100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Inleiding formeel strafrecht (strafrecht 3) $3.25   Add to cart

Summary

Samenvatting Inleiding formeel strafrecht (strafrecht 3)

2 reviews
 101 views  7 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting Inleiding formeel strafrecht (strafrecht 3)

Preview 4 out of 40  pages

  • Yes
  • May 22, 2018
  • 40
  • 2017/2018
  • Summary

2  reviews

review-writer-avatar

By: rzkhodabaks • 5 year ago

review-writer-avatar

By: Roy1 • 5 year ago

avatar-seller
Inleiding formeel strafrecht Samenvatting

Week 1

Bevoegdheidsverlenende norm
1. Handeling
2. Bevoegde persoon
3. Bevoegdheidsverlenende norm

1. Handeling; handeling gaat om een doen
Bijv. Iemand aanhouden of staande houden of ergens heen brengen, een
“gemiddeld” burger mag dat niet! Tenzij dat in de wet –in formele zin-
uitdrukkelijk is bepaald.
Vgl. art. 53 lid 1 sv
In geval van ontdekking op heeter
daad is ieder bevoegd den verdachte aan te houden.

2. Bevoegde personen
Niet iemand mag zo maar van alles doen, de persoon moet hiertoe door de
wet zijn gekwalifceerd!

Bijv. Iemand aanhouden of staande houden of ergens heen brengen, een
“gemiddeld” burger mag dat niet! Tenzij dat in de wet –in formele zin-
uitdrukkelijk is bepaald.

Vgl. art. 52 sv
Iedere opsporingsambtenaar is bevoegd de identiteit van de verdachte vast
stellen op de wijze bedoeld in artikel 27a, eerste lid, eerste volzin, en hem
daartoe staande te houden.
D.w.z. vragen naar naam, voornaam, etc.
Men kan een verdachte naar zijn naam, voornaam etc. vragen indien men
door de wet als opsporingsambtenaar is gekwalifceerd! Men is dan wettelijk
door deze kwalifcatie als “bevoegd” te beschouwen tot deze handeling!

3. Bevoegdheidsvoorwaarden
Sommige wettelijke handelingen mogen alleen worden verricht onder
randvoorwaarden ook wel “Bevoegdheidsvoorwaarden” genoemd.

Nogmaals art. 52 sv
Iedere opsporingsambtenaar is bevoegd de identiteit van de verdachte vast
stellen op de wijze bedoeld in artikel 27a, eerste lid, eerste volzin, en hem
daartoe staande te houden.

Nu is een ander begrip onderstreept: verdachte. De opsporingsambtenaar mag
naar personalia vragen, maar uitsluitend indien de te ondervragen persoon
een “verdachte” is!
Dit roept een andere wettelijke vraag op, wanneer is men verdachte! Aan deze
bevoegdheidsvoorwaarde kleeft een andere: men moet defnieren wat een
verdachte is!

Hoe doet men dit?

,Men doet dit door naar de wettelijke defnitie te kijken of de defnitie die door
de jurisprudentie is gegeven. I.c. vindt men de defnitie in art. 27 Sv.:

Als verdachte wordt voordat de vervolging is aangevangen, aangemerkt
degene te wiens aanzien uit feiten en omstandigheden een redelijk
vermoeden van schuld aan een strafbaar feit voortvloeit.

Grondslag formeel strafrecht = Legaliteitsbeginsel art. 1 wetboek van
strafvordering
Strafvordering heeft alleen plaats op de wijze bij de wet voorzien.

Indien vastgesteld is dat er mogelijk sprake is van een strafbaar feit dan
dienen er maatregelen genomen die leiden tot toepassing van de strafen of
maatregelen die door de wet op bepaalde handelingen of gedragingen
strafbaar zijn gesteld. Dit kan maar op één manier: op de wijze zoals deze door
de wet is voorgeschreven.

WET

Met “wet” wordt hier bedoeld: wet in formele zin.

De wet geeft dus aan welke “spelregels” bestaan over de wijze waarop de
strafvordering kan en mag plaatsvinden. Dus, de wijze waarop de opsporing
en vervolging van strafbare feiten dient te geschieden!

Deze spelregels zijn vastgelegd in het wetboek van strafvordering!

1. WAT (welk gedrag) strafbaar wordt gesteld + de strafrechtelijke sancties
vind je in het wetboek van strafrecht (en aanverwante wetten). Dat noemt
men het materiële strafrecht.

2. OP WELKE WIJZE men daders van strafbare feiten opspoort en vervolgt vind
je in het wetboek van strafvordering. Dat noemt men het formele strafrecht of
strafprocesrecht.

Dus:
Alles wat hierboven gezegd is over handelingen, bevoegdheden, en
voorwaarden heeft betrekking op de wijze waarop opsporing (en op termijn
vervolging) plaatsvindt.

De manier waarop dit gebeurt, de bevoegdheden (de door de wet aan
opsporings en vervolgingsambtenaren toegekende macht!) waarvan gebruikt
mag worden gemaakt zijn in de wet zeer nauwkeurig omschreven.

Dit geldt ook aan de voorwaarden die aan het gebruik van deze bevoegdheden
(nogmaals de facto machtsmiddelen) zijn verbonden!

Men bedenke dat het gaat om gebruik van bevoegdheden die een inbreuk
maken op rechten van degenen die in beginsel per defnitie onschuldig
(presumptia innocentia) zijn!

Verdachte

,Een verdachte is per defnitie onschuldig. Het is echter wel iemand die door
zijn/haar gedrag aanleiding heeft gegeven aan een vermoeden dat deze zich
schuldig heeft gemaakt aan een strafbaar feit;

Dit vermoeden kan worden afgeleid uit feiten en omstandigheden, maar dient
wel gebaseerd te zijn op “redelijkheid”;

Het begrip “redelijk vermoeden” (art. 27 lid 1 Sv) geeft aan dat het hier niet
om zekerheid gaat. Feiten en omstandigheden maken vervolgens dat het gaat
om een situationele inschatting van en door de opsporingsambtenaar op basis
van diens ratio;

Het gaat derhalve om objectiveerbare criteria;

Jurisprudentie kan een aantal basiscriteria aanreiken op basis van invulling
van begrippen als “feiten en omstandigheden” en “redelijkheid”.

CASUS I
Is iemand verdacht (in de zin van art. 27 Sv!) alleen omdat het gaat om een
kleurling die hard rent vanuit de richting van een café dat bekend staat als
verzamelplaats van drughandelaars en gebruikers? (situatie: Hollende
kleurling arrest)

CASUS II
Is iemand verdacht (Ibid) als iemand gaat rennen in reactie op het feit dat
deze plotseling twee agenten ziet? (situatie: Stormsteegarrest)

Feiten en omstandigheden lijken op elkaar, doch zijn niet identiek. Verschil
levert verschil op in kwalifcatie van “verdachte”!

Belangrijk? Ja, de rechtsgevolgen verschillen! Indien iemand gekwalifceerd
wordt als verdachte krijgen de opsporingsambtenaren verdere bevoegdheden.

De verdachte krijgt rechten (bijv. zwijgrecht vanuit het beginsel dat deze
zichzelf niet behoeft te incrimineren).

Eén manco in deze keten (ten onrechte iemand kwalifceren als verdachte)
maakt alle bevoegdheden en het daaruit verkregen bewijs “ongeldig”. Of: dit
leidt tot onrechtmatig verkregen bewijs wat mogelijk kan leiden tot vrijspraak.
Vrijspraak wegens: “gebrek aan rechtmatig verkregen bewijs!”

JURISPRUDENTIE
Hollende kleurling arrest:
De feiten
Diep in de nacht loopt een kleurling versneld door een buurt in het centrum
van Amsterdam die slecht bekend staat. Twee surveillerende agenten zien de
kleurling uit de richting van het café Caribian Nights komen. Dit café staat
bekend als een verzamelplaats van handelaren en gebruikers van verdovende
middelen. Dit wetende vermoedt agent A dat verdovende middelen bij zich
heeft. Door dit vermoeden houdt hij samen met agent B de verdachte aan om
hem te fouilleren. Agent A merkt verder op dat de verdachte zijn linkerhand
constant in zijn jaszak houdt, ook voor de aanhouding. Doordat de kleurling

, zijn hand voortdurend verbergt in zijn jaszak vermoedt agent A dat hij in die
jaszak verdovende middelen heeft zitten.
De twee agenten houden hem vervolgens staande op verdenking van het
opzettelijk bezitten van verdovende middelen. De verdachte verzet zich tegen
overbrenging naar het politiebureau. In de tussentijd had de verdachte zijn
linkerhand uit zijn linker jaszak gehaald. Hieruit viel een wikkel van
zilverpapier op de grond, die naar later bleek heroïne bevatte. De verdachte
werd door het OM vervolgd voor het in bezit hebben van heroïne en het
verzetten tijdens zijn arrestatie.

Rechtsvraag
Is het bewijs, namelijk het heroïnebezit, rechtmatig verkregen?

Overweging

Het hof overweegt dat de enkele omstandigheid dat een kleuring hard uit de
richting van een als verzamelplaats van handelaren en gebruikers van drugs
bekend staand café komt lopen, niet voldoende is om te spreken van een
redelijk vermoeden van schuld aan een strafbaar feit bedoeld als in artikel 27
WvSv of van ernstige bezwaren. De kleuring mocht niet als 'verdachte' worden
aangemerkt. Hierdoor was het staande houden en het onderzoek aan de
kleding door de agenten niet rechtmatig. Doordat het bewijsmateriaal niet op
rechtmatige wijze verkregen is volgt vrijspraak op grond van gebrek aan
bewijs.

Rechtsregel
De enkele omstandigheid dat iemand uit de richting van een café komt rennen
dat bekend staat als verzamelplaats voor handelaren en gebruikers in
verdovende middelen levert niet een redelijk vermoeden van enig strafbaar
feit als bedoeld in artikel 27 WvSv op

Stormsteeg arrest
De feiten
Een man (verdachte) liep met zijn handen in zijn jaszakken op de rijbaan van
de Stormsteeg, een plek die bekend stond om het feit dat er veel
opiumdelicten (handel en gebruik van verdovende middelen) werden
gepleegd. Toen de man agenten voor zich zag verschijnen stopte hij plotseling
met lopen en rende vervolgens hard weg. De man werd tegengehouden en
gefouilleerd, tijdens de fouillering werd 3,3 gram heroïne gevonden.

Rechtsvraag
Bestonden ernstige bezwaren tegen verdachte en was dus sprake van een
rechtmatige fouillering?

Overweging
Volgens de Hoge Raad waren de plotselinge schrikreactie van de man toen hij
de politie zag met de loopversnelling die daarop volgde en de algemene
bekendheid dat rond de Stormsteeg veel opiumdelicten werden gepleegd
voldoende grond voor ernstige bezwaren tegen de verdachte dat deze zich
schuldig had gemaakt aan een opiumdelict. De fouillering in de zin van art. 9
lid 5 Opiumwet (oud: nu is dit art. 9 lid 2 Opiumwet) en het verkregen bewijs
waren dus rechtmatig. Het cassatiemiddel was dus onterecht voorgesteld.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sharonsoraya. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

75632 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.25  7x  sold
  • (2)
  Add to cart