100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Hoorcolleges Staatsrecht sem. 2 samenvatting Het Staatsrecht van Landen van de Europese Unie $5.93
Add to cart

Summary

Hoorcolleges Staatsrecht sem. 2 samenvatting Het Staatsrecht van Landen van de Europese Unie

 51 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Hoorcolleges Staatsrecht B2 semester 2 Hoorcolleges over internationaal staatsrecht zijn aangevuld met een samenvatting uit het boek: Het Staatsrecht van Landen van de Europese Unie op relevante punten! Kortom, een compleet pakket hoorcolleges & alle benodigde stof voor het internationale gedeelt...

[Show more]
Last document update: 6 year ago

Preview 10 out of 81  pages

  • May 23, 2018
  • May 30, 2018
  • 81
  • 2017/2018
  • Summary
avatar-seller
Staatsrecht II



HC 0 - Inleiding
Wat is het object en de methode van vergelijkend staatsrecht?
Vergelijkend staatsrecht
- Bondrepubliek Duitsland
- Verenigd Koninkrijk
- Verenigde Staten (niet in boek)
- Frankrijk

VK heeft geen grondweet, weel Human Rights Acts
Frankrijk, grondweet vijfde republiek
Grondweetten meenemen naar het tentamen

Onderweerpen:
- Staatsvormen
- Regeringsstelsel, president als staatshoofd
- Parlement, weetgevingsprocedure en tweeekamerstelsels
- Verhouding regering en parlement: parlementaire stelsel
- Rechterlijke organisate en consttutonele toetsing

Groot verschil parlementaire stelsels in Europa en principiële machtenscheidingmodel in de VS
- Impeachment: geen vertrouweensregel in de VS, weel een mogelijkheid tot afzetten

Duitsland, Merkel
- Regeerakkoord tussen de tweee verliezende partjen
- Spanning in bestaande democrate
Engeland, May
- Posite als regeringsleider staat op het spel
VS, Trump
- Soort Python, je weeet niet weat er gebeurt en het gaat maar door, maakt je kostmisselijk
Frankrijk, Macron
- Newe kid on the Block

Vergelijken landen

Gemeenschappelijke kenmerken:
- Uitgangspunten
o Allemaal democrateën, volksvertegenweoordiging
o Principe machtenscheiding
o Rechtstaat met onafankelijke rechterlijke organisate
o Elk land parlement, regering en staatshoofd
 VK en Nederland: monarchie Koning(in)
 VS, Duitsland en Fra: republieken met president
 Soms staat de regering los van het staatshoofd (zoals Duitsland)
 Soms is de president de regering (zoals VS), president neemt de besluiten
 Drieslag in regering:
1. Collegiaal element
2. Ressort element (eigen competente minister)
3. Regeringsleider (prime-minster of bondskanselier)
- Regeringsstructuur
- Vertegenweoordigend lichaam
- Onafankelijke rechter en toetsing

Verschillen:
- Verschillende begrippen en verschillende constructes
- Verschillende historische achtergronden

Steeds per onderweerp een aantal interessante landen gekozen, niet steeds alle vier de landen vergelijken.
Bij tentamen voorbereiding ook alleen onderweerpen leren die behandeld zijn!
- Geen zielige vragen over fnanciële systeem Duitsland

,HC 1 – Staatsvorm Bundesrepublik Deutschland
Welke zijn de wezenlijke kenmerken van het federalisme?
Hoe zijn de bevoegdheden verdeeld in een federale staat?



Algemeen
Staatsvormen = geheel van de staat, de delen

Twee richtngen:
1. Unitarisme: eenheidstaat / centraal gezag
 Nederland en Frankrijk (VK begint zich steeds meer naar federalisme te begeven met Schotland)
 Sterke centrale overheid, lagere overheden staan onder gezag centrale overheid (centrale overheid kan ingrijpen
en besluiten vernietgen)
 Ingrijpen in St. Eustasius door middel van taakverweaarlozing via speciale noodweet (door Eerste Kamer en Tweeede
Kamer aangenomen)
o Op basis taakverweaarlozingsweet een nieuwee gezaghouder (?) aangesteld
o St. Eustasius als gemeente van Nederland
2. Federalisme, zweak: statenbond of confederate
 Zie EU, verdragsconstructe soevereine staten
3. Federalisme: federale staat of bondsstaat (sterk)
 Een soevereine federale staat
 Duitsland, Italië, Oostenrijk, Zweitserland (Spanje als eenheidsstaat in transite, Catalonië)
 VS, Venezuela, Argentnië, Brazilië, België (federale staat in ontbinding)

Duitsland  federaal = bonds

Algemene kenmerken Duits federalisme:
1) Tweeeledige staat
o Samengestelde staat
o Federale staat = een staat bestaande uit deelstaten
o Staat als geheel & deelstaten (2 leden)
2) Statelijkheid deelstaten
o Deelstaten hebben alle kenmerken van een soevereine staat (16 deelstaten in Duitsland)
o Deelstaten hebben een eigen grondweet (51 grondweetten in de VS, 17 grondweetten in Duitsland)
o Elke deelstaat heeft een eigen volledige overheidsorganisate (regering, ministers en minister-president + eigen
parlement gekozen door burgers + rechterlijke macht)
o Deelstaten hebben ook substantële bevoegdheden
3) In de Grundgesetz verankerde verdeling bevoegdheden
4) Eenheid consttutoneel recht
o Soevereiniteit deelstaten is niet volledig, deelstaten mogen zich niet afscheiden
o Deelstaten blijven onderdeel van de staat als geheel
o Eenheid berust op een federale/natonale grondwet
o Wel grote zelfstandigheid, maar geen volledige zelfstandigheid/onafankelijkheid
o Federale staat = een staatsrechtelijk samenweerkingsverband
 Staatsrechtelijk, op basis van een grondweet
 Niet internatonaalrechtelijk, op basis van een verdrag (zou duiden op een statenbond, zie EU)
5) Coördinate en coöperate: Loyaliteit – Bundestreue / Bundesfrundliches verhalten
o Verbondenheid binnen de eenheid
o Samenweerking tussen staten verweacht
o Art. 31 Grundgesetz: bondsrecht breekt landsrecht
6) Coördinate en coöperate: voorrang federaal recht
o Natonale federale recht heeft voorrang om eenheid te beweerkstelligen
o Federale weetten weerken rechtstreeks door in de deelstaten en zijn van een hogere hiërarchische orde
7) Consttutoneel hof

, o Zelfstandigheid beweerkstelligd door het bezitten van exclusieve bevoegdheden van de deelstaten (op terrein
weetgeving, bestuur en rechtspraak) = weezenlijk kenmerk federale staat
o Zoweel natonale overheid als deelstaten hebben een gereserveerd terrein van bevoegdheden
o Competentegeschillen: onafankelijke rechter (in Duits geval een speciaal hof) beslist en heeft het laatste weoord
als het gaat om weie bevoegd is (Bundesverfassungsgericht)
 Niet in de eenheidsstaat: centrale overheid kan bevoegdheden weegnemen of toedelen
8) Zeggenschap deelstaten op federaal niveau
o Deelstaten zijn vertegenweoordigd in het federale parlement
 Amerikaanse senaat en bondsraad in Duitsland




Historische verklaring federale structuur Duitsland
- Geallieerden eisten in 1948 dat Duitsland een federale staat zou weorden
o Geallieerden weilden een sterk centraal gezag voorkomen, juist verdeling gezag geweenst
- Maar: vertekening van de weerkelijkheid  Duitsland heeft een hele sterke federale tradite
o Voor 1933 de Republiek van Weimar en het Tweeede Duitse Keizerrijk wearen al federale staatsvormen
o Dus na 1948 teruggekeerd naar traditonele staatsvorm
o Itt Japan weaar de geallieerden een heel nieuwee staatsvorm oplegden aan de bevolking

Gevolgen federale structuur Duitsland:
1. Spreiding staatsmacht over kleinere gebieden = vorm van machtenscheiding (vertcale machtenscheiding)
2. Bevordert de democrate, weant je brengt de overheid dichter naar de burger (door middel van de deelstaten), de
burger krijgt meer zeggenschap


Verankering federale staat in Grundgesetz (GG)
- Art. 20 lid 1 GG:
o Lid 1 / absatz 1: Die BRD ist ein demokratssher und sozialer Bundesstaat
o Principe federalisme vastgelegd in art. 20 lid 1 GG
- Art. 20 lid 1 jo. 79 lid 3 GG:
o Eine Änderung dieses Grundgesetzes, dursh welshe die Gliederung des Bundes in Länder, die grundsätzlishe
Mitwirkung der Länder bei der Gesetzgebung oder die in den Artkeln 1 und 20 niedergelegten Grundsätze
berührt werden, ist unzulässig
o Een verandering/weijziging van de grondweet weaarbij de federale staat weordt opgeheven is niet mogelijk
(unzulässig), kan niet
o Herhaling vastlegging van federale inrichtng staat uit art. 20 lid 1 GG
o Beroemde eeuweigheidsclausule ‘Eeuwigheitgarantee  principele keuze voor eeuweigheid
 Reacte op het opdoeken van de Republiek door Hitler (als Fürhrer en Reichskansler)
- Artkel 1 legt menselijke weaardigheid vast (1 t/m 20 leggen fundamentele rechten vast)  kunnen op grond van art. 79
lid 3 GG niet afgeschaft weorden


Tot in de eeuwigheid een federale structuur?
1) Wijziging art. 79 lid 3 mogelijk, en daarna weijziging art. 20 lid 1 GG
o Echter weelke zin heeft art. 79 lid 3 GG weanneer je het eenvoudig zou kunnen weijzigen?
o Art. 79 verondersteld dat je art. 79 niet kan weijzigen (= heersende opvatng in Duitsland)
2) Enige echte mogelijkheid: als de Duitsers zich bij een referendum uitspreken voor een andere staatsvorm
Geweone grondweetgever mag niet afweijken van art. 79 lid 3 GG

79 jo. 20 Grundgesetz spreekt een hele belangrijke rol in de Europese Unie
- Duitsland kan zijn soevereiniteit niet verliezen

,Welk uitgangspunt geldt voor verdeling van bevoegdheden?
Art. 30 Grundgesetz: Die Ausübung der staatlishen Befugnisse und die Erfüllung der staatlishen Aufgaben ist Sashe der
Länder, soweit dieses Grundgesetz keine andere Regelung trif oder zuläßt
- Bevoegdheden in het algemeen komen toe aan de deelstaten (= uitgangspunt)
- Tenzij de grondweet de federale overheid bevoegd verklaart


Wetgeving
Art. 70 Grundgesetz: Die Länder haben das Resht der Gesetzgebung, soweit dieses Grundgesetz nisht dem Bunde
Gesetzgebungsbefugnisse verleiht.
- Herhaalt art. 30 maar dan op terrein van weetgeving
Federale weetgever exclusief bevoegd:
- Art. 71 Grundgesetz uitsluitende bevoegdheden Bond:
o Im Bereishe der aussshließlishen Gesetzgebung des Bundes haben die Länder die Befugnis zur Gesetzgebung
nur, wenn und soweit sie hierzu in einem Bundesgesetze ausdrüsklish ermäshtgt werden
 Natonaliteit, defensie, geldweezen (euro), buitenlandse betrekkingen & internatonaal terrorisme
- Zie ook art. 73 Grundgesetz voor onderweerpen
- Delegate mogelijk op basis van art. 71 Grundgesetz (gebeurt niet veel)

Exclusief voor Lander:
- Wanneer Bonds niets regelt (70 GG)
- Veel bestuursrecht, tenuitvoerlegging strafen, weinkelsluitngstjden

Concurrende wetgevingsbevoegdheden
- Zoweel bond als federale overheid zijn bevoegd
- Art. 72 Grundgesetz:
o Concurrerende bevoegdheden: Im Bereish der konkurrierenden Gesetzgebung haben die Länder die Befugnis
zur Gesetzgebung, solange und soweit der Bund von seiner Gesetzgebungszuständigkeit nisht dursh Gesetz
Gebraush gemasht hat
- Zie art. 74 Grundgesetz voor opsomming onderweerpen (34 stuks)
- Zou gauw de federale wetgever regelt, is de deelstaat niet meer bevoegd (Bondsweet doet bevoegdheid deelstaat
vervallen)
- De federale weetgever mag alleen regelen als er een noodzaak is tot regelgeving, federale weetgever moet noodzaak
aantonen (economisch, rechtseenheid of sociaal gebied)
o Duitse consttutonele hof toets noodzaak van eenheidswetgeving
- Heel veel onderweerpen kunnen door de natonale weetgever weorden behandeld, weetgevingsbevoegdheid natonale
deelstaten is in praktjk sterk ingekort

Toevoeging art. 72 lid 3 na weijziging Grundgesetz in 2007/2008  afweijking concurrente weetgevingsbevoegdheid
- Op sommige terreinen kunnen de deelstaten afwijken van de natonale wetgeving
- Inbreuk op het systeem
- Art 72 lid 3 Grundgesetz:
o Hat der Bund von seiner Gesetzgebungszuständigkeit Gebrauch gemacht, können die Länder durch Gesetz
hiervon abweeichende Regelungen trefen über:
 das Jagdweesen (ohne das Recht der Jagdscheine);
 den Naturschutz und die Landschaftsppege;
 die Bodenverteilung;
 die Raumordnung;
 den Wasserhaushalt
o Zie ruimtelijke ordening en milieu


Bestuursbevoegdheden
- Art. 83 Grundgesetz: deelstaten voeren bondsweetten uit
- Art. 84 lid 3 Grundgesetz: toezicht door beleidsregels

Bestuur en ambtenaren deelstaten voeren alle weetgeving uit (zoweel bondsweetgeving als deelstaatweetgeving)
- Uitvoeringsapparaat = deelstaat aangelegenheden
- Berlijn geen ambtenarenstad (zoals Den Haag)
Federale overheid stelt beleidsregels (84 Grundgesetz) over uitvoering

,Uitzondering voor buitenlandse betrekkingen als bestuurszaak. Federale overheid voert buitenlandse betrekkingen uit
(daarom zijn de deelstaten ook geen soevereine staten).
- Art. 86-90 als exclusieve bestuurstaken Bond
- Soms uitgevoerd door ZBO’s, soms door diensten die onder een Bondsminister ressorteren
- Buitenlandse dienst, belastngdienst Bond, grensbeweaking, luchtvaartdienst strijdkrachten, postdienst
Maar let op! Deelstaten zijn wel volkenrecht subject en kunnen verdragen sluiten (ze hebben dan weel toestemming van de
federale overheid nodig).

Buitenlandse betrekkingen:
- Art. 24: uitsluitend Bond kan bevoegdheden overdragen aan supranatonale organisates
- Art. 23: grondslag overdragen bevoegdheden aan EU
- Art. 32: onderhouden buitenlandse betrekkingen taak Bond

Art. 32 Grundgesetz:
- (1)Die Pflege der Beziehungen zu auswärtgen Staaten ist Sashe des Bundes.
- (3) Soweit die Länder für die Gesetzgebung zuständig sind, können sie mit Zustmmung der Bundesregierung mit
auswärtgen Staaten Verträge absshließen

Mischverwaltung: Bond bind landen door geven subsidie en stellen voorweaarden bij bestuur

Gemeenschappelijke taken:
- Art. 91a en 91b Grundgesetz
- Cooperatef federalisme
- Gemeenschappelijk instelling en fnanciering – weettelijke regeling met globale planning
- Zoweel bondsraad als betrokken land moeten instemmen

Drie manier van bestuur Lander:
1) Uitvoering eigen weetgeving
2) Uitvoering bondsweetten als eigen aangelegenheid
3) Uitvoering bondsweetten in oprdacht bond, bond geeft dan aanweijziging (85)


Rechtspraak
Rechters eerste aanleg vallen onder ministerie Justte deelstaat, alleen het hoogste gerecht (bijv. Bundesgerichtshof) valt
onder de federale macht.
Substantële bevoegdheden dus weederom op deelstaat niveau, leeuweendeel van de rechtspraak vindt plaats binnen de
gerechten van de deelstaten.

Art. 92 Grundgesetz:
- Die rechtsprechende Gewalt ist den Richtern anvertraut; sie wird durch das Bundesverfassungsgericht, durch die in
diesem Grundgesetze vorgesehenen Bundesgerichte und durch die Gerichte der Länder ausgeübt

Conclusie:
- Op terrein weetgeving is de centrale weetgever zeer dominant geweorden (door concurrerende weetgeving)
o Algemene trend in federale staten
- Bestuursfuncte nog weel sterk geconcentreerd bij de deelstaten
o Anders dan bijv. bij de gecentraliseerde bestuursvorm van de VS
- Rechtspraak sterk op deelstaatniveau
- Nog steeds een bloeiend federalisme in Duitsland

,Gemeenten Duitsland
Geregeld in art. 28 Grundgesetz en Landsgrondweetten
Autonomie in de gemeente: ‘Alzustandigkeit’
Land slechts bevoegd tot rechtmatgheidscontrole bij taakuitoefening autonomie. Indien sprake van medebeweind ook
aanweijzingen te geven door landen.

Art. 28 Grundgesetz
- Waarborg dat gemeenten een vertegenweoordigend lichaam bezitten dat is samengesteld op grond van
algemeen kiesrecht
- Waarborg dat de gemeenten plaatselijke aangelegenheden binnen het weettelijk kader in eigen verantweoording
mogen regelen

Gemeenten ressorteren onder de landen
Gemeenten mogen decentraliseren: vormen van samenweerkingsorganisates (Gemeindeverbände) – bijv. Landskreis

Autonomie voor gemeenten volgens ‘Allzuständigkeit’
 Gemeenten kunnen zich met alle plaatselijke aangelegenheden bemoeien die niet door hogere instantes zijn
geregeld. Landen slechts bevoegd tot rechtmatgheidscontrole bij autonomie
Wat betreft medebeweind kan het land ook aanweijzingen geven

Verschillende gemeentelijke bestuursorganisate vormen:
1. Magistraatsstructuur – Magistratverfassugn
 Bijv. Hessen
 Plaatselijk electoraat kiest een vertegenweoordigend lichaam
 Vertegenweoordigend lichaam kies de executeve
 Burgermeester veelal rechtstreeks gekozen (belast met voorbereiding en uitvoering beslissingen
Magistrat)
2. De Zuidduitse raadstructuur – Süddeutsche Ratsverfassung
 Meest gangbare model
 Naast de raad weordt ook de burgermeester rechtstreeks gekozen
 Raad neemt beslissingen, burgermeester heeft voorbereidende, coördineren en uitvoerende taken en
bevoegdheden

Speciale posite – Stadtstaaten
- Land en gemeente / stad zijn één
- Landsgrondweet is meteen de ‘gemeentegrondweet’

, i. Uitzondering Bremerhaven
- Zie Berlijn, Bremen en Hamburg
- Bestuur opgedragen aan ‘Bezirkverwealtung’

Na eenweording: Zuid Duitse model dominant geweorden
- In alle deelstaten een rechtstreeks gekozen burgermester
- Vooral de direct democratsche elementen zijn overgenomen
- Alle burgemeesters tegenweoordig ook direct gekozen in deelstaten




HC 2 – Federalisme in de EU
Bijzonder onderweerp federalisering: federalisering in de Europese Unie.
Vooral aan de hand van hoe de Duitsers tegen de ontweikkelingen in de EU aankijken.
- Duitsland als grootste en machtgste land in de EU

Uitgangspunten vorige weeek komen terug.
Wat zijn de grenzen aan steeds verdere bevoegdheden overdracht ‘naar Brussel’. Kan de EU zich ontweikkelen tot een
federale staat? (f-weoord, berucht in het VK)

Een aantal verdragen heeft steeds verdergaande stappen gezet naar een federale staat:
- Begonnen bij het Verdrag van Maastricht (1993)
o Basis monetair unie
o Beginpunt federalisering
- Tegenslag in 2005, met verweerping EU Grondweettelijk verdrag
- In 2008/09 Verdrag van Lissabon: verdere stap naar federalisering
- Economische crisis die leidde tot een Euro- en Bankencrisis
o Allerlei noodfondsen en hulpprogramma’s
o Problemen Griekenland
o Pas op de plaats voor federalisering
- Sinds verkiezing Macron, weeer stjgende lijn voor federalisering
o Afweachten hoe de Duitsers reageren
o Reageerakkoord Duitsland barst van de plannen om vergaand te federaliseren
o Schultz weilde zelf een federale staat van Europa



Kenmerken EU
1. Geen staatsrechtelijke verbinding maar verdragsconstructe met federale trekken
o Maar nog geen federale staat  geen staatsrechtelijke verbinding op basis van een grondwet (zie de
Grundgesetz)
o EU is een constructe op basis van verdragen = een volkenrechtelijke constructe (geen staatsrechtelijke)
o HvJ EU noemt het verdrag weel een sonsttutoneel handvest weaarop de EU is gebaseerd
 Vervuiling van terminologie
 HvJ sjoemelt als iets naar een federale staat
2. Recht van Secessie ( zie art. 50 VEU)
o Recht van secessie voor Lidstaten (sinds Verdrag van Lissabon)
o Geen recht van secessie voor deelstaten Duitsland
3. Bevoegdheden op federaal niveau‘beperkt’ (zie art. 3 VEU)
o Bevoegdheden op Europees niveau zijn ‘beperkt’
o EU als economische en monetaire unie, met bijbehorende vrijheden maar de EU is tegenweoordig ook op veel
andere terreinen actef  ‘beperkte’ bevoegdheden zijn in praktjk dus weel zeer ruim
4. Werking EU recht ( HvJ EG Costa Enel 1964 en HvJ EG Van Gend en Loos 1963)
o EU recht weerkt rechtstreeks door, en heeft voorrang boven natonaal recht
o Statenbond met sterke federale trekken (zie ook bondsrecht dat voorrang heeft boven recht deelstaten in
Duitsland)
5. EU ambten met sterk federale trekken
o Zie belangrijkste ambten, slide 2

,EU ambten met federale trekken
1. Europese Raad (art. 15 VEU)
 Bestaat uit vertegenweoordigers Lidstaten, is geen federaal ambt
 Is een intergouvermenteel ambt
2. Europese Commissie (art. 17 VEU)
 Ambt met zeer sterke federale trekken
 Leden commissie geen vertegenweoordigers natonale regering, maar onafankelijk en geacht Europese
belangen te behartgen (voor NL Timmermans)
 Onder leiding van ‘kusser’ Juncker
 Initatefrecht, belangrijke bestuursbevoegdheden  lijkt een soort regering van Europa
 EC moet regeringsfuncte delen met de Raad van de EU
3. Raad van de EU (art. 16 VEU)
 Vakministers in verschillende formates
 Eventueel ook een formate met regeringsleiders
 Geen typisch federaal ambt, maar vertegenweoordiging op ministerieel niveau van de Lidstaten
 Accent in de besluitvorming ligt nog altjd in de Raad (niet in de EC)
o Dit leidt ertoe dat de federalisering nog altjd beperkt is, ministers geven nog altjd de doorslag (of de
Raad met regeringsleiders)
4. EP (art. 14 VEU)
 Tweee locates Brussel en Straatsburg
 Echt een federaal parlement, leden Europees Parlement zijn geen vertegenweoordigers van de Lidstaten maar
vertegenweoordigers van de burgers de EU (dus de gehele Unie)
 Bevoegdheden zijn beperkt, maar met name op terrein weetgeving uitgebreid
5. HvJ EU (art. 19 VEU)
 Hof heeft veel weeg van een Consttutoneel Hof in een federale staat
 Heeft aldus federale trekken
6. Europese Centrale Bank (art. 282 VEU)
 ECB met Draghi als president
 Zorgt voor prijsstabiliteit en beheert de Euro

Conclusie: statenbond met hele sterke federale karaktertrekken

Versterking van de bevoegdheden en uitbreiding werkterrein EU
Hoe moet je de federalisering nu staatsrechtelijk beoordelen?

Versterking van de bevoegdheden en uitbreiding weerkterrein EU:
- Zie verdragen van Maastricht (1993), Amsterdam (1997) en Lissabon (2007)
- Art. 92 Grondweet
o Ideaal voor federalisering
o Niets staat in NL aan de weeg aan federalisering , allerlei bevoegdheden kunnen weorden overgedragen aan de
EU
 Geen grenzen aan steeds verdergaande federalisering gesteld in NL
 Duitsland echter, is ‘iets moeilijker’….

- Art. 23 Grundgesetz
o Geeft ook aan dat bevoegdheden kunnen weorden overgedragen
o Aan het einde weel het voorbehoud van art. 79 Grundgesetz gemaakt, dus art. 23 stelt grenzen aan overdracht
bevoegdheden

o Art 23.1 GG:(1) Zur Verwirklishung eines vereinten Europas wirkt die Bundesrepublik Deutsshland bei der
Entwisklung der Europäisshen Union mit, die demokratsshen, reshtsstaatlishen, sozialen und föderatven
Grundsätzen und dem Grundsatz der Subsidiarität verpflishtet ist und einen diesem Grundgesetz im
wesentlishen vergleishbaren Grundreshtssshutz gewährleistet. Der Bund kann hierzu dursh Gesetz mit
Zustmmung des Bundesrates Hoheitsreshte übertragen. Für die Begründung der Europäisshen Union sowie für
Änderungen ihrer vertraglishen Grundlagen und vergleishbare Regelungen, dursh die dieses Grundgesetz
seinem Inhalt nash geändert oder ergänzt wird oder solshe Änderungen oder Ergänzungen ermöglisht werden,
gilt Artkel 79 Abs. 2 und 3.

,- 79 lid 3 Grundgesetz eeuwigheidsgarante, bepaalde uitgangspunten mogen nooit veranderd weorden
- Verder ontweikkeling EU mag geen afreuk doen aan de soevereiniteit Duitse federale staat
o Wat Schultz zei (‘We gaan naar een federale staat van EU’) kan helemaal niet (tenzij je een referendum zou
houden en de hele Grundgesetz op de schop zou nemen)
o Eu moet een Statenverbond blijven, bezien vanuit Duits perspectef

Maastricht Urteil
Het Hof toets het Verdrag van Maastricht aan de Duitse Grundgesetz.
In NL zou dit niet mogen, op grond van art. 120 Grondweet (geldt voor zoweel weetten als verdragen).
Consttutoneel Hof gaat de strekking van het Verdrag uitleggen.

BVerfGe 12 oktober 1993 (Maastricht Urteil):
1. Statenverbond
 Het Hof benadrukt dat het verdrag een Statenverbond vestgt, een verbond van soevereine staten
 Er komt geen staat met een Europees staatsvolk. Hof benadrukt volkenrechtelijke karakter, ontkent het
ontstaan van een staat. Betekenis VvM weordt sterk gerelatveerd.
2. Soevereine lidstaten
 De soevereiniteit blijft en moet blijven liggen bij de Lidstaten (past binnen 23 jo. 79 Grundgesetz)
3. Natonale identteit
 Identteit van de Duitsers moet in acht weorden genomen in het verdrag. Je bent en blijft immers een
soevereine staat.
4. Kompetenz-Kompetenz
 Typisch Duits Kompetenz-Komptetenz
 Bevoegdheid-bevoegdheid: het gaat om de bevoegdheid een bevoegdheid te scheppen.
 Wie heeft de bevoegdheid een nieuwee bevoegdheid te creëren?
o Vanuit soevereine denken: alleen de lidstaten hebben kompetenz-kompetenz
o De EU kan niet zelf nieuwee bevoegdheden creëren
 In het verdrag weorden op enkele terreinen bevoegdheden aan de EU toegekend
5. EU als Economische gemeenschap
 Hof legt sterk de nadruk op het economische en monetaire karakter van de Unie
 Het is ontoelaatbaar dat allerlei andere substantële bevoegdheden weorden overgedragen aan EU
o Dus geen EU leger ter vervanging van natonale legers etc.  weant dat betekent verlies van
soevereiniteit
6. EU afgeleid van lidstaten
 EU is een afgeleide constructe van de lidstaten
 EU komt niet zomaar uit het niets, maar is gecreëerd door en van de lidstaten
7. Recht van secessie
 Nadruk op vrijwilligheid samenwerking
 Elk land heeft het recht op het contract op te zeggen (nu art. 50 VEU)
8. Natonaal parlement als enige volksvertegenweoordiging
 Alleen het natonale parlement (Duitse Bondstag) is een echte volksvertegenweoordiging
 Alleen het natonale parlement geef gestalte aan de natonale democrate
 Trap na aan de EU


Stellingname
Benadering Consttutoneel Hof Duitsland staat haaks op HvJ benadering….
Stellingname HvJ EU:
- EU is nieuwee rechtsorde, staten hebben een beperkte soevereiniteit  geen afgeleide rechtsorde, maar een
orginaire rechtsorde die de soevereiniteit van de Lidstaten kan beperken
- EU eigen legitmate, autonome rechtsorde

Stellingname BverfGe:
- EU is afgeleide rechtsorde, bevoegdheden door lidstaten overgedragen
- BverfGe controleert of EU ambten binnen bevoegdheden blijven
- BverfGe controleert art. 79 lid 3 GG, en of bevoegdheidsoverdracht afreuk doet aan soevereiniteit BRD en
bevoegdheden parlement en regering

Maastricht Urteil is geen rare uitspraak:
- Idee dat de natonale grondslag de grondslag, en de Eu een afgeleide rechtsorde is zie je ook in andere lidstaten

, o Frankrijk: algemene overdracht bevoegdheden is in strijd met de Grondweet (zie ook Komptenez-Kompetenz)
o Maar ook Italië, Denemarken, tot voor kort Engeland
o NL is zelf eigenlijk meer het ‘buitenbeentje’ dat gelooft in het goede van Brussel

Lissabon Urteil
Verdrag van Lissabon als vervolg op Verdrag van Maastricht:
- Verdrag weordt opnieuwe getoetst aan de Duitse Grundgesetz door Consttutoneel Hof
- In Verdrag van Lissabon truc: uitoefening bevoegdheden op EU niveau kan voortaan plaats vinden zonder
verdragssluitng = passerelle
o Europese Raad kan in vergadering besluiten om voortaan niet meer bij unanimiteit maar bij gekwealifceerde
meerderheid besluiten te nemen
o Bij unanimiteit kan elke lidstaat nee zeggen, bij gekwealifceerde meerderheid kan de meerderheid zijn weil
opleggen aan de minderheid  stuk verlies soevereiniteit
o Het natonale parlement weordt uitgeschakeld in een procedure
 Parlement kan weel bezweaar maken: maar dit is onvoldoende voor het Consttutonele Hof
 Natonaal parlement als volksvertegenweoordiging zou moeten instemmen!
o Duitse recht aangepast: minister kan alleen maar instemmen met de procedure als het Duitse parlement
instemt
Voorbeeld: vaststelling begrotng bij unanimiteit
- Maar buiten het verdrag om, kan weorden beslist voortaan niet meer bij unanimiteit te beslissen maar met
gekwealifceerde meerderheid

BVerfGe 30 januari 2009 (Lissabon Urteil):
 Vereenvoudigde verdragsweijzigingsprocedure door ‘passerellee
 Europese raad besluit unaniem met toestemming EP om voortaan besluiten voor onderweerpen niet met unanimiteit
maar met gekwealifceerde meerderheid te nemen
 EU heef volgens Hof geen Kompetenz-Kompetenz
 Vetoprocedure onvoldoende



Economische crisis
BverfGe 7 september2011(GriechenlandUrteil):
 Euro stabiliteitsmechanisme 170 miljard hulp
 Burgers stellen schending van art. 38 GG kiesrecht
 Schendig als Bondsdag zelfstandige begrotngsverantwoordelijkheid verliest
 Geen zelfstandig budgetrecht meer?
Noodfonds (Europees Stabiliteits Mechanisme)
- Eerste stappen gezet in kader Griekse noodhulpverlening
- 170 mld euro voor noodfonds om de Euro overeind te houden en Griekenland onder hele strenge voorweaarden hulp te
verlenen
- Lidstaten moesten miljarden storten in het noodfonds (natonaal geld verplicht storten)
- In hoeverre beperkt de verplichtng je soevereiniteit
o Hof zoekt aansluitng bij kiesrecht voor Bundstag art. 38 Grundgesetz
o Parlement kiezen heeft alleen zin als dat parlement substantële bevoegdheden heeft (zoals het budgetrecht!)
 weaar besteden wee onze belastng aan?
o Art. 38 Grundgesetz als grondslag voor toetsing, is art. 38 Grundgesetz geschonden door instellen noodfond?
Heeft het Duitse parlement zijn begrotngsverantweoordelijkheid verloren?
 Wat betreft noodhulp oordeelt het Hof dat het Duitse parlement nog genoeg budgetrecht overhoudt
 Had het Hof niet ingestemd, dan weas Griekenland niet geholpen (Consttutonele Hof heeft het
laatste weoord)
BVerFGe 12 september 2012 (ESM Urteil):
o ESM verdrag, stabiliteitssteun voor lidstaten, kapitaal 700 miljard, Raad van gouverneurs (min v fn) beslist,
o Uitvoeringsweetgeving in BRD, informateplicht en instemming bondsdag
o Klacht van burgers weegens schending grondrecht (art. 38 GG kiesrecht)
o Klacht van bondsorgaan weegens schending art. 20 GG en art. 23 GG en art. 79 Grundgesetz
o Zijn bevoegdheden Bondsdag uitgehold, is bijdrage aan het fonds acceptabel, is instemmingsrecht Bondsdag
voldoende?

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mhr. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.93. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

56326 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.93
  • (0)
Add to cart
Added