Samenvatting boek: Basisboek aanpak schulden van Nadja Jungmann (2017).
Samenvatting van de benodigde hoofdstukken voor het vak schulden & recht. H3,4,5,6,7,8,9
Week 1 – Goederenrecht en inleiding schulden en
beslagen
4. Schuldeisers, incassobureaus en deurwaarders
4.1. Verschillen in bevoegdheden tussen schuldeisers,
incassobureaus en deurwaarders
Er zijn 3 partjen die druk op een schuldenaar kunnen uitoefenen om te betalen:
1. De crediteur (=de schuldeiser zelf)
2. Een incassobureau
3. Een gerechtsdeurwaarder (of belastngdeurwaarders)
Een schuldeiser en een incassobureau (1 en 2) hebben dezelfde bevoegdheden:
- Ze kunnen de schuldenaar (dringend) vragen of hij wil betalen.
- Ze kunnen allerlei instrumenten inzeten: brieven, sms’jes, langsgaan, bellen etc.
- Ze mogen incassokosten rekenen = kosten die de schuldenaar moet betalen als hij zich niet
aan de afspraak houdt.
Maar: als een schuldenaar ondanks al het aandringen niet betaalt, dan houdt het voor zowel de
crediteur als het incassobureau op en kunnen ze geen betaling afdwingen.
Een gerechtsdeurwaarder is een openbaar ambtenaar die je kan dwingen om je schuld aan een
crediteur te betalen. De dwang kan op verschillende manieren:
- Gerechtsdeurwaarder kan een deel van je inkomen inhouden om de schuldeiser te betalen
- Gerechtsdeurwaarder kan tegen je zin in je spullen verkopen
- Gerechtsdeurwaarder kan jouw bank opdracht geven om het geld op jouw rekening naar
hem over te maken.
De gerechtsdeurwaarder gebruikt het geld dat hij krijgt via je inkomen, de verkoop van je spullen of
je bank- of betaalrekening voor 2 doelen:
1. Om je schuldeiser te betalen
2. Om zichzelf een vergoeding te geven voor het werk dat hij verrichte om jouw geld te
incasseren.
Het bedrag dat de deurwaarder mag inhouden op het geld dat hij bij de schuldenaar incasseert is een
door de overheid vastgesteld bedrag.
Naast gerechtsdeurwaarders zijn er belastingdeurwaarders. Zij incasseren belastngverplichtngen
voor de landelijke Belastngdienst, waterschappen, provincies en voor gemeenten.
Redenen om een incassobureau inschakelen:
Schuldeisers schakelen incassobureaus in omdat het hen gemak geef dat ze de
incassoactviteiten niet zelf hoeven te verrichten
Schuldeisers schakelen incassobureaus in omdat sommige mensen een brief van een
incassobureau serieuzer nemen dan een brief van de schuldeiser zelf.
Doel: stmuleren van mensen om te betalen.
Je hebt voor de incasso van een vordering allerlei specialistsche kennis nodig en je moet je er actef
mee bezig houden.
1
,Veel incassobureaus werken op basis van ‘no cure no pay’=het incassobureau krijgt alleen betaald als
de schuldenaar de vordering betaalt. De afspraak met de opdrachtgever is dan dat die niet het hele
openstaande bedrag krijgt maar slechts een deel.
De belangrijkste reden om een gerechtsdeurwaarder in te schakelen:
Dat de gerechtsdeurwaarder bevoegdheden heef die veel verder gaan dan de eigen
bevoegdheden of de bevoegdheden van een incassobureau.
Executoriale titel – De toestemming die een aan een gerechtsdeurwaarder geef om te incasseren.
Deze ttel wordt ook wel omschreven als vonnis. De rechter geef pas een executoriale ttel als de
gerechtsdeurwaarder (met documenten van de schuldeiser) heef bewezen dat iemand inderdaad
nog een bedrag moet betalen.
De gerechtsdeurwaarder moet altjd laten weten aan de schuldenaar dat er een executoriale ttel aan
de rechter gevraagd gaat worden, want:
1. Het geef de schuldenaar de mogelijkheid om alsnog snel te betalen.
2. Het geef schuldenaren waarbij sprake is van een misverstand mogelijkheid om naar de
zitting te komen en te bewijzen dat de documenten van de gerechtsdeurwaarder niet
kloppen. Als de bewijzen dat iemand niet betaald heef niet overtuigend zijn, zal de rechter
aan de gerechtsdeurwaarder geen executoriale ttel geven en mag dan dus geen geld
incasseren bij de schuldenaar
Als de gerechtsdeurwaarder wél een executoriale titel krijgt dan mag hij o.a.:
- Beslag leggen op het inkomen
- Beslag leggen op de bank- of spaarrekening – ook gedeelde bankrekeningen (en/of rekening)
- Beslag leggen op de inboedel – alle spullen die je in je huis hebt staan, zoals tv, bankstel,
sieraden, kofezetapparaat etc. Worden verkocht via veiling.
- Beslag leggen op roerende zaken – denk aan auto, boot, caravan. Worden verkocht via
veiling.
4.2. Het incassoproces
Crediteuren kunnen kiezen of ze zelf proberen een vordering te innen of dat ze een
incassobureau/gerechtsdeurwaarder inschakelen. Deze keuzevrijheid heef als gevolg dat
crediteuren hun incassoproces op 3 verschillende manieren kunnen inrichten:
Crediteuren kunnen het incassoproces dus op allerlei manieren inrichten, maar de actviteiten in dat
incassoproces hebben wel een bepaalde volgorde:
1. Herinnering/aanmaning dat je moet betalen
2. Als dat niet genoeg oplevert dan worden er incassokosten in rekening gebracht. De
crediteur, het incassobureau of de gerechtsdeurwaarder hoopt dan dat je verdere kosten
wilt vermijden en daarom alsnog snel tot betaling overgaat.
3. Als dit nog geen betaling oplevert dan komt de gerechtsdeurwaarder aan zet en kan hij
beslag leggen op het inkomen.
4. Daarnaast kan de gerechtsdeurwaarder beslag leggen op andere zaken, zoals auto, inboedel
of spaar- of bankrekening – art. 3:276 BW jo. art. 435 lid 1 RV.
Crediteur Incassobureau Gerechtsdeurwaarder
Herinnering/aanmaning X X X
Incassokosten rekenen X X X
Beslag op het inkomen X
Beslag op andere zaken X
2
, 4.3. Een herinnering en/of een aanmaning – stap 1
1e stap in een incassoproces. Mogen schuldeisers, incassobureaus en gerechtsdeurwaarders doen.
Een herinnering bevat de boodschap dat je nog niet hebt betaald. Is dus een document met
1 boodschap.
Een aanmaning (of sommate) bevat de boodschap dat je nog niet hebt betaald maar
daarnaast vertelt de partj die de aanmaning verstuurt ook wat je uiterste betaaldatum is.
Daarbij wordt uitgelegd dat als je niet voor die datum hebt betaald, dat er dan incassokosten
in rekening worden gebracht. Heef dus 2 boodschappen. Dit moet op schrif worden gezet.
Mag ook per mail/sms verstuurd worden.
4.4. Het berekenen van incassokosten – stap 2
Als een aanmaning niet tot betaling leidt mogen schuldeisers, incassobureaus en
gerechtsdeurwaarders incassokosten in rekening brengen. Dat bedrag is vastgelegd in de Wet
buitengerechtelijke incassokosten (WIK). Deze wet schrijf voor dat incassokosten nooit hoger mogen
zijn dan een bepaald % van een vordering hoe hoger het bedrag dat nog betaald moet worden,
des te lager de incassokosten. Incassokosten moeten namelijk hoog genoeg zijn om je aan te zeten
om te betalen, maar niet zo hoog dat je bij een lager bedrag ook wel zou betalen.
Berekening buitengerechtelijke incassokosten:
Hoofdsom = bedrag vordering zonder rente Incassokosten
Tot 2.500 euro 15% van het openstaande bedrag. Bij elk bedrag mag een minimum van
40 euro in rekening worden gebracht. Dus: ook op een vordering van 10
euro of 15 euro mag al 40 euro incassokosten geheven worden.
Over de volgende 2.500 euro 10% van het openstaande bedrag
Over de volgende 5.000 euro 5% van het openstaande bedrag
Over de volgende 190.000 euro 1% van het openstaande bedrag
Over het meerdere 0,5% van het openstaande bedrag met een maximum van 6.775 euro.
Bij het berekenen van de incassokosten doet het er ook toe of de schuldeiser (of degene die
incasseert) belastng moet betalen. Als hij/zij dat niet hoef, dan mag er nog 21% btw gerekend
worden over de incassokosten. Vb. van schuldeisers die geen belastng hoeven te betalen zijn:
banken, medische beroepen, onderwijs, overheid en verzekeringsmaatschappijen.
Je mag alleen incassokosten rekenen indien je voldoet aan een aantal ‘spelregels’:
1. Een 14-dagenbrief versturen (=aanmaning) – deze brief wijt de schuldenaar op de
achterstand en geef aan dat hij 14 dagen de tjd heef om het bedrag te voldoen zonder dat
er kosten in rekening worden gebracht.
2. Hierin moet staan wat de consequentes zijn van het niet tjdig betalen en hoe hoog de
incassokosten zijn en de eventuele belastngen zijn. Als er hogere incassokosten staan dan
zijn toegestaan dan is de aanmaning niet rechtsgeldig.
3. Periodieke betaling – hierbij mag er voor elke termijn steeds opnieuw het minimumbedrag
van 40 euro aan incassokosten in rekening worden gebracht, maar alleen als er bij elke
achterstallige betaling een 14-dagenbrief is verzonden. Als deze 14-dagenbrief pas is
verstuurd als er 2 termijnen zijn gemist, dan moet de schuldeiser (of het incassobureau of de
gerechtsdeurwaarder) deze termijnen samenvoegen. Er mag dan maar 1 keer incassokosten
worden gerekend.
3
, 4.5. Beslag op het inkomen – stap 3
Als een schuldenaar niet reageert op een aanmaning en/of opgelegde incassokosten is de volgende
stap dat een gerechtsdeurwaarder beslag gaat leggen op het inkomen.
Daarvoor moet hij wel een executoriale titel hebben. De werkgever en de uitkeringsinstante die het
loon moeten overmaken zijn dit bij wet verplicht als de gerechtsdeurwaarder daar naar verzoekt en
deze executoriale ttel heef. Ze kunnen niet zelf besluiten dat ze niet meewerken aan dat verzoek.
Beslagvrije voet – Als een gerechtsdeurwaarder beslag legt op iemands inkomen dan mag diegene
een bedrag overhouden dat gelijk is aan 90% van de geldende bijstandsnorm – art. 475c, art. 475d Rv
Bij de berekening van de bijslagvrije voet wordt rekening gehouden met speciale situates, zoals hoge
huur of hoge zorgkosten. Het exacte bedrag hangt dus af van iemands persoonlijke omstandigheden.
- Om de hoogte van de beslagvrije voet te berekenen moeten schuldenaren allerlei papieren
invullen en aanleveren. Dit kan in de praktjk veel werk zijn waardoor de schuldenaar
bijvoorbeeld nog minder dan die 90% overhoudt en nieuwe schulden kunnen ontstaan.
Als iemand meerdere schuldeisers heef kan het voorkomen dat meerdere gerechtsdeurwaarders
beslag leggen op het inkomen. De werkgever/uitkeringsinstante hoef dit niet zelf te verdelen. Dat
doet de 1e gerechtsdeurwaarder (=de verdelende deurwaarder) die het beslag heef gelegd. Deze
houdt bij de verdeling rekening met de omvang van de schulden en zal deze naar rato verdelen. En
houdt rekening met preferente schuldeisers.
- Preferent – een schuldeiser heef recht op een groter deel, bijv. de Belastngdienst. Deze
krijgt een dubbel percentage.
Daarnaast mag de verdelende deurwaarder kosten in rekening brengen voor dit werk.
Complicaties bij de toepassing van de beslagvrije voet: 2 voorbeelden:
- In de berekening van de beslagvrije voet wordt uitgegaan van een normhuur van 202 euro.
Afankelijk van het type huishouden kan de normhuur verhoogd worden met een
maximumbedrag. De meerkosten bij mensen met een huur of koopwoning van meer dan 522
euro per maand worden niet meegerekend. Vb.: je woont in een huurwoning van 900 euro
per maand en krijgt geen huurtoeslag dan ben je duurder uit dan die 522 euro per maand,
met als resultaat dat je dan 378 euro minder te besteden hebt dan de geldende beslagvrije
voet. In zo’n situate kan je de gerechtsdeurwaarder vragen om de berekening aan te passen
en rekening te houden met je hogere huur/hypotheek. Hij is daar alleen niet toe verplicht!
- Bij het vaststellen van de beslagvrije voet is de norm dat je 90% van de bijstandsnorm
overhoudt. De berekening van de beslagvrije voet houdt geen rekening met je
bestedingspatroon. Vb.: inkomen van 2.600 euro neto in de maand en huurt een woning van
1.100 euro per maand. Je geef 125 euro per maand uit aan ziektekosten en 78 euro aan
energie. Als er beslag wordt gelegd op dit inkomen is de voor jou geldende norm van 90%
998 euro + de maximale woonkosten van 342 + ziektekostenverzekering van 62 euro = 1.403
euro per maand over. Met alleen al de huur van 1.100 euro kun je dus in grote en nieuwe
problemen komen want waarschijnlijk heb je nog een auto en andere vaste lasten (zoals
telefoonabonnement etc.).
4.6. Beslag op goederen – stap 4
Een gerechtsdeurwaarder mag op bijna alle spullen beslag leggen. Als er eenmaal beslag is gelegd zal
de gerechtsdeurwaarder een veiling organiseren om de goederen te verkopen. Zo’n veiling brengt
vaak veel minder op dan dat de verkoop van Marktplaats op zou leveren.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller HeleenElisa. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.35. You're not tied to anything after your purchase.