Marketingcommunicatiestrategie Floor en van Raaij hoofdstuk 4 t/m 23 5e Druk
All for this textbook (1)
Written for
Hogeschool Arnhem en Nijmegen (HAN)
Communicatie
Mediakenner
All documents for this subject (41)
Seller
Follow
carinereinders
Content preview
1 - VAN SPRAAK NAAR SCHRIFT: DE EERSTE MEDIAREVOLUTIE
DE ORALE SAMENLEVING
Memoriseren = je leert om informatie op te slaan in je geheugen
Orale samenleving = traditioneel en niet-modern
HET ONTSTAAN VAN BEELDTEKENS
Beeldtekens werden gebruikt om de werkelijkheid en hun gedachten vast te leggen. =
pictografisch schrift.
Later kwamen die tekens losser van de realiteit te staan: een streepje voor een koe en twee
puntjes voor twee geiten (bijv.) -> abstracter: code voor nodig: je moet begrijpen waar een
puntje en een streepje naar verwijzen. Later ontwikkelde zich het spijkerschrift: ipv een
teken voor een geit of koe werd er een streepje gezet voor een lettergreep, die een
afzonderlijke klank weergaf. Hierdoor ontstond er een nieuw beeldstelsel voor
handgeschreven tekens. Dit was het begin van een schriftcultuur.
De laatste stap was het combineren van beeldtekens en lettertekens. Er werd gezocht naar
een visuele weergave van afzonderlijke letters = alfabet. Met de ontwikkeling van het schrift
brak de mediarevolutie van de alfabetisering door.
HET ALFABETISCH SCHRIFT
In het alfabet staat 1 symbool voor 1 minimale klank. Reductie = een klein aantal letters staat
vol om een taal op te schrijven en te leren. Een nieuw medium wordt in het begin vaak als
gevaarlijk en ongewenst beschouwd.
Via het lezen van de heilige schrijft kon je zelf in contact komen met het goddelijke en had je
de priester als autoriteit minder nodig.
DOCUMENTATIE
De waarheid was in de orale cultuur voorbehouden aan de macht van het gesproken woord
en de spreker. De geschreven teksten vormen het collectieve geheugen van de cultuur, niet
meer de gesproken verhalen.
ONGELIJKTIJDIGE COMMUNICATIE
Vanuit het oogpunt van rationeel en wetenschappelijk denken is het schrift een
revolutionaire technologie. Door de alfabetisering en de invoering van het schrift werd
,ongelijktijdige communicatie mogelijk. Orale communicatie is connection oriented. Het
proces bestaat uit connectionless communication bij een lezer.
Moderne massacommunicatie = het zenden van een boodschap aan een groot publiek.
Point-to-point communication = een Schrijver van een brief communiceert een-op-een, met
een enkel persoon die zich elders bevindt.
TEN SLOTTE
Je kunt de schriftcultuur zien als de eerste grote media-innovatie. Het schriftmedium
stimuleert de opbloei van cognitieve vaardigheden en prikkelt het vermogen om abstract te
redeneren, te vergelijken en te analyseren. Schrift is een aanvulling op het spreken en
luisteren, niet een vervanging ervan.
2 - GESCHREVEN TEKSTEN WORDEN GEDRUKT EN VERSPREID: DE TWEEDE
MEDIAREVOLUTIE
DE DRUKPERS ALS MEDIA-INNOVATIE
De tweede mediarevolutie hangt samen met de uitvinding van de boekdrukkunst. Dankzij de
drukpers konden geschriften op grotere schaal vermenigvuldigd en verspreid worden, en
werden ze meer toegankelijk gemaakt. Ontvangers waren vooral de rijkere, geletterde
mensen. Een kleine bevolkingsgroep van bemiddelde burgers vormde het geletterde publiek
en vooral zij profiteerden van de kennisexplosie.
Het economische stelsel van het handelskapitalisme maakt het produceren en distribueren
van mediaproducten mogelijk.
DE RELATIE ZENDER-ONTVANGER VERANDERT.
Vanaf 1500: broadcast communication. Broadcast betekent letterlijk: breeduit werpen. Dit
maakte ongelijktijdige communicatie op grote schaal mogelijk.
VOOR- EN TEGENSTANDERS
Bij de invoering van ieder nieuw medium zal dit patroon steeds terugkeren: iedere
communicatierevolutie brengt een groep tegenstanders op de been en zorgt voor felle
discussies tussen de voorstanders en de critici van media-innovatie.
18e eeuw: strenge censuur: mocht meestal geen boeken drukken zonder de toestemming
van de overheid.
GROEI EN VERSPREIDING VAN DE PRINTMEDIA
,De tweede mediarevolutie werd mogelijk gemaakt door de nieuwe druktechnologie en de
opkomst van een moderne mediamarkt.
Printmedia werden op grote schaal verspreid dankzij de mechanische papierproductie. In
een kortere tijd kon je goedkoper veel meer kranten drukken. Typografen zorgden voor het
ontwerpen van de uiterlijke vorm van boeken en tijdschriften. Daarom worden de 18 e en 19e
eeuw ook aangeduid als het tijdperk van de typografie.
Journalisten ontwikkelden een eigen methode: het onafhankelijk najagen en onderzoeken
van verifieerbare feiten omtrent actuele gebeurtenissen.
De publieke opinie werd de uitdrukking van de nationale verzameling van publieksgroepen.
De krant als medium bleek heel geschikt om politiek of religieus gedachtegoed te
verspreiden. Dat leidde in Nederland tot de opkomst van een verzuilde pers. Kranten boden
hun lezersgroep een aparte kijk op de wereld, die strookte met de politieke partij of de
godsdienstige stroming die de kranten vertegenwoordigden.
OPKOMST VAN DE PROFESSIONELE JOURNALISTIEK
Journalisten werkten doorgaans voor een medium binnen een van de maatschappelijke
zuilen, met een eigen publieksgroep en een eigen levensovertuiging. Dat veranderde vanaf
1965 met de ontzuiling van de maatschappij en de opmars van de individuele burger met zijn
eigen levensstijl. Journalisten gingen autoriteiten kritischer volgen de pers deed meer aan
onafhankelijke opinievorming.
Het nieuws in de dagbladen vormde de belangrijkste bron om iets te weten te komen over
de wereld buiten de eigen stad. De informatieverschaffing werd zakelijker en de
opnievorming won aan diepgang. Journalisten hielden zich bezig met het vinden en
openbaar maken van de waarheid. Dat was de kern van het typografisch vertoog of discours.
Je zorgde als journalist voor een rationele argumentatie, een logische ordening van alle
informatie en een duidelijk onderscheid tussen feiten en meningen. Het typografische
discours was de basis voor het professioneel vervaardigen van nieuw en een goede journalist
liet zich hierop aanspreken.
TEN SLOTTE
Het is te danken aan de tweede mediarevolutie dat mensen op een veel grotere schaal met
elkaar kunnen communiceren voor alles wat hen in het gewone leven bezighoudt.
3 – VAN TELEGRAAF TOT TELEVISIE: DE DERDE MEDIAREVOLUTIE
AUDIOVISUELE OF ELEKTRONISCHE REVOLUTIE
, Er waren twee series van technische uitvindingen die de derde mediarevolutie mogelijk
maakten. De eerste serie uitvindingen betrof het ontwikkelen van elektrische systemen. De
tweede reeks uitvindingen betrof de elektronica.
De uitvinding van de telegrafie staat aan het begin. De geluidsfilm en de televisie
(audiovisueel) en het eindpunt is de ontwikkeling van digitale mediaplatforms die
kenmerkend zijn voor de vierde mediarevolutie.
DE UITVINDING VAN DE TELEGRAFIE
Het begin van de derde mediarevolutie was de uitvinding van het elektrisch seintoestel: de
telegraaf: coderen en decoderen van tekens die werden doorgeseind. Met telegrafie en
telefonie werd het mogelijk ‘ver te schrijven’ en ‘ver geluiden over te brengen’. Telegrafie
was ook een vorm van eenrichtingsverkeerd. Dit had invloed op de aard van de
berichtgeving in de gedrukte media. D
DE UITVINDING VAN TELEFONIE
Tweerichtingsverkeer: telefonie maakte gemedieerde interactiviteit tussen zender en
ontvanger mogelijk, ongeacht de fysieke afstand tussen hen. Dankzij radiogolven werden
telegraferen en telefoneren over lange afstanden mogelijk. Telefoneren was gelijktijdige
communicatie in optima forma.
DE ONTWIKKELING VAN FOTOGRAFIE
Derde uitvinding: fotografie. Precieze weergave van de realiteit dankzij de inwerking van
licht op een gevoelige plaat met chemische stoffen. Beeld en taal bleken op verschillende
abstractieniveaus werkzaam en konden daardoor elkaar aanvullen.
Foto’s geven hun eigen representatie van de realiteit. Met behulp van tekenleer of semiotiek
kun je verschillende relaties tussen fotografische tekens en realiteit op het spoor komen.
Onze eerste beleving van een foto is gebaseerd op de waarneming van de indexicale tekens:
een foto laat iets zien van de werkelijkheid. Het besef dat een fotobeeld over de
werkelijkheid ook vervormt, komt pas later = symbolische tekens. Dan ontdekken we iets in
een gefotografeerd object wat we bij een eerste blik niet zagen.
Wij ruilen het gewone kijken uit de wereld van de interpersoonlijke communicatie in voor
een ander soort kijken: het meekijken met de camera. Dat nieuwe gemedieerde kijken is
met de fotografie begonnen en is van meet af aan verbonden met de productie en
verspreiding van massamedia als dagbladen en tijdschriften.
OPKOMST VAN DE FILM
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller carinereinders. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.60. You're not tied to anything after your purchase.