100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Volledige samenvatting introductie sociologie $8.14   Add to cart

Summary

Volledige samenvatting introductie sociologie

 14 views  1 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

De volledige samenvatting van het boek 'introduction to socioloy'

Preview 4 out of 33  pages

  • Yes
  • January 17, 2024
  • 33
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
SAMENVATTING INTRODUCTION TO
SOCIOLOGY
HOOFDSTUK 1 – QUESTIONS

1.1 THE SOCIOLOGICAL PERSPECTIVE
Sociologen proberen het gedrag van mensen te verklaren door middel van de social context.
Er zijn twee perspectieven:
1. Supplemental perspectives  het sociologische perspectief en het individuele
perspectief bieden een omvattende verklaring voor menselijk gedrag
2. Alternative perspectives  alleen individuele oorzaken (biologisch-genetische
overerving, persoonlijkheid) of alleen sociale oorzaken zijn van belang


Proximate causes (factoren dicht bij het verschijnsel dat de onderzoeker wilt verklaren)
worden verklaard door ultimate causes (dieperliggende, verborgen factoren op de
achtergrond):



Ultimate Proximate
Consequence
cause cause Obesity
Bullying in school Negative self-image




Micro level  verwijst naar het laagste niveau (gedrag, houding)
Meso level  de sociale omstandigheden van individuen in hun directe omgeving (gezinnen,
buurten, scholen, organisaties)
Macro level  het hoogste niveau dat individuen delen (naties, continenten, landen)
Durkheim’s suicide (individuele oorzaken hebben invloed op zelfmoord, net zoals
sociologische oorzaken)

1.2 SOCIAL PROBLEMS
Social problem (public issue)  een probleem dat:
1. Verder gaat dan het individu (gaat veel mensen aan)
2. Een kwestie waar veel mensen zich zorgen over maken (in strijd met bepaalde
waarden)
Personal trouble  wanneer iemand zich ergens ontevreden over voelt

1.3 THREE AIMS OF SOCIOLOGY
Er zijn drie kerndoelen van sociologie: beschrijven (describe), verklaren (explain) en
toepassen (apply).
Eerste doel is om tot nauwkeurige beschrijvingen te komen. Anders zouden mensen hier
verkeerde opvattingen over kunnen krijgen.
Het tweede doel is het bedenken van wetenschappelijke verklaringen. Je gebruikt je
empirische gegevens om te onderzoeken of de verklaringen waar zijn. Het is belangrijk wat in
de eerste plaats het probleem veroorzaakt.

,Het derde doel is het toepassen en delen van inzichten. Sociologen passen hun kennis toe
door met voorspellingen te komen. Deze worden gebruikt om te beschrijven wat waarschijnlijk
zal gebeuren. Ook kunnen sociologen sociale interventies ontwikkelen en evalueren.



Social problems

Describe



Explain



Apply

Solve social problems


Societal relevance  wanneer sociologisch werk wordt verricht met het oog op de huidige
sociale problemen die in de samenleving bestaan
Sociale problemen  hebben een normatieve dimensie. Iedereen heeft een ander idee over
hoe het probleem opgelost zou moeten worden
Sociale verschijnselen  zijn vrij van een normatieve dimensie

1.4 THREE TYPES OF SOCIOLOGICAL QUESTIONS
Normative question  wat moet er gebeuren? De antwoorden verschillen van persoon tot
persoon
Descriptive question  betrekking op het beschrijven van sociale verschijnselen. ‘Hoeveel,
wat gebeurt er’ vragen
Theoretical question  ‘verklarende, waarom, theorie’ vragen. De antwoorden zijn theorieën
waaruit men hypothesen kan afleiden
Application question  vragen waarmee sociologen zich bezighouden als ze hun kennis
toepassen. De antwoorden zijn sociologische toepassingen, zoals voorspellingen en
interventies

1.5 THE ART OF ASKING GOOD SOCIOLOGICAL QUESTIONS
Bij het stellen van goede vragen is het belangrijk om ill-defined questions om te zetten in
precise questions. Er zijn vier dingen waar je rekening mee moet houden:
1. Het menselijk gedrag waarin je bent geïnteresseerd
2. De sociale context
3. De periode
4. De bevolking
Sociologen zijn vaak meer geïnteresseerd in vragen die een soort sociale vergelijking met zich
meebrengen (comparative-case questions).
False theoretical question  heeft als doel iets te verklaren wat niet bestaat

,1.6 SOCIOLOGY AND COMMON SENSE
Private sociologists  neemt deel aan het sociale leven en ontwikkelt eigen persoonlijke
opvattingen over sociale verschijnselen. Vertrouwt op intuïtie en verhaal denken
Academic sociology  kennis wordt beschikbaar voor anderen
Hindsight bias  nadat je kennis hebt gemaakt met bepaalde feiten of verklaringen, denken
mensen al snel dat het logisch is en overduidelijk. Ze kunnen er meteen een nieuwe
verklaring voor verzinnen
Confirmation bias  mensen zoeken naar observaties die hun overtuiging bevestigen en
ontlopen de feiten die hun overtuiging ontkrachten


Duncan Watts
Private sociologists Academic sociology
Onderwerp: sociale verschijnselen Onderwerp: sociale verschijnselen
Private kennis Publieke kennis
Intuïtief en verhaal denken Systematische en rationale discussie
Onsamenhangende en vage ideeën Samenhangend en nauwkeurig
Beschrijvingen en verklaringen zijn waar Beschrijvingen en verklaringen kunnen
waar of niet waar zijn
Weinig behoefte aan empirisch testen Belang van empirisch testen
Zoeken naar bevestigingen Open voor tegenbewijst


1.7 SOCIOLOGY AS CUMULATIVE SCIENCE
Sociologie is een cumulative science  theorieën en observaties van eerdere onderzoeken
zijn opgenomen in het werk van opeenvolgende onderzoeken
Background knowledge theorieën en observaties die bekend zijn voordat een onderzoek
begint
Alleen als kennis openbaar wordt gemaakt en met anderen wordt gedeeld, is het mogelijk om
die kennis uit te werken. Sociologen kunnen samenwerken in academische gemeenschappen,
waar ze ideeën kunnen delen en samenwerken.

HOOFDSTUK 2 – THEORIES

2.2 THEORIES AND EXPLANATIONS
Sociologen ontwikkelen theorieën om sociale verschijnselen te verklaren. Het is nuttig om
alles in een theory schema (theorie te verklaren) te ordenen. Onderaan het schema staat de
waarneming (O). Dit is het sociale fenomeen waarin je geïnteresseerd bent. Deze waarneming
wordt verklaard door een combinatie van stellingen (P) en beginvoorwaarden (C).
Propositie  een algemene veronderstelling, wetmatigheid of theorie
Conditie  een oorzaak
Deductive-nomological explanation  het gebruik maken van proposities en voorwaarden om
de waarneming te verklaren

, P. Propositions: P1, P2, Pn
C. Conditions: C1, C2, Cn

Explanation


O. Observation



Uit dezelfde stelling kan je ook een hypothese afleiden, en vervolgens onderzoeken of die
hypothese in overeenstemming is met observaties of niet. Het afleiden van een hypothese (H)
werkt in de tegenovergestelde richting van het verklaren van een fenomeen.

P. Propositions: P1, P2, Pn
C. Conditions: C1, C2, Cn
Explanation


H. Hypothesis

Modus tollens  als de hypothese niet klopt, dan is de propositie/conditie vals of allebei
Theorie  een set van proposities en assumpties over condities die bepaalde sociale
verschijnselen kunnen verklaren en die hypothesen voorspellen

2.3 WHAT ARE USEFUL SOCIOLOGICAL THEORIES?
De betere en bruikbaardere theorieën zijn de theorieën die waarnemingen verklaren en
waarin hypothesen die uit de stellingen zijn afgeleid, worden bevestigd. Hoe groter empirical
success/information content, hoe nuttiger ze zijn. Door de information content te vergroten,
kun je een theorie preciezer maken (theoretical precision).
Empirical success  de mate van empirische bevestiging van een theorie
Information content  de mate van theoretische nauwkeurigheid en theoretische reikwijdte
van een theorie
Theoretical scope  theorieën met een bredere reikwijdte zijn erg nuttig, omdat je ze op een
breed scala aan verschijnselen kunt toepassen. Je kunt dit vergroten door de populaties uit te
breiden waarop het van toepassing is
Krachtige theorieën zijn theorieën die de werkelijkheid zodanig vereenvoudigen dat ze een
enorm scala aan verschijnselen bestrijken, en tegelijkertijd worden hun voorspellingen
ondersteund door onderzoeksresultaten

2.4 DURKHEIM’S THEORY OF SUICIDE
Deeper explanation  een stelling wordt uitgelegd met een nog algemenere stelling en wordt
beschouwd als een specifiek geval van een algemener proces
Comprehensive proposition  specificeert de reikwijdtevoorwaarde van de minder algemene
propositie
De theorie van Drukheim is erg nuttig omdat deze zowel informatie als empirisch succesvol is.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller eviedonk. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.14. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

62890 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.14  1x  sold
  • (0)
  Add to cart