Boek: ontwikkelingspsychologie
Hoofdstuk 11: de fysieke ontwikkeling in de schooltijd
De fysieke ontwikkeling
Schooltijd langzaam en gestaag groeien. Eerste vijf levensjaren snel en een
groeispurt die kenmerkend is voor de adolescentie.
Veranderingen in lengte en gewicht
Bij kinderen worden de botten harder, een proces dat ossificatie wordt genoemd.
De kinderen kunnen veel verschillen van lengte, wanneer de kinderen even oud zijn.
Rond de tijd dat kinderen elf zijn. Zijn meisje meestal iets langer dan jongens. Alleen
deze tijd is dat.
De invloed van voeding
Kinderen die meer voedingsstoffen binnenkregen, hadden meer interactie met
leeftijdgenoten, lieten meer positieve emoties zien, toonden minder angst en waren
gemiddeld actiever dan leeftijdgenoten die minder voedzame stoffen aten.
Je tanden wisselen rond je zesde levensjaar en dat is ongeveer tot je elfde
levensjaar.
Culturele groeipatronen
Binnen etnische groepen bestaan grote verschillen tussen individuen. Bovendien zijn
etnische verschillen niet alleen toe te schrijven aan erfelijke factoren:
voedingsgewoonten en variaties in het welvaartsniveau kunnen ook een rol spelen.
Wanneer je weinig voedingsstoffen binnenkrijgt dat dit zorgen dat je kleiner en lichter
bent dan andere leeftijdsgenoten.
De groei bij kinderen stimuleren met hormonen: mogen kleine kinderen gedwongen
worden om te groeien?
Ouders vinden dat hun kinderen soms te klein zijn waardoor ze groeihormonen
krijgen. De medicijnen zijn erg duur en soms ook gevaarlijk, als ze voor de puberteit
deze medicijnen neemt, kan dit averechts werken en zorgen dat je niet groter wordt.
Het medicijn bestaat nog maar rond de dertig jaar.
Kinderobesitas
Veel zesjarige meisjes zijn bang om te dik te worden. Kinderen tussen negen en tien
proberen af te vallen. (40%)
Een kwart van alle Europese scholieren heeft overgewicht of is zwaarlijvig. Verwacht
wordt dat er nog een miljoen per jaar zullen bijkomen, van wie er meer dan 300.000
zwaarlijvig zullen worden. In België en Nederland heeft respectievelijk 21 procent en
22 procent overgewicht. En zes procent heeft extreme overgewicht.
Een zwaarlijvig kind loopt in zijn leven meer kans op allerlei ziekten, waaronder
diabetes, hart- en vaatziekten en kanker. Obesitas kan ook leiden tot slechtere
schoolprestaties, een laag zelfbeeld en psychische problemen.
Oorzaken van obesitas
Obesitas wordt veroorzaakt door een combinatie van genetische en sociale factoren.
Bepaalde erfelijke genen maken dat sommige kinderen sneller overgewicht
ontwikkelen.
,Ook een slecht dieet kan bijdragen aan obesitas. De combinatie van ongezond eten
en te weinig bewegen vormt voor deze groep de belangrijkste reden voor het
aankomen.
Een verschuiving in de richting van een meer plantaardig en minde dierlijk
voedingspatroon is bevorderlijk. Ook een vermindering van de consumptie van
suikerhoudende dranken is van belang.
Wat is er aan obesitas te doen?
EPODE (ensemble, prévenons, l’Obésité Des Enfants), inmiddels uitgegroeid tot het
Europese EPODE-netwerk (EEN), is een methode om obesitas bij kinderen te
bestrijden. Dat gebeurt op lokaal niveau. EPODE wil vooral gezien worden als een
gemeenschapsproject. Dus ze gaan met ouders is gesprek, passen het centrum aan
meer groen, winkels.
Bij overgewicht en obesitas wordt meestal geprobeerd het huidige gewicht op peil te
houden via een verbeterd voedingspatroon en meer beweging, en wordt een kind
niet op dieet gezet. Omdat het wel in lengte groeit, zal het gewicht na verloop van tijd
normaler worden.
Hoe houd je kinderen fit?
- Maak bewegen leuk.
- Geef het goede voorbeeld
- Stem de activiteiten af op de fysieke en motorische capaciteiten van het kind
- Moedig kinderen aan om een sportmaatje te vinden
- Begin langzaam
- Stimuleer deelname aan georganiseerde sportactiviteiten, maar dring niet aan
- Maak van fysieke activiteiten, zoals springen of push-up, geen straf of
ongewenst gedrag
- Zorg voor een gezond voedingspatroon
Gezondheid in de schooltijd
Als je ziek bent geweest, ben je later immuun voor de bacteriën die je ziek hebben
gemaakt.
Een op de tien kinderen hebben een chronische aandoening, zoals astma.
Astma
Astma is een ziekte die de afgelopen jaren steeds vaker de kop op steekt. Het is een
chronische aandoening die wordt gekenmerkt door periodieke aanvallen van piepend
ademhalen, hoesten en kortademigheid.
Astma treedt op wanneer de luchtwegen die naar de longen leiden samentrekken,
waardoor de luchtaanvoer en -afvoer gedeeltelijk geblokkeerd raken. Het kost meer
moeite om er lucht door heen te krijgen, waardoor ademen lastiger wordt. Als de
lucht door de geblokkeerde luchtwegen wordt geperst, hoor je het voor astma
kenmerkende piepen.
Astma-aanvallen kunnen door verschillende factoren worden opgewekt. De meest
voorkomende zijn luchtweginfecties (zoals verkoudheid of griep), allergische reacties
voor stoffen in de lucht (zoals luchtvervuiling, sigarettenrook, stofmijt, schilfers en
andere uitscheidingsstoffen van dieren), stress en beweging. Soms is zelfs een
plotselinge verandering van tempratuur of luchtvochtigheid genoeg om een aanval te
krijgen.
Pabo 1 thema 4 onderwijskunde 1
, Armere mensen hebben een grotere kans op astma. Dat is waarschijnlijk te wijten
aan de slechtere medische zorg en de minder hygiënische leefomstandigheden.
Psychische aandoeningen
Een bipolaire stoornis zoals Ron heeft, wordt vastgesteld wanneer iemand heen en
weer geslingerd wordt tussen twee emotionele toestanden: een onrealistische
stoutmoedigheid en energie aan de ene kant en depressie aan de andere kant.
Zo lijdt circa vijf procent van de kinderen onder de tien aan ernstige kinderdepressie,
en dertien procent van de kinderen tussen negen en zeventien jaar heeft een
angststoornis.
Een op de vijf kinderen en adolescenten heeft een psychische stoornis die op zijn
minst enige beschadiging tot gevolg heeft.
Hoe dan ook mogen psychische stoornissen in de kindertijd niet over het hoofd
gezien worden. Ze hebben niet alleen een verstorend effect op de ontwikkeling op
dat moment, ze vergroten ook het risico op problemen in de volwassenheid.
Grove motoriek
Een belangrijke verbetering op het gebied van de grove motoriek is de spier
coördinatie.
Er is geen reden om de seksen bij fysieke activiteiten en sport te scheiden voordat
de puberteit begint. Vanaf die tijd lopen meisjes bij contactsporten een grotere risico
op blessures omdat ze kleiner zijn. Ook het verschil in kracht en snelheid tussen
jongens en meisjes zorgt vanaf die tijd voor ongelijkheid.
6 jaar 7 jaar 8 jaar 9 jaar 10 jaar 11 jaar 12 jaar
Bij het gooien Kinderen Kinderen Meisjes kunnen Kinderen kunnen Jongens kunnen Kinderen
verplaatsen kunnen met hun kunnen objecten 22 cm hoger de richting van een vanuit stand 1,5 kunnen 0,9
kinderen hun ogen dicht op van 5,5 kilo springen dan hun gegooide kleine meter ver meter
gewicht op de een voet vastpakken. lente met bal inschatten en springen. hoogspringen.
juiste manier en balanceren. Ze kunnen uitgestoken hem Meisjes kunnen
stappen ze op Ze kunnen over ritmisch hinkelen armen, jongens onderscheppen. 1,4 meter
het juiste een in een patroon kunnen 25 cm Zowel jongens als springen
moment naar evenwichtsbalk van 2-2, 2-3, of hoger springen. meisjes kunnen
voren. van 60 cm breed 3-3. Jongens kunnen 5,2 meter per
Ze leren lopen zonder te Meisjes kunnen 5 m per seconde seconde rennen
touwtjesspringen vallen. een kleine bal rennen en een
Ze kunnen 10 meter ver bal 12,5 meter
netjes in kleine gooien. Jongens ver gooien.
vierkantjes 18 meter Meisjes kunnen
springen en 4,8 meter per
huppen. seconde rennen
Ze kunnen een en een bal 12,5
spreid- meter ver gooien
sluitsprong
uitvoeren.
Fijne motoriek
Typen, aan elkaar schrijven, gedetailleerde tekeningen maken: dit zijn slecht een
paar van de handelingen die afhankelijk zijn van de verbeteringen in de fijne
motorische coördinatie van jonge kinderen.
De verbetering van de fijne motoriek is gedeeltelijk het gevolg van een grote
toename van myeline in de hersenen op de leeftijd van zes tot acht jaar. Myeline
vormt een beschermlaag rond delen van de zenuwdelen. Waardoor elektrische
prikkels zich sneller tussen neuronen voortbewegen.
Pabo 1 thema 4 onderwijskunde 2
, De sociale voordelen van fysieke competentie
Je bent populairder als je fysieke talenten hebt, zoals voetballen. Dit is eerder bij
jongens dan bij meiden, dit wordt wel steeds minder.
Als het rijpingsproces eerder is dan bij de andere kinderen uit de klas, ben je groter,
sterker en zwaarder dan de andere kinderen, waardoor je soms een sport beter kan.
On- en offline bedreigingen voor de veiligheid van schoolkinderen
Internet en de bijbehorende nieuwe media, zorgt voor gevaar.
Ongelukken
Er zijn veel ongelukken in het verkeer, als kinderen drukke steden of wegen niet
gewend zijn, kunnen ze overreden worden.
Je hebt ook kleine verwondingen, jongens hebben dit eerder omdat ze fysiek actiever
en mogelijk ook roekelozer zijn.
Er zijn twee manieren om de kans op verwondingen ten gevolge van ongelukken
aanzienlijk te verkleinen: een consistent gebruik van autogordels en een consistent
gebruik van de juiste beschermingsmiddelen buiten de auto. Een fietshelm,
kniebescherming, elleboogbescherming en helmen.
Veiligheid op internet
Nieuwe media zijn toepassingen waarmee we online met elkaar communiceren en
zelf informatie produceren en publiceren.
Jongeren zijn de koplopers op sociale media. Tegelijk lopen ze de kans om
risicovolle of negatieve ervaringen te beleven zonder daarop te zijn voorbereid.
Er hoeft geen keuze gemaakt te worden tussen beschermen (bijvoorbeeld door het
blokkeren of filteren van bepaalde websites) en weerbaar maken (bijvoorbeeld door
kinderen te leren hoe ze een wachtwoord moeten kiezen): beide interventies zijn
nodig.
Een van de belangrijkste pedagogische adviezen op dit gebied:
- Zorg voor een open klimaat dat internetgebruik bespreekbaar houdt
- Maak afspraken over computergebruik
- Zelfstandig op internet kan, maar zet de computer wel in een ruimte waar
toezicht is en hulp kan worden geboden
- Leg uit dat nettiquette is: de ongeschreven richtlijnen en gedragsregels voor
het gebruik van internet
- Maak internetgebruikers ervan bewust dat niet alle informatie even
betrouwbaar is en dat een kritische kijk noodzakelijk blijft.
- Vergelijk de cyberwereld steeds met de echte wereld, en hanteer de normen
en waarden van de laatste.
Zintuigelijke problemen en spraakproblemen
Visuele problemen
Visuele handicaps: problemen met het gezichtsvermogen als blindheid of
slechtziendheid, kunnen op twee manieren worden gedefinieerd. De wettelijke
definities zijn vrij eenvoudig: blindheid is het onvermogen om op zes meter te zien
wat iemand met een normaal gezichtsvermogen op een afstand van zestig meter kan
zien, terwijl er bij slechtziendheid sprake is van een gezichtsscherpe van drie op tien.
Ongeveer een op de duizend leerlingen heeft speciale ondersteuning nodig vanwege
een visuele handicap.
Pabo 1 thema 4 onderwijskunde 3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller isadebruijn1998. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.87. You're not tied to anything after your purchase.