Samenvatting juridische basisvorming voor ondernemers
1. fundamentele elementen van het economisch recht
Inleiding
Economisch recht: RR die economisch leven naleven: economie belangrijke spelers
=> Onderneming (business) en Consument
B2B en B2C
Ondernemingsrecht: RR mbt de oprichtingen, organisatie, werking onderneming,
verplichtingen van de ondernemingen, handelstussenpersonen, wetgeving vennootschappen,
onderneming in moeilijkheden (insolventiewetgeving).
Marktrecht: regels die ondernemingen moeten respecteren als ze G en D op de markt
verdelen. Bescherming C, H – eerlijke mededinging, marktpraktijken en consumentenkrediet.
Handelaar RIP -> onderneming (economische activiteit) – onderneming op duurzame wijze
economische activiteiten uitoefenen en dit met winst.
Ondernemingsrechtbank
WER ( wetboek economisch recht)
Economisch recht
o Afwijkend recht = RR verschillen van BR
o Speciale RB
Bronnen economisch recht
Bronnen van het economisch recht
Nationale wetgeving
o Bevat vele federale wetten: uiteenlopende materies: consumentenbescherming,
handelsagentuur…
Internationale wetgeving
o Wetgeving door supranationale instellingen (boven de staat, alle afspraken en
regels die bvb. VN, WHO… opleggen en de landen die ervan lid zijn moeten zich
hieraan houden.
VRB
V: Verordeningen=> rechtstreeks van toepassing in alle lidstaten.
Richtlijnen=> moeten door de lidstaten worden omgezet in wetgeving
(nat) – nationale overheden moeten de door de richtlijnen beoogde
resultaten bereiken, middelen mogen ze kiezen.
Beschikkingen=> van toepassing op een bepaalde categorie van
mensen/bedrijven.
o Traditionele instellingen
RSP (uitspraken van RB – Hof – al dan niet vaste rechtspraak)
Gewoonte
RSL (studies geschreven door rechtsgeleerden)
De ondernemingsrechtbank
Samenstelling: 1 voorzitter (magistraat), 2 lekenrechters, 1 griffier (deze moet soms advies
horen van het parket bij faillissement).
Bevoegdheden
O/O
Pagina 1 van 29
, NO/O (jan vs NV Van Den Borre) omgekeerde niet, dat is voor RB 1E aanleg
o Specifieke materies: faillissement, geschillen tussen vennoten
o Procedure: dagvaarding, openbare terechtzitting, vonnis
o Verkorte en buitengewone procedure: spoedeisende zaken, voorzitter kan optreden
zoals in kortgeding, vordering tot staking (beschikking).
Bewijs in ondernemingszaken
Als je iets beweert moet je dit kunnen bewijzen
o Geschift art 8.1.1. nieuw BW
o Definitie:
inhoud moet verstaanbaar zijn
Toegang moet duurzaam zijn voor een periode nodig voor het doel van het
geschrift (HOK, Authentieke akte)
Integriteit moet beschermd zijn
Gelijk welke drager gebruiken
Gelijk welke overdracht
Handtekening: 8.1.2. = teken of opeenvolging van tekens aangebracht met de hand, of gelijk
welk procedé waarmee een persoon zich identificeert en waaruit zijn wilsuiting blijkt.
Elektronische handtekening: 8.1.3 bw = verordening schrijft voor wat een elektronische
handtekening is e-IDAS doel: vertrouwen in elektronische transacties – vergrote online
transacties.
o Gewone elektronische handtekening: ES makkelijk in gebruik, eenvoudig vervalsen
o Geavanceerde AES: moeilijker in gebruik maar meer garantie dat diegene die ze heeft
geplaats ook deze is, unieke persoonsgebonden code, identiteit ondertekenaar +
inhoud document achterhalen P tweefactorauthenticatie
o Gekwalificeerde QES: meest veilige: werkt via gekwalificeerde certificaten en
gekwalificeerde dienstverleners. In Be moeten deze erkend zijn door FOD. Officiële
lijst bekijken met studenten
Boekhouding
o Bh voeren aangepast aard en omvang van de onderneming art III 82 WER -art III 83:
verrichtingen, bezittingen, rechten, vorderingen, … P 41
o Beleidsinstrument, iedere O stelt BH zelfstandig op.
o Bijzonder bewijsmiddel (bedrijfsgeheimen, elke onderneming maakt eenzijdig haar
BH)
Bewijskracht van de boekhouding
o Mag onregelmatig gevoerd worden
o Regels
o Geschillen tussen ondernemingen O/O
o Geschillen van een NTO/ O
Pagina 2 van 29
, o BH kan tegen de ondernemer worden gebruikt. Onsplitsbaarheid respecteren = BH
in zijn geheel nemen; diegene die zich op de BH beroept moet deze in haar geheel
nemen; geen onderdelen bekijken
o BH van de ON levert gn bewijs op tegen persoon die geen onderneming is
o RB kan overlegging van deel of gehele BH bevelen
o Nooit splitsen ten nadele van de onderneming ivm het te onderzoeken geschil
o Geschillen ts O/O
o Wettelijke bewijskracht: als de vermeldingen in de BH van onderneming X terug te
vinden is bij onderneming Y
o W de boekh aanvaard dan kan deze in het vd of nd worden gebruikt
Factuur
o Definitie : factuur + elektronische factuur
o Bewijs van SV in geld wegens levering van G en D
o Leverancier stelt op
o Bevat prijs van G/D BTW, …
o BTW regelt
o BTW BP factureren – niet verplicht te factureren aan klant verbruiker (op vraag wel
+ werken in onroerende staat NP laat dak isoleren)
o Inhoud: factuur, volgnummer, aard van de handeling, ….
o Materiele vormvereisten:
o Authenticiteit is belangrijk – wie heeft ze opgesteld
o Integriteit van de inhoud (geen wijzigingen aanbrengen)
o Leesbaarheid waarborgen (vanaf uitschrijven – tot bezorgen en 7 jaar bewaren)
o Bij elektronisch factureren: vooraf aanvaarden van de afnemer – logisch als je
online aankoopt
E facturatie voor ondernemingen voor leveringen van goederen en
diensten aan overheden B2G. O kan een e factuur sturen naar de
overheid.
Algemene voorwaarden (niet verplicht)
Factuur is bewijs van OV op de voorwaarde dat de klant aanvaardde
Uitdrukkelijk <-> stilzwijgend
Niet akkoord gaan => protesteren! Binnen korte termijn
Kleine lettertjes binden de klant ondernemer
2. Betalingsachterstand bij handelstransacties
Inleiding
• Ondernemers voorzien vwden = kleine lettertjes (voor laattijdige betaling van de klant)
• Van rechtswege zonder ingebrekestelling een intrest betalen + forfaitaire SV
• Aanvaardbaar
• Richtlijn 16/02/11 betreffende bestrijding betalingsachterstand. Betalingsachterstand
ontmoedigen
• “iets voorzien als onderling niets voorzien is”
Toepassingsgebied
Pagina 3 van 29
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller thibaultthooft. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.73. You're not tied to anything after your purchase.