Bedrijfsproces = series uitgevoerde activiteiten die leiden tot een bepaald resultaat dat waarde
heeft voor de organisatie of haar klanten. In die processen wordt input omgezet in output.
Termen: een serie activiteiten, resultaat en waarde.
- Serie activiteiten = activiteiten uitvoeren in een bepaalde logische volgorde, waarbij ze op
elkaar aansluiten.
- Resultaat = om een resultaat te realiseren, moet je in een proces de input omzetten in een
bepaalde output.
- Waarde = organisatie wil waarde creëren met processen.
—> klantwaarde = de waarde die de klant toekent aan het product of de dienst die het proces
heeft opgeleverd. Eigenschap waarde klant waarde aan hecht, zoals snelle levering,
milieuvriendelijk of het product is veilig.
—> organisatiewaarde = de waarde voor de organisatie doordat processen bijdragen aan haar
doelstellingen, zoals winst maken, aandeel vergroten, technologie ontwikkelen of zich
onderscheiden van concurrentie.
Bedrijfsstrategie = de manier waarop de organisatie wil zorgen voor haar voortbestaan en haar
succes. De strategie is het middel voor het bereiken van de organisatiedoelen.
Organisatiestrategie = Een keuze van middelen en activiteiten om de langetermijndoelstellingen
van een organisatie te kunnen realiseren
Processen managen betekent zorgen dat ze optimaal bijdragen aan de klantwaarde, de e ciëntie
en het behalen van de strategische doelen,
E ectiviteit van een proces = de doeltre endheid van het resultaat. Hoe vaak komt de klant terug?
In welke mate heeft het proces gewerkt?
- optimaal bijdragen aan de strategie ( = de klantwaarde)
- optimaal bijdragen aan organisatiedoelen ( = organisatie)
E ciency van een proces = Wat heeft het proces gekost aan uren, geld, materialen, energie en
dergelijke? Dus: kan het proces goedkoper of sneller?
Operationeel proces = proces dat dagelijks gebeurd.
Operationele processen: processen gericht op de uitvoering van primaire en ondersteunende
activiteiten. Bijvoorbeeld: het dagelijks vullen van de koelkast met frisdrank.
Op deze manier dragen processen bij aan het behalen van de strategische bedrijfsdoelen:
• een grotere beschikbaarheid van medewerkers;
• voorkomen van fouten bij plaatsing van nieuwe medewerkers
2 theorieën om een organisatiestrategie vast te stellen:
- Theorie van Porter
- Theorie van Treacy & Wiersema
ff
ffi ff ffi
, Theorie van Porter
3 strategieën;
- Cost Leaderschip: hetzelfde product aanbieden als
concurrenten, maar voor lagere prijs.
- Product Di erentiation: bijvoorbeeld een t-shirt van een
merk kiezen door de bepaalde status van het merk.
- Focus: marktsegmentatie, waarin je een dienst of product
aanbiedt op basis van cost leadership of product
di erentiation
Theorie van Porter
Strategie wordt vastgesteld op basis van keuze m.b.t. twee variabelen:
1.Marktbereik (breed of smal)
2.Onderscheidend vermogen t.o.v. concurrenten (kosten of status)
Theorie van Treacy & Wiersema
3 strategieën:
- Product Leadership: concurreren op kwaliteit van producten. Organisaties besteden veel
aandacht aan het verbeteren en vernieuwen van producten. Bv. Apple en Nike.
- Costumer Intimacy: scoren door de band die ze met klanten opbouwen en kunnen op hun
inspelen. Bv. Amazon
- Operational Excellence: concurreren op basis van kwaliteit van processen. Klant ervaart snelle
en betrouwbare levering van standaardproducten. Bv. Mc Donald’s, IKEA en bol.com
Theorie van Treacy en Wiersema
Strategie wordt vastgesteld op basis van variabele
waar de meeste nadruk op ligt:
1.Kwaliteit product / innovatie à Product leadership
2.Hechte klant relatie à Customer intimacy
3.Kwaliteit proces / kosten à Operational excellence
Module 3: Soorten Processen
Je kunt bedrijfsprocessen op drie manieren indelen:
1. In hoofdprocessen. werkprocessen, activiteiten en handelingen (hiërarchisch)
2. In primaire, ondersteunende en besturende processen
3. In strategische tactische en operationele processen
ff ff
, Hoofdprocessen, werkprocessen, activiteiten en handelingen
Je kunt een hoofdproces opdelen in de onderliggende subprocessen. Het hoofdproces is de klant
van een eindproduct voorzien en de subprocessen bestaan uit de stappen die je daarvoor moet
zetten: order aannemen, werk voorbereiden, materialen bestellen, product maken en product
a everen.
Maar je kunt deze processen nog verder detailleren (dus vaststellen uit welke activiteiten ze
bestaan), of juist aggregeren. Dat is het omgekeerde van detailleren: je kijkt van welk proces
het hoofdproces deel uitmaakt.
Processen aggregeren
Veel bedrijfsprocessen maken deel uit van een ketenproces. Als regelmatig materialen worden
besteld bij leveranciers, kunnen die bestellingen ook als proces worden ingericht. Dan worden de
activiteiten van de leverancier en de klant op elkaar afgestemd. De klant geeft aan wat hij nodig
heeft en de leverancier geeft aan wat hij nog kan leveren. De beide partijen proberen zo hun
processen e ciënt en snel op elkaar af te stemmen. Dat wordt ook wel ketenintegratie of supply
chain management genoemd.
Vormen van integratie:
- Fysieke integratie = afstemming over fysieke goederenstroom met bv leveranciers. Bv gebruik
van dezelfde pallets in fabrieken als in supermarkten.
- Informatie-integratie = gebruik va geïntegreerde informatiesystemen, waardoor de klant kan
zien of de leverancier nog voorraad heeft en de leverancier kan zien wanneer de klant gaat
bestellen.
- Besturingsintegratie = de leverancier verzorgt de besturing van een proces. Leverancier stemt
af op klantbehoefte. Bv leverancier zorgt ervoor dat de voorraad kantoorartikelen op het
gewenste niveau blijft.
- Grondvormintegratie = de fysieke inrichting van de plaatsen waar geproduceerd en opgeslagen
wordt in een keten.
Processen detailleren
Als je meer gedetailleerd processen wilt analyseren of managen, kun je ze opdelen in de
onderliggende subprocessen, werkprocessen, activiteiten of handelingen. Dat zie je in de guur
hierna, van een keten waarin groente wordt geteeld, verwerkt en verkocht.
fl ffi fi
, Corebusiness = hoofdproces
Activiteiten zijn stappen die je moet uitvoeren voor de werkprocessen. Op het laagste niveau
spreek je van handelingen.
Primaire, ondersteunende en besturende processen
Primaire processen: processen waarvan de resultaten bestemd zijn voor de externe klant van de
organisatie, die daarvoor doorgaans betaalt. Bijvoorbeeld: het smeren en beleggen van een
broodje voor een klant.
Primaire processen zijn erop gericht om het hoofdproces van het bedrijf uit te voeren en bij te
dragen aan het product of de dienst die de eindklant gaat afnemen. Het gaat hierbij om de
corebusiness ofwel de belangrijkste bijdrage van de organisatie aan de producten of diensten die
aan de klant worden geleverd. De primaire processen bij bijvoorbeeld een producent van
terrasoverkappingen zijn de subprocessen van zijn hoofdproces.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sylvanarenirie. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.80. You're not tied to anything after your purchase.