100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting biologie hoofdstuk 7 havo 4 $6.95
Add to cart

Summary

Samenvatting biologie hoofdstuk 7 havo 4

 4 views  0 purchase
  • Course
  • Level

In dit document vind u een goede samenvatting. Deze samenvatting zorgt ervoor dat u helemaal klaar bent voor u toets en een voldoende gaat halen. Het is overzichtelijk. Elke paragraaf is netjes uitgeschreven met de juiste informatie.

Preview 2 out of 6  pages

  • January 17, 2024
  • 6
  • 2022/2023
  • Summary
  • Secondary school
  • 4
avatar-seller
Biologie samenvatting

 Voor rendieren zijn zowel muggen als mensen een biotische factor
 De invloed die een organisme heeft op een ander organisme
 Elke soort beïnvloed zijn omgeving via meerdere biotische factoren positief en negatief.
 Naast biotische factoren beïnvloeden ook abiotische factoren het leven van organismen
 Dit zijn factoren uit de levenloze natuur. VB: Regen, wind, zonlicht
 Voor iedere abiotische factor heeft elke soort zijn eigen tolerantiegebied.
 Dit gebied omvat alle waarden van een abiotische factor waar bij een bepaalde soort
kan overleven
 Bij waarden buiten de tolerantiegrenzen sterven alle organismen van die soort.
 Bij max en min waarden kunnen weinig individuen overleven
 De meeste individuen van een soort komen voor rond de optimumwaarden van de abiotische
factoren
 Soort: groep organismen die zich onderling geslachtelijk voorplaten en vruchtbare
nakomelingen krijgen
 De wetenschappelijke naam van een soort bestaat minimaal uit twee delen, soms met een
toevoeging .
1. Voorop, met een hoofdletter, staat de naam van het geslacht waartoe het organisme
behoort
2. Na de geslachtsnaam komt de soortaanduiding. Schrijf je met een kleine letter
 Achter de tweedelige naam staat soms nog een letter of naam. Dat is de naam van de
ondersoort of een toevoeging voor de persoon die de soort als eerste beschreven heeft.
 Hebben mensen vanuit een bestaande dier of planten soort nakomelingen gefokt of
gekweekt met nieuwe eigenschappen, dan spreek je van een ras

Bron 3 leren

 Systeem van ordening: plaatsen van organismen bij elkaar in steeds grotere groepen
 Soorten  geslachten  families  ordes
 Aantal soorten met gemeenschappelijke kenmerken vormen samen een geslacht
 Aantal geslachten vormt samen een familie
 Domein is een groep organismen met een vergelijkbare celbouw
 Wolven horen bij het domein eukaryoten: organismen met cel en celkern




Paragraaf 2

,  Populatie: alle organismen van dezelfde soort in een bepaald gebied
 Populatiegrootte is het aantal individuen van de populatie
 Deel je die populatiegrootte door het aantal m2 of ha, dan krijg je de populatiedichtheid: het
aantal individuen per eenheid van oppervlak ( land ) of volume ( water )
 Draagkracht: is de maximale capaciteit die een ecosysteem heeft om voldoende voedsel, schil
en nestplaatsen te leveren, zodat de grootte van de populatie jarenlang op een gelijk pijl blijft
 Veldmuizen hebben een kleine populatiedichtheid, omdat ze voor veel dieren een
prooi zijn.
 Soms groeit een populatie vrijwel ongeremd, omdat er weinig natuurlijke vijanden
zijn of vanwege snelle voortplanting en overschrijdt de draagkracht van het gebied:
er ontstaat een plaag
 Exoot: een soort die zich door menselijk handelen buiten zijn oorspronkelijke
verspreidingsgebied heeft gevestigd.
 Door snelle voortplanting ( veel zaden ) en door een geringe sterfte ( weinig
natuurlijke vijanden en concurrentie ) neemt de populaties snel toe.
 Monocultuur: akker met een soort gewas, geschikt om met enorme machines te bewerken.
 Bij deze landbouwmethode is de productie efficiënt en is precisie landbouw mogelijk.
 Monoculturen lijken een goede oplossing om veel voedsel te produceren tegen een
lage prijs
 Er zijn ook negatieve kanten aan monoculturen
 Schadelijke organismen vinden er gemakkelijk voedsel en planten zich snel voort.
 Door een gebrek aan natuurlijke vijanden ontstaat een plaag. Dat maakt chemische
bestrijding noodzakelijk.
 De plaag verdwijnt maar ook andere organismen dan de plaagorganismen steren
door bestrijdingsmiddel.
 Door veel voedselgewassen kunnen anderen plantensoort zich weinig ontwikkelen.
 Besmetting van een monocultuur vergroot de hoeveelheid nitraat in omgeving van een akker.
 Bepaalde soorten planten groeien daardoor snel en concurreren andere soorten weg
of gaan dood door het overschrijden van tolerantiegrenzen.
 Daarmee verdwijnen ook de dieren die daarvan leven.
 Het gevolg is een afname van het aantal verschillende levensvormen: de
biodiversiteit ( soortensamenstelling )
 Een alternatief voor de monocultuur is de ecologische of biologische landbouw.
 Biologische landbouwers kiezen ervoor hun gewassen duurzaam te verbouwen
zonder kunstmest en chemische bestrijdingsmiddelen
 Plant je een aardappel in de grond komen er heel veel aardappelen, doe je dit vaak genoeg
heb je een kloon, dit is een voorbeeld van ongeslachtelijke voortplanting.
 Doordat de planten vrijwel gelijk zijn, zijn ze geschikt voor een monocultuur.
 In laboratoria vermeerderen kwekers planten kunstmatig door weefselkweek.
 Bij weefselkweek gebruiken ze een paar cellen uit een knop van een plant om nieuwe
identieke planten te kweken.
 Gaat bv het zoutgehalte van de bodem omhoog voorbij de tolerantiegrens, dan gaan
al die identieke planten in een keer dood.
 bij geslachtelijke voortplanting ontstaan de haploïde voorplantingscellen door meiose
 de stuifmeelkorrels, de mannelijke voortplantingscellen, ontstaan in meeldraden van een
bloem. Na de bevruchting in de vruchtbeginsels van de stamper ontstaan zaden met erfelijke
eigenschappen.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller demi10. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.95. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

48756 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$6.95
  • (0)
Add to cart
Added