100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Volledige samenvatting Insolventierecht $14.68   Add to cart

Summary

Volledige samenvatting Insolventierecht

 51 views  4 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Dit is een volledige samenvatting van het vak Insolventierecht. Dit vak is vereist voor de toegang tot de masters privaatrecht en de notariële master. Hierin is samengevat: - Verplichte literatuur - Voorgeschreven jurisprudentie - Aanvullende literatuur

Preview 4 out of 124  pages

  • Yes
  • January 18, 2024
  • 124
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting insolventierecht


Insolventierecht is breder dan het faillissementsrecht. Het omvat naast het
faillissementsrecht ook:
Ø Surseance van betaling
Ø Schuldsanering natuurlijke personen
Ø Bijzondere insolventieprocedures.

Het Nederlandse recht kent drie insolventieprocedures:
Ø Het faillissement gericht op liquidatie van de failliet
Ø De surseance van betaling, die is gericht op het saneren van het vermogen van de
sursiet
Ø Schuldsanering natuurlijke personen, gericht op het saneren van de schuldenpositie
van natuurlijke personen



Faillissement

Wanneer is er sprake van faillissement? Art. 1 Jo. 6 lid 3 Fw:
Ø De schuldenaar, die in de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen,
wordt, hetzij op eigen aangifte, hetzij op verzoek van een of meer zijner schuldeisers,
bij rechterlijk vonnis in staat van faillissement verklaard.

Wanneer is er sprake van een toestand van ophouden te betalen?
Ø Het hangt af van de omstandigheden van het geval.
Ø Faillissement is een kwestie van ‘liquiditeit’.
o Het gaat erom dat de persoon niet meer kan voldoen aan zijn kortlopende
schulden.
o Ondanks dat iemand dus meer bezittingen dan schulden heeft, kan er dus
sprake zijn van een toestand van ophouden te betalen, als de bezittingen niet
vlot liquide gemaakt kunnen worden.
Ø In de rechtspraak heeft het criterium van ophouden te betalen aanvulling gekregen.
o Er gelden twee cumulatieve vereisten:
 Pluraliteitsvereiste: Er is sprake van meer dan een schuldeiser.
 Zie HR 24 maart 2017 Säkaphen/Carrecon-Piguillet
 Let op! Een steunvordering1 hoeft niet opeisbaar te zijn.
Voldoende is dat er een vordering is die ter verificatie kan
worden ingediend, zodat de schuldeiser kan meedelen in de
opbrengst van de vereffening die in dat kader plaatsvindt.
 Er is sprake van ten minste een opeisbare schuld.
 Zie HR 17 december 1920
o Vaststelling dat aan deze vereisten is voldaan is op zichzelf niet voldoende.
 Declatoire uitspraak: De rechtbank moet onderzoeken of van die
toestand ook daadwerkelijk sprake is ten tijde van de uitspraak.
1
De hoofvordering is de vordering van de schuldeiser die het faillissement aanvraagt.

,  HR 19 april 1974
 HR Unitco

Procedure faillietverklaring:
Ø Art. 4 lid 1 Fw:
o De procedure wordt ingeleid met een verzoekschrift. Het verzoekschrift kan
worden ingediend door:
 Art. 1 lid 1 Fw: Op verzoek van de schuldenaar zelf.
 Art. 1 lid 1 Fw: Op verzoek van een of meer schuldeisers.
 Art. 1 lid 2 Fw: Op verzoek van het OM, om reden van openbaar
belang.
o Art. 5 lid 1 Fw: Het verzoek moet worden ondertekend door een advocaat.
o Art. 4 lid 1 Fw: Het verzoek met de aanvraag wordt met spoed in de
raadkamer behandeld.
Ø Art. 6 lid 3 Fw:
o De faillietverklaring wordt uitgesproken, indien summierlijk blijkt van het
bestaan van feiten of omstandigheden, welke aantonen, dat de schuldenaar
in de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen, en, zo een
schuldeiser het verzoek doet, ook van het vorderingsrecht van deze.
 Voor de gewone regels van het bewijsrecht is dus geen ruimte!

Let op!
Ø Art. 214 lid 1 Fw: Een schuldenaar (die zelfstandig een beroep of bedrijf uitoefent (lid
4)) die voorziet dat hij niet zal kunnen voortgaan met het betalen van zijn opeisbare
schulden, kan surseance van betaling aanvragen.
o Art. 218 lid 6 Fw: Surseance wordt eerder behandeld dan dat tot
faillietverklaring.
Ø Art. 284 lid 1 Fw: Voor een schuldenaar zijnde een natuurlijk persoon die niet
zelfstandig een beroep of bedrijf uitoefent bestaat, wanneer redelijkerwijs is te
voorzien dat zij niet kan voortgaan met het betalen van de schulden, de
schuldsanering natuurlijke personen open.
o Art. 3a lid 1 Fw: Indien een verzoek tot faillietverklaring en een verzoek tot
het uitspreken van de toepassing van de schuldsaneringsregeling bedoeld in
titel III gelijktijdig aanhangig zijn, komt eerst het laatste in behandeling.

Rechtsmiddelen:
Ø Schuldenaar die in staat van faillissement is verklaard en is gehoord → Hoger beroep
8 dagen (art. 8 lid 1 Fw)
Ø Schuldenaar die in staat van faillissement is verklaard en niet gehoord → Verzet 14
dagen bij Rechtbank (art. 8 lid 2 Fw)
o Na verzet eventueel hoger beroep (art. 8 lid 3 Fw)
Ø Verzoeker van faillissement bij afwijzing → hoger beroep 8 dagen (art. 9 lid 1 Fw)
Ø Verzoeker bij vernietiging van faillissement in verzet → hoger beroep 8 dagen (art. 9
lid 2 Fw)
Ø Derdenverzet (art. 10 lid 1 Fw)
o Schuldeiser en belanghebbende
o Eventueel hoger beroep bij afwijzing (art. 11 Fw)

, Ø Cassatie (art. 12 Fw)

Hoofdrolspelers:

Curator
 De failliet verliest beheer en beschikking (23 Fw)
 Beheer en vereffening door curator (68 Fw)
 De curator oefent de vermogensrechtelijke bevoegdheden van de failliet uit.
o Art. 52 Fw vormt een uitzondering op grond waarvan betaling door de failliet
soms wel als bevrijdend heeft te gelden.
 Het vermogen is nog van de failliet
 Vennootschapsorganen hebben feitelijk geen rol meer
o Bestuurders en commissarissen van een failliete rechtspersoon zijn gehouden
voor de rechter-commissaris, de curator of de commissie uit de schuldeisers
te verschijnen en deze alle inlichtingen te verschaffen, zo dikwijls zij daartoe
worden opgeroepen (art. 105/106 Fw).
o Bij surseance blijft het bestuur initatied houden, zij het dat het bestuur alleen
daden van beheer en beschikking kan verrichten met machtiging of bijsyand
van de bewindvoerder (art. 228 lid 1 Fw).
 OR heeft nog wel een rol
 Inlichtingen en medewerkingsplicht van de failliet aan de curator (105 en 106 Fw)
 Taak curator ex 68 lid 1 Fw:
o Art 68 lid 1 Fw:
 De curator is belast met het beheer en de vereffening van de failliete
boedel
o Art 68 lid 2 Fw:
 Taak kin het kader van fraude
 Sub a: beziet bij het beheer en de vereffening van de failliete boedel of
er sprake is van onregelmatigheden die het faillissement, althans
mede, hebben veroorzaakt, de vereffening van de failliete boedel
bemoeilijken of het tekort in het faillissement hebben vergroot
 De rechtbank stelt salaris curator vast – 85 Fw
 Faillissementsverslag – 73a Fw
 Ontslag curator – 73 Fw

Aansprakelijkheid curator:
Ø Typen aansprakelijkheid:
o Aansprakelijkheid q.q. (= niet in persoon)
 Grondslag voor aansprakelijkheid is art. 6:162 BW: De curator heeft
niet heeft gehandeld zoals in redelijkheid van een curator mag worden
verwacht.
o Aansprakelijkheid pro se (= in persoon)
 Grondslag voor aansprakelijkheid is art. 6:162 BW: De curator heeft
niet heeft gehandeld zoals in redelijkheid van een curator mag worden
verwacht (HR Maclou) en hem valt een ernstig persoonlijk verwijt te
maken (HR Prakke Gips).
Ø Curator moet uiteenlopende en soms tegenstrijdige belangen behartigen

, Ø Wat is de grondslag voor aansprakelijkheid pro se? HR 19 april 1996
Maclou/Curatoren van Schuppen:
o Curator behoort te handelen zoals in redelijkheid mag worden verlangd van
een over voldoende inzicht en ervaring beschikkende curator die zijn taak met
nauwgezetheid en inzet verricht.
o Maatschappelijke belangen spelen een secundaire rol.
Ø Aanvullende vereisten voor de aansprakelijkheid pro se: HR 16-12-2011 Prakke Gips:
o Dit arrest vormt een aanvulling op Maclou.
o Aanvullende eis is dat de curator een persoonlijk een (ernstig) verwijt te
maken is.
 “Daarvoor is vereist dat hij gehandeld heeft terwijl hij het onjuist van
zijn handelen inzag dan wel redelijkerwijze behoorde in te zien.”
Ø Wanneer gebruik je de grondslag van art. 6:162 BW als grondslag voor
aansprakelijkheid, en wanneer gebruik je de grondslag van art. 6:162 BW en het
ernstig verwijt als grondslag? HR 9 november 2018 De Klerk c.s.:
o HR: voor zover de faillissementscurator bij de uitoefening van zijn taak niet is
gebonden aan regels, komt hem in beginsel een ruime mate van vrijheid toe.
 Er moet dan ook sprake zijn van een ernstig persoonlijk verwijt voor de
persoonlijke aansprakelijkheid.
o Voor zover de curator wel is gebonden aan regels, heeft hij de hiervoor
genoemde beleidsvrijheid niet.
 Komt hij die regels niet na, dan zal hij in beginsel op die grond
persoonlijk aansprakelijk zijn.
Ø Wanneer is er sprake van aansprakelijkheid q.q.?
o De grondslag voor aansprakelijkheid q.q. is art. 6:162 BW.
o HR 19-4-2003 Curatoren Mobell/Interplann:
o Uit dit arrest volgen twee beperkingen om het maatschappelijk belang te
laten prevaleren boven het belang van de schuldeisers:
 Het moet een zwaarwegend maatschappelijk belang betreffen.
 Het zwaarwegend maatschappelijk belang mag enkel prevaleren
boven het belang van een individuele schuldeiser.
o De nadruk ligt op het belang van de schuldeisers. De curator moet zich vooral
laten leiden door het belang bij het behalen van een zo hoog mogelijke
opbrengst.
o Doelamtige afwikkeling van faillissement is geen maatschappelijk belang.

Rechter-commissaris:
 Art. 64 Fw: Toezicht op het door de curator uitgevoerde beheer en diens vereffening
 Art. 68 lid 2 Fw: Voor sommige handelingen is machtiging van de rc vereist (zie p. 19).
o Ontbreken machtiging:
 Handelingen van de curator blijven geldig
 De curator is jegens de gefailleerde en schuldeisers aansprakelijk (art.
72 lid 1 Fw).
 Art. 69 lid 1 Fw: Tegen handeling curator opkomen of bevel uitlokken
 Art. 69 lid 2 Fw: De rechter-commissaris moet binnen drie dagen beslissen, zodat een
snelle afwikkeling gegarandeerd is.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller finnponten. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $14.68. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

75632 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$14.68  4x  sold
  • (0)
  Add to cart