd.
Psychodiagnostiek: het onderscheiden van personen naar hun individuele psychische kenmerken,
zoals die zich manifesteren in hun typische gedrags- en uitingsvormen, en wel met behulp van tests.
Ongewapend oordeel: dat de diagnosticus oordelen uitspreek zonder expliciet een beroep te doen op
methodologische principes of systematische procedures die kunnen voorkomen dat er fouten en
onterechte vertekeningen in het oordeel optreden.
De visie wat er wel en wat niet voldoet aan de eisen die aan een verantwoorde diagnostiek gesteld
worden. Zo’n visie wordt geconcretiseerd in het opstellen van een prescriptief kader of model.
Gedisciplineerd vakbeoefening: dat het handelen van de diagnosticus verloopt volgens regels die
door hem zelf geëxpliciteerd kunnen worden. Empirisch-analytische aanpak.
,Hoofdstuk 2. Uitgangspunten
Wetenschappelijke diagnostiek: de algemene menselijke grondstructuur van het probleemoplossend
omgaan met persoonlijkheids- en gedragsproblemen ondersteunen met wetenschappelijk-empirische
kennis. Het specifieke van de empirische benadering is dat veronderstellingen over de werkelijkheid
aan de feiten (resultaten van onderzoek) worden getoetst op een wijze die in principe ook door
andere onderzoekers herhaalbaar is.
De diagnosticus is wetenschappelijker naarmate hij:
Explicieter werkt met theorieën en de verschillende theorieniveaus duidelijker met elkaar in
verband brengt.
Er zich bewust rekenschap van geeft in welke gevallen hij wel en in welke gevallen hij niet
voor een bepaalde theorie kiest.
Duidelijker de denkstappen vastlegt die geleid hebben tot het advies.
Onderzoek doet naar de waarde van theorieën voor de problemen waar ze betrekking op
hebben en naar het effect van ingrepen.
De resultaten van het eigen werk uitwisselt met collega’s.
Beschikbaarheidsheuristiek: een denkstrategie waarbij mensen de waarschijnlijkheid van
gebeurtenissen inschatten op basis van hoe gemakkelijk ze voorbeelden daarvan kunnen herinneren.
Het kan leiden tot vertekende beoordelingen omdat gemakkelijk beschikbare informatie niet altijd de
werkelijke waarschijnlijkheid weerspiegelt.
Descriptieve beslissingstheorie: het verklaren van beslissingsgedrag.
Beschrijft hoe mensen daadwerkelijk beslissingen nemen.
Analyseert het feitelijk gedrag en de psychologische processen die ten grondslag liggen aan
besluitvorming.
Negeert niet noodzakelijk irrationeel gedrag en kan zich richten op het begrijpen van
menselijke cognitieve beperkingen.
Normatieve beslissingstheorie: beschrijven, verklaren en voorschrijven hoe de beslisser te werk moet
gaan op basis van een aantal rationele stellingen.
Biedt normen of richtlijnen voor het nemen van optimale beslissingen.
Stelt ideale criteria voor rationele besluitvorming voor, ongeacht of mensen deze criteria in
de praktijk volgen.
Richt zich op het identificeren van de beste beslissingen op basis van objectieve, logische
criteria.
Besliskunde: een verzameling van modellen en procedure die aangeven hoe de beslisser in de
verschillende stappen van het beslissingsproces het best kan handelen met het oog op het te
bereiken doel.
Heuristiek: mensen gebruiken dit vaak om snel beslissingen te nemen of problemen op te lossen.
Heuristieken zijn eenvoudige, efficiënte regels die vaak intuïtief worden toegepast om complexe
taken te vereenvoudigen.
, Hoofdstuk 3. De diagnostische cyclus
Hulpvraag (C) type diagnostische hulpvraag (D) type vraagstelling (C en D) type onderzoek (D)
Hierbij wordt de inbreng van de cliënt aangeduid met de afkorting C en die van de
diagnosticus met D.
De onderlinge overeenstemming van diagnostische hulpvragen, vraagstellingen en typen onderzoek
worden hieronder gepresenteerd. De combinatie van deze drie representeert het diagnostisch
scenario.
Prototype diagnostische hulpvraag Type vraagstelling Type onderzoek Code
Hoe moet ik verwoorden wat ik t.o.v. mij/dit kind Verheldering Verhelderend VHD
ervaar?
Wat is er met mij/dit kind aan de hand? Onderkenning Onderkennend ODK
Waarom is dit met mij/dit kind aan de hand? Verklaring Verklarend VKR
Hoe kan ik/dit kind het best geholpen worden? Indicatie Indicerend IDC
De diagnostische hulpvraag van de cliënt is vaak complex. In veel gevallen is er niet één hulpvraag,
maar eerder een conglomeraat van vragen. In principe kan elke combinatie van twee of meer typen
uit bovenstaande tabel voorkomen. Als er sprake is van slechts één diagnostische hulpvraag, dan
volgt een diagnostisch onderzoek van één bepaald type. Bij een combinatie van vragen volgt ook een
combinatie van onderzoekstypen. Bij het samengaan van diagnostische hulpvragen en daarop
afgestemde typen onderzoek is de volgorde waarin het onderzoek wordt doorlopen niet willekeurig.
Er is dus nooit sprake van een willekeurige of neutrale volgorde van de diverse typen onderzoek,
maar van een intrinsiek noodzakelijke volgorde. Deze geordende sequentie noemen we een
diagnostisch scenario.
0-scenario: als de diagnosticus na het verhelderende onderzoek samen met de cliënt tot de conclusie
komt dat verder onderzoek niet nodig is.
Het geval waarbij het 0-scenario met slechts één type onderzoek wordt uitgebreid, noemen
we een 1-scenario. In dit scenario wordt één keer de overgang gemaakt van het ene type
onderzoek naar het andere.
Het geval waarbij het 0-scenario met twee typen onderzoek wordt uitgebreid, noemen we
het 2-scenario.
In het meest volledige geval is er sprake van een 3-scenario.
De term ‘diagnose’ wordt in twee verschillende betekenissen gebruikt:
1. Als onderkenning van een stoornis.
2. Als verklaring voor het probleem of de stoornis.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur katookoenen. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour $5.89. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.