Samenvatting met alle punten uit de toetsmatrijs van de minor: inleiding tot toegepaste psychologie op Hogeschool Utrecht.
Het hele boek wordt behandeld en de leerdoelen zijn genummerd.
Succes!
Hoofdstuk 13:........................................................................................................................................ 37
13.1. Vooroordelen, stereotypering en discriminatie: ................................................................................ 37
13.2. Oorsprong van vooroordelen: ............................................................................................................. 37
13.3. Stereotypen ............................................................................................................................................ 38
2
,Hoofdstuk 1: inleiding tot sociale psychologie
1.1. Sociale psychologie
Psychologie is de wetenschap van het gedrag en het innerlijke leven (gedachten en gevoelens) van
mensen.
Sociale psychologie is de wetenschappelijke studie naar de wijze waarop de (echte of denkbeeldige)
aanwezigheid van anderen de gedachten, gevoelens en gedragingen van mensen beïnvloedt. Sociaal
psychologen ontwikkelen verklaringen voor sociale invloed aan de hand van empirisch onderzoek,
zoals het doen van experimenten waarvoor zij hypothesen opstellen en de te bestuderen variabelen
zorgvuldig beheersen.
Het onderzoeksgebied van de sociale psychologie omvat een breed scala aan onderwerpen,
waaronder sociale invloed, attitudes, groepsdynamiek, stereotypen, vooroordelen, interpersoonlijke
relaties, agressie en prosociaal gedrag. Het bestudeert zowel individuele psychologische processen
als sociale structuren.
Sociale invloed is het effect dat de woorden, daden en aanwezigheid van anderen hebben op ons
gedrag, gedachten, houding en gevoelens.
1.1.2. Onderscheid en verbanden van verwante disciplines
Persoonlijkheidspsychologie
Sociale psychologie verschilt doordat het de nadruk legt op sociale situaties en invloeden, terwijl
persoonlijkheidspsychologie zich richt op individuele eigenschappen en karaktertrekken.
Beide disciplines bestuderen aspecten van menselijk gedrag, maar ze leggen verschillende nadrukken
op de invloed van sociale context versus persoonlijkheidstrekken.
Filosofie
Sociale psychologie is empirisch (waarneming onderzoek) en wetenschappelijk van aard, terwijl
filosofie zich meer bezighoudt met abstracte concepten en ideeën zonder strikte empirische
methoden. Beide bestuderen dus menselijk gedrag alleen op andere onderzoek manier.
Sociologie
Hoewel beide disciplines de invloed van sociale omgevingen onderzoeken, richt sociale psychologie
zich meer op individuele psychologische processen binnen sociale contexten en sociologie meer
focust op sociale structuren en klassen.
Economie en politicologie
Sociale psychologie gaat verder dan economie en politicologie door te kijken naar psychologische
processen achter besluitvorming, attitudes en gedrag in sociale contexten.
Evolutionaire psychologie
Terwijl evolutionaire psychologie genetische en evolutionaire verklaringen biedt voor gedrag, richt
sociale psychologie zich op hoe sociale invloeden en cognities het gedrag vormgeven.
3
, 1.1.3. Belangrijkste factor in gedragsverklaring
Sociaal psychologen benadrukken dat de sociale situatie de belangrijkste factor is bij het verklaren
van menselijk gedrag. Ze kijken naar hoe mensen hun sociale omgeving waarnemen, interpreteren en
hoe sociale invloeden individueel gedrag vormgeven. De focus ligt op de interactie tussen individuen
en hun sociale context.
1.2. Voorbeelden onderzoeken/geschiedenis sociale psychologie
Behaviorisme: stroming in de psychologie die de stelling verdedigt dat men, om menselijk gedrag te
kunnen begrijpen, slechts hoeft te kijken naar de bekrachtigende of bestraffende eigenschappen van
de omgeving- dat wil zeggen, hoe positieve en negatieve gebeurtenissen in de omgeving verband
houden met specifieke gedragingen. Ze houden geen rekening met cognitie, denken en voelen.
Gestaltpsychologie: stroming in de psychologie gebaseerd op hoe mensen de fysieke wereld
waarnemen, namelijk dat we de subjectieve manier moeten onderzoeken waarop een object in de
geest van de mensen verschijnt(het gestalte of geheel), in plaats van de manier waarop de objectieve,
fysieke eigenschappen van het object zijn samengevoegd. Hoe interpreteer je iets...
Naïef realisme: de overtuiging dat we dingen waarnemen zoals ze echt zijn, daarbij overschattend
dat we dingen verdraaien of anders interpreteren. Denk aan complotdenkers of politici die niet op 1 lijn
komen met hun denkbeeld.
Fenomenologie: hoe een object op iemand overkomt of ervaart i.p.v. afzonderlijke objectieve
elementen van het object (filosofische stroming). Edmund Husserl.
1.3 zelfverheffingsmotief en accuraatheidsmotief
De wijze waarop een individu een situatie construeert, wordt grotendeels bepaald door twee
fundamentele menselijke behoeften: de behoefte om een goed gevoel over onszelf te hebben en de
behoefte accuraat te zijn. Deze motieven kunnen ons soms in tegenstelde richtingen doen bewegen.
Het zelfverheffingsmotief (de behoeften aan een positieve zelfwaardering): de meeste mensen
hebben sterk de behoefte zichzelf als een goed, competent en respectabel individu te zien (behoefte
aan een positieve zelfwaardering). Vaak vertekenen we de werkelijkheid om ons gevoel van
zelfwaardering in stand te kunnen houden. Zo rechtvaardigen we ons gedrag achteraf vaak, in plaats
van onze tekortkomingen te erkennen. Ook focussen we op de voordelen die bepaald gedrag ons
heeft opgeleverd in plaats van de nadelen onder ogen te komen.
Het accuraatheidsmotief (de behoefte om accuraat waar te nemen): hoewel we de feiten vaak
enigszins bijschaven om onszelf in een zo positie mogelijk daglicht te stellen, leven we niet in een
complete fantasiewereld. We doen de realiteit geweld aan, maar laten haar deels intact. We zijn ook
vaardig in sociale cognitie: het selecteren, interpreteren, onthouden en gebruiken van sociale
informatie om te oordelen en te beslissen.
Individuen proberen accurate inzichten te verwerven die hen in staat stellen situaties effectief te
beoordelen en effectieve besluiten te nemen, variërend van welke cornflakes ze als ontbijt zullen
nemen tot hun partnerkeuze. Ondanks deze vaardigheid, handelen we meestal op basis van
onvolledige en onjuist geïnterpreteerde informatie. Onze sociale cognitie kan ook vertekend worden
door selffulfilling prophecies: je verwacht bepaald gedrag van jezelf of iemand anders, dus handel
je op zo’n manier dat je verwachting bewaarheid wordt. Vervolgens hebben we niet door dat het onze
eigen verwachting was, die de verwachte situatie daadwerkelijk deed ontstaan.
Overige motieven: ook andere behoeften beïnvloeden ons gedrag, zoals biologische drijfveren, de
behoefte aan beloning, voorspelbaarheid en controle.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller emmarozendaal. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.96. You're not tied to anything after your purchase.