Verrekening is een inbreking op de paritas creditorum, een geoorloofde doorkruising. Het is een
rechtspolitieke keuze om verrekening in faillissement toe te staan.
Teken een verrekeningscasus altijd uit. De basisregeling staat in art. 6:127 BW e.v. De
faillissementsregeling bouwt hierop voort. In faillissement is verrekening eigenlijk eenvoudiger, want
uit art. 53 Fw blijkt dat de vordering eigenlijk op het moment van faillietverklaring te bestaan; het kan
ook gaan om een handeling die voor faillietverklaring heeft plaatsgevonden.
Vier positieve vereisten van art. 6:127 BW:
De partijen zijn over en weer elkaars schuldeiser en schuldenaar (wederkerigheid)
De schuldenaar heeft een prestatie te vorderen, die beantwoordt aan zijn schuld
(gelijksoortigheid) – veelal betalingen in geld
Dus niet: als jij nog iets moet doen voor iemand verrekenen met een
geldschuld
De schuldenaar is bevoegd tot betaling van zijn schuld
Verrekening houdt ook betaling in, maar je mag alleen verrekenen als je ook
mag betalen. Wanneer mag je dan betalen?
Stel, je hebt een lening afgesloten bij de bank, voor 12% rente, en je
wilt deze lening in 1 keer afbetalen met een andere lening voor een
lager rentepercentage. Dat wil de eerste bank dan niet
Dus bij een langetermijnlening met een vaste rente krijg je in beginsel
een boete voor vervroegd aflossen; de schuldeiser heeft belang bij
aanspraak op toekomstige hoge rentevergoedingen
Boete is vaak de mismatch tussen de toekomstige rente en de huidige
rente
De schuldenaar is bevoegd tot het afdwingen van de betaling van zijn vordering
Artikel 53 Fw is ruimer dan art. 6:127 BW:
Vereiste 4 geldt niet. Dus ook verrekening mogelijk als schuldeiser anders nog geen
betaling zou mogen afdwingen
Maar, er moet wel een zeker verband zijn tussen de schuld na faillissement en
de vordering van voor faillissement
Art. 6:136 BW geldt niet in faillissement (zie art. 53 lid 3 Fw)
Het wordt hiermee gemakkelijker gemaakt voor de schuldeiser om te
verrekenen
Wat staat hier; als iemand, een wederpartij, in de rechtbank zegt dat hij zich
op verrekening beroept, met een niet heel concrete vordering, dan zal de
rechter normaal gesproken de vordering toewijzen (van de eisende partij) en
dus het verrekeningsverweer afwijzen. In faillissement geldt dit niet en zal de
verrekening dus eerder worden aanvaard door de rechter
Vereiste 3 blijft gelden. Zie ten onrechte anders en onjuist Polak, p. 202. (Zie hierover
Faber, Verrekening, p. 465). Anders zou wederpartij die normaal nog niet mag betalen
een voordeel hebben.
1
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller madelonnadine. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.23. You're not tied to anything after your purchase.