Dit document bevat 46 examenvragen, de huidige percentages van 2018, een woordenlijst en alle afkortingen. Ik heb voornamelijk dit geleerd en was er door.
1. Een Belgische bank wil een bijkantoor vestgen in de VS. Aan wie zal ze haar vergunning moeten aanvragen?
a. De CBFA omwille van het principe van de home country control
b. Aan niemand omwille van het vrij verkeer van goed en diensten
c. De Amerikaanse toezichthouder omdat het principe van Home country control niet geldt
d. De Amerikaanse toezichthouder omwille van het Home country control principe
e. C
2. Welke van de volgende instrumenten is exclusief voor de partculiere belegger?
a. OLO
b. Staatsbon
c. Schatkistcerticaat
d. Geen van de voorgaande
e. B
3. Een onderneming zal overgaan tot het uitgeven van preferente aandelen als
a. Ze denkt dat in de komende jaren de rente zal dalen
b. Ze denkt dat in de komende jaren de rente zal stjgen
c. Het slecht gaat met de onderneming en ze kapitaal nodig heef
d. Het goed gaat met de onderneming en ze gemakkelijk bijkomend kapitaal kan aantrekken
e. C
4. Wat wordt er bedoeld met koers/winst in de Tijd?
a. De verhouding tussen de beurskoers en het dividend
b. Het aantal keer dat een belegger momenteel bereid is de winst per aandeel van het bedrijf te betalen
c. Hoeveel rendement het aandeel het voorbije jaar heef gemaakt
d. Hoeveel winst je kan maken door het aandeel tegen de huidige koers te kopen
e. B
5. Hoe noemt men de kredietvorm waarbij een onderneming een wissel trekt op zijn bank
a. Discontokrediet
b. Acceptkrediet
c. Documentair krediet
d. B
6. Welke stelling is fout
a. De FSMA is belast met het toezicht op de inanciële tussenpersonen
b. De FSMA heef sinds 010 de micro-prudente controle op de Ki overgenomen van de NBB
c. De FSMA is verantwoordelijk voor het toezicht op de inanciële markten
d. Het toezicht op de naleving van de MiFID-regels maakt deel uit van de taken van de FSMA
e. B
7. SEPA regelt het statuut van betalingsinstellingen, de toegang tot het bedrijf van de betalingsdienstaanbieder en
de toegang tot betalingssystemen.
FOUT
1
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Handelstudent. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.33. You're not tied to anything after your purchase.