100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting publieke financiën $8.40   Add to cart

Summary

Samenvatting publieke financiën

 516 views  10 purchases
  • Course
  • Institution

Samenvatting van publieke financiën uit het derde jaar bestuurskunde en publiek management. De samenvatting is een combinatie van de cursus, de powerpoints en notities.

Preview 4 out of 38  pages

  • May 23, 2018
  • 38
  • 2017/2018
  • Summary
avatar-seller
1 WELVAARTSCREATIE EN VERDELING
 2 hoofdstromingen
o Normatieve economie
 Gevolgen van overheidsoptreden op de welvaart en verdeling ervan
 OH is altruïstisch en benevolent: streeft max. welvaart na
o Public choice: politici willen eigen verkiezingen veilig stellen, ambtenaren willen max.
budget (electoral business cycle)
 Welvaart, pareto en sociale nutscurves
o Pareto: nutsmogelijkhedencurve
o Op curve: pareto-efficiënt: welvaart van de 1 kan niet stijgen zonder daling van die van
de andere  alle mogelijke combinaties van nut met eenzelfde welvaart
o Positie curve: bepaald door productiemogelijkheden, technologische vooruitgang,
demografische ontwikkelingen en stock aan productiefactoren
o Uitgangspunt: verbetering o.w.v. inspanningen van individuen
 Ongeloof in collectivistische systemen
 Individu is best geplaatst om te oordelen over de eigen keuzes (geen
paternalisme)
o Sociale welvaartsfuncties
 Alle punten op curve = zelfde nut
 Vorm: afhankelijk van ongelijkheidsaversie (=afkeer tegen ongelijkheid):
 Utilitaristisch: min. Ongelijkheidsaversie  totale welvaart = som
individuen  curve is lineair
 Rawliaans: belang aan stijging welvaart van specifieke individuen 
curve is een rechte hoek
 Welvaartscreatie: 1e welvaartstheorema
o Max. welvaart door perfecte concurrentie
o Ruilefficiëntie: geen enkele ruil kan tot P-verbetering leiden
o Productieve efficiëntie: laagste kosten, geen verspillingen
o Allocatieve efficiëntie: marktprijs  producenten produceren mix van G&D die
consumenten willen
o Geen overheid
o Maar: marktfalen
 Informatie-asymmetrie

1

,  Ontbrekende markt (OH produceert zelf)
 Monopolistische markten (allocatieve inefficiëntie: prijs wordt kunstmatig laat
gehouden door aanbad laag te houden)
 Altruïsme (i.p.v. nutsmaximalisatie)
 Externe effecten
 Merit/demerit goods: goed/slecht voor individu  overheid promoot/raad af
 Publieke geoderen: niet rivaliteit en niet uitsluitbaarheid (quasi public goods:
club goods en common pool goods)
o Niet markt-falen: overheid werkt niet perfect
 Inefficiënte overheid  hoge kosten en fiscale druk
 Innoveert te traag
 Politiek gestuurde overheidsmonopolies


 Welvaartsverdeling: 2e welvaartstheorema
o Overheid: verdeling welvaart door het creëren van gelijke kansen  pareto-efficiëntie
bij PC
o Overheid zorgt voor rechtvaardige startposities en welvaartsverdeling
o Markt zorgt voor welvaartscreatie
o (welvaartscreatie door overheid: aanbod G&D, ingrijpen in prijsvorming, afdwingen
wetten en regels  OH doet welvaart stijgen door: financiering beleid, afremming
negatieve externaliteiten en verminderen van ongelijkheid)


 Fiscaliteit en welvaart: gedragsturende belastingen
o Belastingen = inkomen overheid, herverdelingsinstrument, stijging welvaart door
gedragsturende belastingen
o Elasticiteit: indicator voor gevoeligheid van de consument aan zulkke instrumenten
o Afweging instrumenten: budgettaire imapct, effect op concurrentievermogen van
bedrijven, mogelijke taks evasion
o Vaak regressief (gedragsturing is belangrijker dan heverdeling/inkomst overheid)
o Continuïteit?  ongewenst gedrag daalt  ontvangsten dalen
o Deadweight loss: daling welvaart door daling inkomen en dus daling consumptie/sparen
Maar: 2e ronde effecten: kijken naar wat de overheid ermee doet
o Distortionaire belastingen
 = gaan welvaart tegen
 Bv. Oswaldeffect: landen met veel eigenaars hebben hogere werkloosheid door
Lock-in effect: ze gaan minder snel verhuizen dan huurders, dus minder
jobmogelijkheden

2

,2 DE INKOMENS ALS EEN PROXY VAN WELVAART
 Primaire inkomensverdeling = toevallig ongelijk (inkomens die voortkomen uit PF arbeid en
kapitaal (talent, sociaal milieu, gezondheid,…))
 maatschappelijke ongewenste ongelijkheid en armoede
 Nood aan correctie door de overheid (sociale uitkeringen, gratis G&D, consumentenprotectie,
belastingen,…)
= secundaire inkomensverdeling



2.1 Maatstaven van inkomensverdeling


 Gemiddelde, scheefheid en mediaan
o meestal rechtsscheef = rechtse staart = meeste mensen in lagere klassen
o gelijke grenzen
 decielverdeling: 10% van de bevolking
o laagste inkomen is negatief omdat het inkomen wordt gevormd door de mate van
belasting
o inkomensgrenzen zijn niet vast
o inkomensongelijkheid = als cumulatief aandeel in bevolking > cumulatief aandeel van
inkomens
 Lorenzcurve
o Horizontale as: cumulatief aandeel bevolking
Verticale as: cumulatief aandeel van inkomens
o Diagonaal = perfecte gelijkheid = 10% vd gezinnen hebben 10% inkomen
o Alles onder diagonaal = ongelijkheid
o Hoe verder van diagonaal, hoe meer ongelijkheid in verdeling inkomens
o Niet mogelijk om snijdende curven te vergelijken  gini
 Gini-coëfficiënt
o = opp tussen Lorenzcurve en deellijn / totale opp onder deellijn
o Tussen 0 (totale gelijkheid) en 1
o Alternatief: P90/P10: extreme rijkdom en armoede aanduiden (hoe hoger getal, hoe
slechter
 Ongelijke verdeling door:
o Socio-demografische veranderingen (bv. vergrijzing)
o Ontwikkeling primaire inkomens
o Herverdeling door overheid


3

, 2.2 Herverdeling via belastingen en SZ


 Doel: Lorenzcurve dichter bij deellijn
 Lorenzcurve van de belastingen moet verder van diagonaal liggen dan lorenzcurve van
inkomensverdeling voor belastingen om herverdeling te bekomen
 Mate van herverdeling (Redistribution) = Gini voor (Gb) en na belastingen (Ga)
 We beogen een daling van gini-c na belastingen
 Kracht van herverdeling is afhankelijk van:
o Gemiddeld tarief
 = betaalde belasting in verhouding tot totale inkomen
 Hoe hoger, hoe meer verdeling
o Progressiviteit
 = mate waarin belasting afwijkt van een proportionele belasting (= belasting
die voor iedereen gelijk is)
 Marginale tarieven met stijgende grondslag
 Aandeel van belastingen betaald door armsten is lager dan hun aandeel in de
totale inkomensmassa
 Hoe sterker, hoe meer verdeling
 Hoe sneller de tarieven klimmen, hoe hoger de hoogste tarieven en hoe groter
de vrijstelling, hoe progressiever
 Niet enkel de barema’s, maar het totale belastingsysteem is belangrijk
 Belastingaftrekken (bv. giften/huispersoneel/kinderopvang,…)
 Belastingvrije som
 Belastingverminderingen (pensioensparen/dienstencheques,…)
 Maar: belastingverminderingen sterk geconcentreerd in hogere decielen,maar
tast progressiviteit niet echt aan
 Gestegen door: invoering belastingkrediet, wijziging inzake verrekening
beroepskosten, individualisering van belastingvermindering van
vervangingsinkomens en gewijzigde verrekening kinderlast
 Wel gedaald door afschaffing hoogste marginale tarieven
 Meten a.d.h.v. kakwani-index = verschil tussen Gini-c van de verdeling van
belastingen (c) en de gini-c van de inkomensverdeling voor belastingen (Gb)
 APB van gemeenten: regressief


 Taks benefitsysteem (TB)
o B-T= netto voordeel (onder 0 voor alle landen)


4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ddb1. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.40. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

83507 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.40  10x  sold
  • (0)
  Add to cart